De halsbandparkiet is een soort papegaai. Het dier is zo groot als een kleine tortelduif met een lange staart en is inmiddels gewoner dan een mus in de bomen aan de Amsterdamse grachten waar mensen hem lieten ontsnappen.

Persdienstauteur Patrick Wiercx schrijft dat het dier de steden uitvliegt en in Zuid-Holland en Utrecht inmiddels het boerengebied opzoekt. Daar eet hij onder meer graag van het fruit dat aan de bomen hangt. Appels en peren vindt de kleine papegaai heerlijk.

Daarom houdt hij peren- en andere boeren uit hun slaap. Op verzoek van de NVWA onderzoekt het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) waar het beest allemaal huist tegenwoordig. Boeren die de vogel zien moeten CLM onmiddellijk waarschuwen via de speciale website. Dan kan de schade die het dier aanricht worden bepaald en - eventueel - worden vastgesteld dat het moet worden weggevangen. En daar begint het gedoe. Dat mag niet van de dierwelzijnsorganisaties.

De oude Romeinen waren verzot op papegaaientongetjes, een exclusieve delicatesse. Perenboeren verdienen weinig. Mogen ze daarom toch zeldzame papegaaientongetjes zelf schieten en verkopen aan de leden van Slow Food? Het beest hoort hier immers niet. Het is een zogenaamde exoot.

Halsbandparkieten hebben echt een geweldig leven en het is een beetje zonde om ze weg te gooien.

Fotocredits: Halsbandparkiet, Pieter van Marion
Dit artikel afdrukken