Het Reformatorisch Dagblad was een van de eerste kranten die berichtte dat GS van Brabant een snoepreisje naar Italië, ondanks kritiek, toch door wilden laten gaan. Op initiatief van gedeputeerde Yves de Boer zou daar een week lang vergaderd moeten worden over de toekomst van de vastgelopen intensieve veehouderij op het Brabantse platteland. De PvdA stelde er vragen over in ons Haagse parlement. Was het wel gewenst om in deze tijden van crisis een snoepreisje voor provinciale bestuurders en hun entourage door de burgerij te laten betalen, vroeg inmiddels 2e Kamerlid Pierre Heijnen aan zijn minister Ronald Plasterk.

De Boer (VVD) wil het reisje toch door laten gaan. Parma biedt wat hem betreft de juiste inspiratie om te ontdekken wat Brabant zou moeten doen: streekproducten verkopen. Die zijn inderdaad populair. Dat lees je in alle kranten. Het zou zelfs de redding zijn van winkeliers die willen voorkomen dat ze verliezen in de race naar de laagste prijs om hun klanten in crisistijd te behouden.

Maar hoe maak je dure Parmezaanse streekvarkens van Brabantse bulkvarkens die niets waard zijn? De Boer dacht dat hij het wist. Hij sloeg een eerste flater door te beweren dat Parmaham wordt gemaakt van varkens die Nederland niet zelf opeet (ca. driekwart van de Nederlandse productie). Hij dacht dat ze het daar gewoon veel beter kunnen 'verkopen' door er een 'streekproduct' van te maken. Dat moesten Brabantse varkensondernemers daar dus ook maar eens gaan leren zodat ze het truukje hier voortaan zelf kunnen toepassen. Nee, zo werd hij gecorrigeerd door het Consorzio del Prociutto di Parma. Parmaham wordt alleen gemaakt van varkens die in Italië worden geboren en op een speciaal voerrégime staan. Zou dat dan het geheim zijn: varkens op één plaatst laten en ze een speciaal voer geven dat daar ook nog eens helemaal vandaan komt? Mogelijk is dat een antwoord. Als je er tenminste een varken en producten van maakt die mensen graag willen hebben, want anders verkoopt het nog steeds niet.

De Parmezanen hebben een geslaagd recept. Ze brengen de wei van de melk die in de Parmezaanse kaas gaat naar hun Parmezaanse varkens die er natuurgedroogde hammen van maken die beroemd werden in de hele wereld. Het is een traditie van eeuwen waar goede merkcommercie van werd gemaakt. Maar het werd geen nep of alleen maar een verkooptruuk, zoals de gedeputeerde Brabantse gedeputeerde klaarblijkelijk dacht. Daar wilde hij als politicus samen met NGO's de in buitengewoon zwaar weer verkerende varkenssector mee inspireren.

Parmezaanse varkens gaan fluitend door het leven. Hun billen zijn van goud. De boeren hadden al tientallen jaren geleden door dat je beter bijzonder kunt zijn dan hetzelfde maken als boeren overal elders. Ze maakten commercie van een traditie. Hun verhaal klopt. Als je het kunt betalen, koop je hun ham en niet zomaar een gedroogde.

Het echte verhaal achter het Brabantse varken is een ander. Arme boeren op zandgrond en bouwvakkers die goed stallen konden metselen maakten gebruik van het aan- en afvoerende 'gat van Rotterdam' en de resten van de voedingsindustrie die ook rond onze havens is gevestigd. Wij hebben een echt 20e eeuws afvalvarken. Verder importeren we nog wat soja om het beest van zijn noodzakelijke eiwitten te voorzien. Zelfstandige boeren met gevoel voor verantwoordelijkheid maakten het beest, grote centrale slachterijen verwerkten het.

Het Brabantse varken is een industrieel monument. Dat moet je niet willen leren fluiten, maar beter uit laten komen vanuit wat het is: goed en niet te duur vlees voor de kleine luiden die zich in de 2e helft van de 20e eeuw allemaal dagelijks vlees konden permitteren. Dat zou binnen afzienbare tijd weleens afgelopen kunnen zijn. Een goedbedoelde suggestie daarom: ga vergaderen in Rotterdam, waar ons varken geboren is en bedenk hoe je het als kringloopdier van onze moderne voedingsmiddelenindustrie minder afhankelijk maakt van soja van ver. Vertel het verhaal van de toekomst: rund wordt onbetaalbaar, de kip verdwijnt uit Nederland, het Nederlandse varken willen we behouden als monument van het Brabantse varkenswonder van de 20e eeuw.

We eten nu 6 miljoen varkens van onze eigen varkens. We importeren er nog een miljoen of twee die we ook hier eten. Er worden er op dit moment nog jaarlijks 24 miljoen geboren, waarvan er 18 miljoen dood of levend de grens over gaan. Als we die twee miljoen import laten, dan hebben we een prachtmonument dat iets op kan leveren!

Wist u dat antiek niets meer waard is? Vintage, industrieel design, dat is het helemaal! Parma is antiek. Echte ondernemers maken geld uit vintage.

Real 20th Century Industrial Dutch Pork by family farmers, dat zou Parma in Brabant zijn. Maak er vintage van! Want echt, ook het varken wordt razend duur in de komende 10 jaar. Waarom zouden we het dan niet zelf blijven maken? Wel veel minder natuurlijk, want alle dagen vlees, dat is straks voorbij. Daar begint de gouden tijd van zo'n Brabants varkensmonument.

Fotocredits: diner bien arrosé, uitsnede, francois et fier de l'Être
Dit artikel afdrukken