Dat schrijft Reuters.

Gevoelig voor effect
Amerikaanse onderzoekers keken naar de genen van een aantal proefpersonen. Ze wilden weten waarom de ene mens gevoeliger is voor placebo-effecten dan de andere. Ze keken naar receptoren in het lichaam die gevoelig zijn voor pijn en genot of daarop anticiperen. Eén van deze groepen receptoren is gevoelig voor medicijnen die van invloed zijn op het humeur, zoals opiaten. Dat zijn bijvoorbeeld de receptoren voor serotonine en dopamine. Genetische verschillen in deze receptoren blijken inderdaad te kunnen verklaren waarom mensen anders reageren op placebo's.

Placebo werkt bij meer dopamine
Sinds 1978 is bekend dat placebo-effecten echt bestaan. In een tandheelkundig experiment kregen patiënten zogenaamde pijnstillers (zonder werkende stof). Gek genoeg hadden die patiënten daadwerkelijk minder pijn. Of het DNA dit placebo-effect bepaalt, daarover is minder bekend. Eerdere onderzoekers keken naar het gen COMT, dat een rol speelt bij de afgifte van dopamine en dus het ervaren van pijn en genot. Ze gaven patiënten met het prikkelbare darmsyndroom geen of een placebo behandeling. Wat bleek? De mensen voor wie de placebo-behandeling toch hielp, hadden een ander COMT gen, namelijk eentje dat voor een hogere afgifte dopamine zorgde.

Minder medicijnen, maar extra controlegroep
“Uit de voorlopige resultaten van ons onderzoek blijkt dat er waarschijnlijk een genetische basis is voor het ervaren van placebo-effecten”, zegt hoofdauteur van de studie Kathryn Hall van de Harvard Medical School. Als deze placebo-waarnemers echt bestaan, kan dat een boel medicijnen schelen, maar ook geldende onderzoeksmethoden in de war schoppen. “We zullen een extra controlegroep moeten gaan gebruiken die geen behandeling krijgen, om te zien wat de grootte van het placebo-effect is”, zegt Hall.

De onderzoeksresultaten zijn na te lezen in het wetenschappelijk tijdschrift ‘Trends in Molecular Medicine’.

Fotocredits: Take a pill, ”Take a pill”, cosmo flash
Dit artikel afdrukken