Peren zijn nog lekkerder dan appels om ‘s winters een open taart van zoet deeg mee te maken. De winter mag dan volgens de kalender voorbij zijn maar peren zijn nog in overvloed verkrijgbaar.
Niet alleen op een taartbovem maar ook in luchtig cakebeslag lenen peren zich uitstekend om te gebruiken. Leg smalle peerhelften op het beslag en ze zullen tijdens het bakken vanzelf naar beneden zakken waarna het beslag over de peren heen kruipt en ze aan het oog onttrekt. Maar niet aan de tong, die blij verrast zal zijn als de cake wordt aangesneden.

Tot slot: wat opsmuk van geroosterd amandelschaafsel op de cake bekoort zowel oog als tong.

Ingrediënten voor 10-12 porties:
- 3 Conference peren (van gelijke grootte)
- 4 dl fruitige witte wijn
- 1 biologische citroen, geperst
- 4 sechuanpepertjes (Chinese toko)
- 3/4 vanillestokje, gespleten
- 190 g witte basterdsuiker + 3 eetlepels
- 190 g zeer zachte boter + extra voor invetten
- 4 eieren (L)
- 190 g zelfrijzend bakmeel
- mespuntje zout
- 120 g liefst zelfgemaakte amandelspijs (verkruimeld)
- extra suiker

Bereiding:
Schil de peren, halveer ze over de lengte, wip het klokhuis eruit met een puntig lepeltje en trek de taaie draad in het midden met het klokhuis mee. Leg de peerhelften in een ruime pan naast elkaar kop om staart (bolle kant boven) en zonder overlappen. Giet wijn, citroensap, 3 eetlepels basterdsuiker en 3 dl water erbij zodat de peren met vocht zijn bedekt. Voeg enkele dungesneden citroenschilletjes, Sechuanpeper, en het vanillestokje toe.
Breng het geheel aan de kook en laat de peren op laag vuur in gesloten pan 15 minuten zachtjes koken tot ze nét gaar zijn. Laat ze afkoelen in het kookvocht, leg ze dan op een platte schaal (bolle kant boven), dek af met plasticfolie en laat ze een uurtje (of langer) uitlekken.

Verwarm de oven voor op 180 °C. Klop intussen zachte boter en basterdsuiker tezamen in een beslagkom met een handmixer tot het mengsel zeer luchtig en bleek van kleur is geworden. Klop er dan één voor één de eieren door. Spatel er vervolgens zelfrijzend bakmeel en zout door en klop de massa dan pas met de mixer om stuiven te voorkomen. Spatel tot slot de amandelspijs door het dikke beslag. Schep het over in een beboterde springvorm (Ø 25 cm).

Halveer de peerhelften over de lengte en leg ze naast elkaar in een cirkel op het deeg, de spitse kant naar het midden toe zodat een ster van peren wordt verkregen. Ze kunnen ook kop om staart op het deeg worden gelegd. Druk ze ietsjes in het deeg en zet de springvorm onder de middelste richel in de voorverwarmde oven.

Bak de cake 40 minuten en controleer op gaarheid door een metalen spies (of cakeprikker) in het midden te steken die er weer schoon uit moet komen. Zo niet, geef de cake nog 5-10 minuten extra en dek het oppervlak af met bakpapier zodat het deeg, dat over de peren is gekropen, niet te donker kleurt.

Kook intussen het pocheervocht in een open pan op half laag vuur in tot een lichte siroop. Verwijder de specerijen en citroenschilletjes en giet de helft van de siroop over in een kannetje.

Neem de perencake uit de oven, prik het deegoppervlak in met een metalen spies en lepel een deel van het resterende kookvocht in de pan bij kleine beetjes tegelijk over het ingeprikte oppervlak van
de warme cake. Verwijder de ring om de cake en laat hem afkoelen. Rooster in de nog hete oven het amandelschaafsel op een bakplaat goudgeel in enkele minuten.

Kook intussen het restant van de siroop in de pan, eventueel onder toevoeging van wat extra suiker, verder in tot een tamelijk dikke siroop en laat die afkoelen. Bestrijk het oppervlak en de zijkant van de afgekoelde cake met de dikke siroop. Bestrooi de cake vervolgens aan alle kanten met het geroosterde amandelschaafsel dat zich nu goed kan vasthechten dankzij de zeer kleverige siroop.

Snijd de cake in smalle punten en geef de frisse siroop in het kannetje erbij.

Fotocredits: Florine Boucher
Dit artikel afdrukken