Update 19:00 uur: het kabinet heeft inmiddels op de doorrekeningen gereageerd en besloten de energierekening voor huishoudens te verlagen en die van bedrijven te verhogen (zie onder: Kabinet reageert snel).
Het ontwerp-Klimaatakkoord leidt tot een negatief inkomenseffect van 0,4%, berekende het Centraal Planbureau. De lagere middeninkomens gaan er een half procent op achteruit. Voor de hoogste en laagste inkomens ligt die afname op 0,3%.
Het CPB en het PBL achten het weinig waarschijnlijk dat het klimaatakkoord de klimaatdoelstellingen realiseert.
'De politiek is aan zet' heet het en 'de bandbreedtes en dilemma's zijn groot'. De Kamer moet beslissen. Waartussen is niet helemaal duidelijk geworden. Maar ook het kiezen van de relevante variabelen is nu eenmaal een politieke taak, zodat de bureau's dienaangaande geen verwijt mag worden gemaakt. Opvallend is wel dat GroenLinks voorman Jesse Klaver vroeg om nadrukkelijke sturing door CPB en PBL.
Het PBL communiceert zijn bevindingen als volgt:
"Het ontwerp-Klimaatakkoord realiseert in 2030 naar verwachting een afname van de uitstoot van broeikasgassen van 31 – 52 megaton CO2-equivalenten. De opgave van 48,7 megaton (en daarmee een reductie van 49% ten opzichte van 1990) valt net binnen de bandbreedte, maar wordt waarschijnlijk niet gehaald. Het ontwerpakkoord kan leiden tot grote stappen in de energietransitie, maar er is nog veel werk aan de winkel: er moeten (politieke) keuzes gemaakt worden waarmee onzekerheden over het precieze effect van de voorgestelde maatregelen afnemen. De nationale kosten van deze voorstellen in 2030 vallen met 1,6 – 1,9 miljard euro nu lager uit dan geraamd op basis van het hoofdlijnenakkoord in 2018.
'Nu is het tijd voor politiek en beleid om keuzes te maken.' Directeur @hansmms #PBLNL geeft toelichting op ontwerp-#klimaatakkoord. pic.twitter.com/1mRAmCN2PU
— PBL (@Leefomgeving) March 13, 2019
Dit concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in de publicatie ‘Effecten ontwerp-Klimaatakkoord’. Het PBL heeft het ontwerp-Klimaatakkoord op verzoek van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het Klimaatberaad doorgerekend. Tegelijkertijd heeft ook het CPB effecten van het ontwerp-Klimaatakkoord in kaart gebracht.
Doel 48,7 megaton valt binnen bandbreedte, maar wordt waarschijnlijk niet gehaald
Het doel om in 2030 49% minder broeikasgassen uit te stoten ten opzichte van 1990 stelt het kabinet voor een reductieopgave van 48,7 megaton CO2-equivalenten ten opzichte van het basispad (de Nationale Energieverkenning 2017). Het ontwerp-Klimaatakkoord realiseert naar verwachting een vermindering van 31 tot 52 megaton.
Met de voorstellen uit het ontwerpakkoord kan de verwachte emissie in 2030 substantieel lager liggen. Zowel de nadere keuzes over de voorstellen, onzekerheden in respons van burgers en bedrijven, als onzekerheid in omgevingsontwikkelingen zorgt voor een grote bandbreedte.
De beoogde emissiereductie valt weliswaar net binnen deze bandbreedte, maar wordt waarschijnlijk niet gehaald. Dit komt vooral door onzekerheden over verdere vormgeving van de afspraken, en over de manier waarop burgers en bedrijven zullen reageren op de voorgestelde beleidsprikkels. Er moeten (politieke) keuzes gemaakt worden om deze onzekerheden weg te nemen.
De nationale kosten van de voorstellen bedragen 1,6 tot 1,9 miljard euro in 2030
De verwachte nationale kosten van deze voorstellen zijn met 1,6 – 1,9 miljard euro fors lager dan wat berekend werd voor het klimaatakkoord-op-hoofdlijnen van medio 2018 (3 – 3,9 miljard euro). Belangrijke oorzaken daarvan zijn lagere kosten voor hernieuwbare elektriciteit en in de industrie. Ook was het nu mogelijk het pakket voor mobiliteit te analyseren, dat per saldo juist baten oplevert.
De beoogde emissiereductie valt binnen de bandbreedte, maar wordt waarschijnlijk niet gehaald. Nadere (politieke) keuzes zijn bepalend voor het uiteindelijke effect.
Vijf klimaattafels dragen in verschillende mate bij aan het totaal
De grootste reductie (18,3 – 21,0 Mton) wordt bereikt in de elektriciteitssector. Het doel was hier een reductie van 20,2 Mton. De sterke toename van hernieuwbaar opgewekte elektriciteit zorgt er mogelijk voor dat Nederland in 2030 netto-exporteur van elektriciteit is en ook bijdraagt aan vermindering van emissies in het buitenland. Het einde van kolenstook en ondersteuning van wind- en zonne-energie zorgt ervoor dat in 2030 zo’n driekwart van de elektriciteitsproductie hernieuwbaar is.
De sector met daarna de grootste reductie is de industrie (6,0 – 13,9 Mton), waar naar verwachting het doel (14,3 Mton) niet wordt gehaald. De grote bandbreedte wordt veroorzaakt door onzekerheden over vormgeving van en de reactie van bedrijven op onder andere de bonus-malusregeling: zien zij het vooral als kans of als bedreiging?
Ook in de mobiliteit is er met 4,2 – 8,0 (doel 7,3 Mton) sprake van een forse emissiereductie. De bandbreedte komt hier door onzekerheid over de snelheid waarmee het aantal elektrische personenauto’s in Nederland zal toenemen, de mate van inzet van biobrandstoffen en de omvang van stedelijke zones voor zero-emissies van het goederenvervoer.
De aanpak in de landbouwsector (1,8 – 4,6 Mton reductie) is gelijk verdeeld over een reductie van overige broeikasgassen in de veeteelt en vernieuwing van de glastuinbouw; de reductie door ander landgebruik is minder. In de gebouwde omgeving (reductie 0,8 – 3,7 Mton) staat onzekerheid over het succes van de wijkaanpak centraal. De normering in de utiliteitsbouw kan naast de wijkaanpak ook tot forse emissiereductie leiden."
Klimaatbeleid vergroot inkomensongelijkheid
Het CPB constateert dat het klimaat- en energiebeleid van de regering voor een belangrijk deel wordt gefinancierd door de lagere en middeninkomens. In afstandelijke economentaal schrijft het CPB: "Het totale klimaat- en energiebeleid tot en met 2030 leidt tot een (cumulatief) negatief inkomenseffect van in doorsnee 1,3% ten opzichte van 2018 en een denivellerend inkomensbeeld. Lagere inkomens gaan er tot en met 2030 meer op achteruit dan hogere inkomens. De achteruitgang voor de laagste inkomensgroep bedraagt 1,8%, terwijl de hoogste inkomensgroep er 0,8% op achteruit gaat als gevolg van het totale klimaat- en energiebeleid tussen 2018 en 2030. Dit is grotendeels het gevolg van het reeds ingezette klimaat- en energiebeleid.
Het maatregelenpakket in het ontwerp-Klimaatakkoord leidt tot een negatief inkomenseffect van 0,4% in 2030 (ten opzichte van 2018) en is het meest nadelig voor (lagere) middeninkomens. De (lagere) middeninkomens (-0,5%) gaan er in doorsnee meer op achteruit dan de hoogste en laagste inkomens (-0,3%) door het maatregelenpakket in het ontwerp-Klimaatakkoord. De schuif in energiebelasting tussen elektriciteit en gas werkt denivellerend, terwijl de verhoging van de belastingvermindering in de energiebelasting." In gewone mensentaal zegt het CPB dat het klimaatbeleid de inkomensongelijkheid aanjaagt.
Realiseerbaarheid?
Vanuit een meer kostenbewuste en door het AD als klimaatsceptisch aangeduid perspectief, sprak financieel journalist Arno Wellens begin deze maand met Theo Wolters; Wolters is ingenieur, oprichter en voorzitter van de Stichting Milieu, Wetenschap & Beleid. Volgens Wolters zullen de kosten en risico's van de uitvoering van het plan significant zijn en vergt het een zo totale verandering van de economie dat er weinig te zeggen valt van de realiseerbaarheid van het klimaatakkoord en de inkomensrisico's voor Nederlandse burgers.
De Amerikaanse politicoloog Francis Fukuyama waarschuwde Europa afgelopen week voor klimaatbeleid zonder sociaal gezicht of voldoende bestaanszekerheid voor burgers. Wie niet aan die voorwaarden weet te voldoen zal sociale onrust oogsten, denkt Fukuyama. Opvallend is dan ook het groene plan dat Franse oud-milieuminister Nicolas Hulot en de Franse FNV eerder deze maand lanceerden: zij zetten sociaal beleid helemaal voorop in hun plan voor een ecologische economie.
Vanuit de boerenjournalistiek luidde het eerste oordeel dat de boer zijn investeringen in het klimaat niet vergoed krijgt. Gisteren berekende de WUR nog dat de veestapel niet verkleind hoeft te worden omdat innovatieve investeringen de CO2-uitstoot prima binnen de klimaatdoelstellingen kunnen brengen. De politiek mag nu keuzes maken over wat bijvoorbeeld die twee concrete bevindingen betekenen voor de bestaanszekerheid van mensen en de helderheid van beleid.
Vanmiddag om 13.15 uur begint de presentatie van de doorrekeningen van het ontwerp-#Klimaatakkoord door PBL @Leefomgeving en @CPBnl. Meekijken kan via de livestream van @Nieuwspoort: https://t.co/2hXaALu9Zy pic.twitter.com/JcrqEJhzej
— MinisterieEZK (@MinisterieEZK) March 13, 2019
Update (19:00 uur): Kabinet reageert snel
Inmiddels heeft het kabinet bekend gemaakt dat het heeft geconstateerd dat de lasten onvoldoende eerlijk - een woord dat het CPB niet gebruikte - zijn verdeeld. PBL en CPB zeggen dat niet zo hardop, maar het blijkt uit de cijfers. De energierekening van bedrijven zal daarom worden verhoogd en die van burgers zal worden verlaagd. Er komt dus een CO2-belasting voor bedrijven. Wat het allemaal precies gaat betekenen moet nog verder duidelijk worden, maar de ergste kou voor de verkiezingen is daarmee uit de lucht. GroenLinks-leider Jesse Klaver toonde zichzelf zelfverzekerd als belangrijke factor in de senaat die oordeel moet geven over het klimaatbeleid van Rutte III na de provinciale verkiezingen. In zijn reactie gaf hij bovendien aan dat de bioindustrie in Nederland per 2030 moet zijn verdwenen. Het kabinet wil een grote bijdrage van de Nederlandse landbouw aan de CO2, terwijl nou juist die sector het volgens het PBL verder is dan alle andere.
Kijk live mee met mijn reactie op de doorrekening van het #Klimaatakkoord https://t.co/CARwWwUSs0
— Jesse Klaver (@jesseklaver) March 13, 2019
Een verbod op de bio-industrie in 2030. Persconferentie Jesse Klaver. pic.twitter.com/HQpa8yNs5E
— Laura Bromet (@LauraBromet) March 13, 2019
SP-leider Marijnissen wees voorafgaand aan de reactie van het kabinet op de scheve verdeling van lasten:
Draagvlak organiseer je niet door de energierekening te verhogen en de laagste inkomens de rekening te laten betalen.
— Lilian Marijnissen (@MarijnissenL) March 13, 2019
Klimaatbeleid zal rechtvaardig zijn of niet zijn.#klimaatrechtvaardigheid #klimaatakkoord
Lodewijk Asscher van de PvdA liet zich in soortgelijke termen uit:
Huishoudens betalen met dit kabinet het meest en de grote vervuilers het minst. Dat is niet eerlijk en niet groen. Een CO2-heffing is nodig zodat vervuilers meer gaan betalen en huishoudens minder. #klimaatakkoord
— Lodewijk Asscher (@LodewijkA) March 13, 2019
Dergelijke gevoelens zijn voorlopig politiek voorlopig geneutraliseerd. In het NOS-journaal maakte Jesse Klaver duidelijk dat hij geen oppositie wil voeren tegen premier Rutte die zegt wat GroenLinks ook zegt: bedrijven meer belasten burgers minder. Den Haag - behalve de PVV - reageerde tevreden, kopt de NOS dan ook (met de nodige gefilmde reacties in de link).
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Jan Peter, het mooie van mijn 'andere land' (in de draad die je linkt) is het groene plan waarin sociaal voorop staat. Dat haalt rechtse en linkse politiek de wind uit de zeilen en stelt mensen centraal. Ook Macron heeft dat door, maar kan de brug nog niet slaan. Het is wel boeiend om te zien dat de behoefte aan wat meer hoop biedende gevoelens een geluid krijgt.
Er blijft wel een op te lossen probleem over: onder intellectuelen is een 'post human'-opvatting over het leven op aarde aan het ontstaan; die maakt mensen gelijk aan de belangen van het ecosysteem waarin en waarmee we leven. Ik kan niet ontkennen dat ik daar gevoelsmatig sympathie voor kan opbrengen. Daar zie ik nieuwe strijden ontstaan. Maar intellectuelen zullen zich 'gedegoutteerd' afwenden. Bloedig zal het niet worden.
Ik vind dat, Wouter #24 , een iets te smalle kijk. Te technologisch gedreven. Met een te grote overschatting van de korte termijn impact. Ik zie zelf meer inspiratie in het draadje 'Eind van de maand, eind van de wereld'.
Het probleem zit in de menselijke kant: in gezondheid en gezondheidszorg, in wonen, in waardige banen, in een meer 'redelijke' ongelijkheid, in democratie en ja ook in klimaat.
Wouter, voor industriebeleid - in een moderne versie: institutionele economie faciliteren (Mariana Mazzucato, Kate Raworth - twee vrouwen, mogelijk niet toevallig) - heb je een focuspunt nodig: je wilt iets bereiken en kiest daar een dimensie mee.
Silicon Valley - puur ouderwets industriebeleid - is het gevolg van oorlogsdreiging en de focus op de verdere ontwikkeling van aanwezige techniek en kennis om die te voorkomen, cq. de gevolgen te mitigeren.
Ons Nederlandse boerenindustriebeleid (dat startte in 1886) is een gevolg van de eerste mondiale crisis in de landbouw als gevolg van internationale handel in agri-commodities. Wij wilden zelfstandig kunnen blijven binnen een open handelseconomie en creëerden ons stedelijke intensieve model (dat uit zijn voegen barstte toen we niet meer snapten waarom we het eigenlijk zo gemaakt hadden; dat snappen doen nog steeds te weinigen, zodat malloten als ik er inmiddels gastonderwijs aan een hoge school in moeten komen geven).
Wat zou het focale punt van vandaag zijn op basis van kerncompetenties die ons land heeft? (dat is de samenvattende vraag obv de jongste reacties hier; een en ander met het oog op een door de overheid als een factor van betekenis in de institutionele economie te nemen rol).
#23 met een paar honderd miljoen kan je in veel goed worden als je het nog niet bent. Met een paar miljard kan je in vrijwel alles goed worden. Ik vind het Apollo programma inspirerend: “Op het hoogtepunt werkten meer dan 400 000 mensen en ruim 20 000 bedrijven aan een methode om naar de maan te reizen en weer heelhuids terug te keren. De kosten van dit alles zouden oplopen tot minstens 19,4 miljard dollar, hetgeen uitgedrukt in huidig geld neerkomt op zo'n honderd miljard dollar.”
Ik denk dat je voor honderd miljoen een super PV (solar) fabriek neerzet. Of een eigen windmolen fabriek. Ik denk dat je voor een paar honderd miljoen een moderne warmte-pomp fabriek neerzet. Voor tien miljoen toon je een industriële warmtepomp van bijvoorbeeld 10MW aan. Voor 5-10 miljard kan je alle varkensboeren een WKK geven (samen 2-4GW, bijna evenveel als alle kolencentrales tezamen). En het bedrijf dat die dingen maakt en gaat onderhouden kan dan eigendom zijn van alle varkensboeren waarmee een export model wordt opgebouwd.
Ik weet het niet. Maar alles in mij zegt: “als we honderden miljarden gaan uitgeven, laat dit dan bij Nederlandse bedrijven zijn”. Het hoe? Ik weet het niet. Maar mijn eerste gedachte: industriebeleid.
#20 "Hoe kunnen we deze 'omzet' in Nederland houden"
Waar zijn we goed in of kunnen we op korte termijn goed in worden?