Om deze N2 om te zetten naar een reactieve vorm die gebruikt kan worden in de landbouw heb je energie nodig. Organische processen kunnen deze omzetting doen, zoals vlinderbloemigen, andere stikstofbindende gewassen of vrij levende stikstofbindende bacteriën in de bodem. Het kan ook met brute energie. Dat doet de natuur met bliksem. Mensen hebben begin vorige eeuw geleerd hoe ze stikstofkunstmest kunnen maken met verschillende energiedragers.
Goed en slecht nieuws
Als het gaat om circulariteit van stikstof is er goed en slecht nieuws. Om met dat laatste te beginnen, bij iedere teeltstap raak je onherroepelijk aanzienlijke hoeveelheden reactieve stikstof kwijt (naar water en lucht). Dat kun je ten dele beperken door de juiste bemestingstechnieken te gebruiken.
Het goede nieuws is dat stikstof in de grotere cyclus altijd weer terugkomt in de vorm van stabiele N2.
Het startartikel over circulariteit maakte een verwijzing naar de Cradle-to-Cradle beweging van Michael Braungart en William McDonough. Zij hebben het niet over recycling maar spreken over up-cycling in plaats van down-cycling. Belangrijke voorwaarde hiervoor is de beschikbaarheid van abundant 'free' renewable energy. Als we 'abundant free renewable energy' hadden gehad dan spraken we in mijn optiek niet over recycling van stikstof maar vooral over de gevolgen van teveel reactieve stikstof op de biochemische kringlopen van onze natuur en de biodiversiteit.
Maar waarom hebben we het vandaag de dag in de maatschappelijke discussie dan zoveel over recycling van (reactieve) stikstof in dierlijke mest?
De echte vraag: hoeveel dieren willen we eten?
Er is geen 'abundant free renewable energy' en de huidige dominante bron van energie voor het produceren van kunstmest is fossiel. Dat veroorzaakt broeikasgasuitstoot en daarmee opwarming van de aarde, zie onze paper Broeikasgasemissies van kunstmest.
Logisch dus dat we spreken over recycling van stikstofmeststoffen, toch?
Door te focussen op recycling gaan we voorbij aan de principiële discussie die we moeten voerenNiet helemaal. Belangrijker nog, door te focussen op recycling gaan we voorbij aan de principiële discussie die we moeten voeren: hoeveel dieren willen we houden om vervolgens op te eten? We hebben een dusdanige hoge veeintensiteit in Nederland dat de hoeveelheid mest die onze veestapel produceert, de plaatsingsruimte ver overschrijdt. Die stikstof in die dierlijke mest is voor een groot deel afkomstig uit kunstmest gebruik elders (zie onze paper Wat zijn kunstmestvervangers zonder kunstmest). En om de dierlijke mest die niet geplaatst kan worden te kunnen gebruiken in de 'kunstmestruimte' - in de vorm van RENURE - moet je uitgebreide bewerkingen doen die weer opnieuw energie kosten. Of die groen of fossiel is maakt op systeemniveau niet uit omdat het allemaal extra energie is die je voor andere toepassingen hard nodig hebt.
Kortom, de focus op recycling van stikstof uit dierlijke mest lijkt zinvol (en is dat op bedrijfsniveau wellicht ook), maar gaat de systeemdiscussie uit de weg die eraan vooraf moet gaan. Namelijk hoeveel dieren in ons humane dieet passen. En hoeveel mest zonder verdere energierijke bewerkingsstappen geplaatst kan worden in Nederland. Het antwoord op die twee vragen geeft een aardige indicatie van hoe we onze stikstofhuishouding meer in balans kunnen krijgen.
En laten we ons rondom recycling vooral focussen op de andere 13 nutriënten die essentieel zijn voor ons landbouw- en voedselsysteem. In tegenstelling tot stikstof, is de beschikbaarheid van deze nutriënten beperkt.
Op 31 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Dank allen voor deze zeer interessante discussie naar aanleiding van mijn artikel. Het werd geplaatst toen ik in Kenia was om een aantal Maasai communities te bezoeken met Stichting Friends of the Maasai. We hebben daar met name gesproken over hoe 3 communities zelf ook een permacultuur centrum kunnen gaan opzetten naar voorbeeld van het centrum in Laikipia.
Zelf ben ik nog volop aan het verwerken wat ik gezien en gehoord heb. Hun ecosysteem is bijzonder inspirerend en volstrekt anders dan dat van ons. De rol van koeien en geiten in combinatie met de enorme uitgestrekte savanne waar deze grazen en 's avonds in de veilige kraal weer mest terugbrengen, de afwezigheid van kunstmest (wat ik daar in dit heel extensieve systeem heel logisch vindt)... Iets waar ik komende tijd wel meer over wil delen en tegen jullie aan wil houden.
Voor wie iets meer van mijn reis en de bezoeken aan deze dorpen al wil lezen: Linkedin Post
Tot slot, de Nederlandse kunstmest sector is van mening dat RENURE toegestaan zou moeten worden door Brussel en heeft dat ook in een formele positie op onze website staan. De discussie die ik heb proberen aan te zwengelen is dat het een suboptimale oplossing is die, in tegenstelling tot wat veel mensen denken, geen echte reductie van kunstmestgebruik realiseert. Nogmaals dank voor de levendige discussie en beelden die gedeeld zijn! Mooi om dat bij terugkomst te lezen
Ruud Hendriks #60 dank voor je nadere toelichting. Ik begrijp je insteek vanuit de biodynamische hoek. In de ideale wereld heeft dat ook de voorkeur, maar helaas leven we niet in een ideale wereld. Neemt niet weg dat we daar naar moeten blijven streven, maar de de weg daarnaar toe is een lange met veel hobbels. Daarom kijk ik naar de realiteit van vandaag. We hebben te maken met een overschot. En ik begrijp dat jij van mening bent dat de teveel geproduceerde mest (overschotsmest van een individueel bedrijf) afgevoerd moet worden naar de akkerbouw. Dat betekend echter dat de 110 miljoen kg stikstof naar het buitenland afgezet moet worden. En dat is uit economisch oogpunt gewoon niet haalbaar. Fosfaat overschot uit dierlijke mest is via de dik/dun scheidingsroute wel mogelijk gebleken, maar als je ook de stikstof mee wil exporteren dan kan dat alleen in de vorm van drijfmest export. En dat is gezien het vele water gewoon te duur. (bovendien gezien de lange afstand ook niet duurzaam). En dan is het logisch dat er gezocht wordt naar een andere technische route om deze stikstof op te werken.
Je bezwaar tegen de term " kunstmestvervanger" is me ook duidelijk, maar dit is een definitie discussie. Waar het om gaat dat door de huidige situatie de 'overschots stikstof' uit dierlijke mest weldegelijk tot vervanging van kunstmest ingezet kan worden. Het alternatief is om de stikstof via nitrificatie/denitrificatie gewoon als de lucht in te blazen. Dat mag dan wel ?
Er speelt echter nog een andere belangrijk punt waarom erkenning van renure van belang is. Een groot deel van de discussie hier gaat over de aanwending van stikstof en het effect in de bodem. Maar renure erkenning is eigenlijk nog veel belangrijker om het emissie probleem op te lossen. In mijn eerste bijdrage heb ik al gemeld dat het drijfmest systeem uit oogpunt van duurzaamheid eigenlijk een heel slecht systeem is. Maar het heeft ook heel veel voordelen in het kader van hygiene en efficiëntie. We moeten dus niet de illusie hebben dat die systeem gaat verdwijnen. Wat we wel kunnen is het systeem dusdanig aanpassen dat het werkbaar is en zowel de duurzaamheidsdoelen realiseert binnen een economisch haalbaar systeem. En dat kan door mest biologisch aan te zuren en vervolgens te vergisten (groen gas produceren) en daar waar nodig de mestmineralen (fosfaat en/of stikstof) verder af te scheiden. Hiervoor is Renure erkenning een belangrijke voorwaarden. En deze route is eigenlijk vergelijkbaar met de, door jou wel erkende, route van spuiwater uit luchtwassers.
De vraag is ook in hoeverre het in de toekomst is toegestaan is (en wenselijk is) om onbewerkte drijfmest uit te rijden. In Denemarken moet in de toekomst 50 % van alle drijfmest door een vergister gaan. Dit is wetgeving ingegeven vanuit klimaatbeleid (CO2 / methaan gedreven). Dat heeft in de basis niets met mineralen (fosfaat of stikstof) te maken, maar door het feit dat de mest toch gecollecteerd wordt en door een technische installatie gaat, is verwerking makkelijker mogelijk. Ook in NL en andere EU landen is niet uit te sluiten dat regelgeving op dit vlak komt.
Ik stuur je een mail, want ik ontvang graag je boekje, maar zal je onze paper "Met biologisch aanzuren mest minder ammoniak en broeikasgassen en meer groen gas" toesturen.
# Ton Voncken. Je zegt nu een paar dingen over mijn visie die bijstelling vragen.
In de gangbare visie maakt hetgeen verschil uit welke bron de N komt. Als 'biodynamicus' heb ik daar ook een andere visie op, maar die laat ik hier buiten beeld (ik heb daar wel een boekje over geschreven, is bij me op te vragen als PDF, even een verzoekje via bodemruud@gmail.com).
Ik kijk naar stikstof vanuit de ecologie, de efficiëntie. Dat zijn constantes. Wet en regelgeving spelen uiteraard, maar die zijn over een jaar weer anders, dus ik zoek naar een invalshoek waarbij wijziging van wetten en regels de boer niet elke keer problemen oplevert.
Ik blijf bezwaar maken tegen het woord 'kunstmestvervanger' voor Renure uit mest. Daar zit wel degelijk een heel groot meningsverschil. Door het gebruik van dit woord wordt het nut door veel mensen verkeerd geïnterpreteerd. Men denkt dat het input van kunstmest in d elandbouw bespaart. Dat is niet het geval. Het scheelt wel aankoop voor de individuele veehouder, die dan meer eigen stikstof kan benutten, maar het betekent dat elders (akkerbouw) minder dierlijke mest beschikbaar komt. Dus die moeten kunstmest gebruiken die ze bij grotere beschikbaarheid van dierlijke mest niet meer zouden gebruiken. Het kan zijn dat afzet buiten onze landsgrenzen is. Maar we vinden export van producten naar Duitsland en België toch ook regionaal? Noord Frankrijk is vanuit Brabant even ver als Groningen.
Ik denk totaal niet dat mestproducenten hun eigen mest kwijt kunnen, heb geen idee waar je dat beeld op baseert. Varkens en kippen moet vrijwel allemaal naar elders, melkvee met meer dan 2,1 GVE/ha en derogatie mest afvoeren, heel veel in Brabant. Zonder derogatie zit je met ongeveer 1,5 GVE/ha al aan afvoer van mest.
In Friesland (Wetsus) wordt geëxperimenteerd met verticale vergistingskolommen, in dat geval met humane mest. Daar komt op verschillende hoogtes een ander N/P verhouding uit. Interessante experimenten.
In Nederland wordt grasland naast drijfmest bemest met KAS. Op grasland kan de stikstofnorm, afhankelijk van grondsoort, over de 300 KG N oplopen (tabel 2 RVO). Gras, maar ook granen blijven immers stikstofhehoevende gewassen. Realiseer je wel dat er maar op een paar plekken in Europa gras wordt geteeld zoals dat in Nederland wordt gedaan.
Ook nu kom je niet tot een verhouding van 1 staat tot 3 voor rundvee drijfmest. 1,2 kg P en soms nog geen 4 kg N. Vandaar ook dat aanvoer van stikstof uit kunstmest past. Echter kan de extra benodigde stikstof ook zonder kunstmest of drijfmest door vlinderbloemigen worden aangewend. Ik wil aangeven dat voor de stikstofbemesting er meer keuze is dan alleen mest of kunstmest
Allemaal mooi en aardig dat je met klavers en luzerne 200 kg stikstof per ha kunt genereren, maar hoe komt het dan met de fosfaat. Voor gewasbehoefte heb je ongeveer 3 delen stikstof nodig en 1 deel fosfaat. Naast 200 kg N uit klavers en luzerne heb je dan een kleine 70 kg fosfaat extra nodig die, of met fosfaatkunstmest moet worden aangevoerd of via veevoer. Met Renure hetzelfde verhaal. Extra aanvoer van fosfaatkunstmest moet verantwoord kunnen worden. En extra fosfaat via veevoer betekend fosfaatrijk voer verstrekken. Daarbij is fosfaatrijk veevoer weer in strijd met de fosfaatrechten. Verhouding nutriënten voer en nutriënten in dierlijke mest wordt dan best ingewikkeld, toch?.