Het landelijke percentage volwassen Amerikanen met obesitas is tussen 2017 en 2018 voor het eerst gestegen tot boven de veertig procent, naar 42,4 procent. Dat is een verhoging met 26 procent ten opzichte van tien jaar eerder. Recentere peilingen per staat bevestigen de voortgaande stijging. Van de jongeren tussen twee en negentien jaar oud is bijna twintig procent obees.

'Non-partisan'
Obees is iemand met een BMI boven de dertig. Tot 25 is normaal. De BMI is een verhoudingsgetal tussen lichaamslengte en -gewicht. Voor opgroeiende kinderen is BMI geen handige maat en geldt dat de vijf procent van de zwaarste kinderen per leeftijdscategorie obees is.

De nieuwe cijfers komen uit het rapport The State of Obesity: Better Policies for a Healthier America 2020 van Trust for America’s Health, een privaat gefinancierde non-profit (en non-partisan) organisatie. TFAH “bevordert een optimale gezondheid voor elke persoon en elke gemeenschap en maakt de preventie van ziekte en letsel tot een nationale prioriteit.”

Het rapport opent met de vaststelling dat ondanks jaren van toename van obesitas de Verenigde Staten hebben nagelaten “gecoördineerde en toereikende” actie te ondernemen om daar wat aan te doen. De huidige coronapandemie, waardoor juist patiënten met veel overgewicht zwaar worden getroffen, onderstreept “het belang van het werken aan een Amerika, waar de huidige en toekomstige generaties gezonder leven”, aldus het rapport.

Voedselonzekerheid
Het rapport bevat een apart deel over de toegenomen voedselonzekerheid in de Verenigde Staten en het verband met obesitas. Voedselonzekerheid betekent dat een gezin onvoldoende middelen en toegang tot voedsel heeft om er zeker van te zijn elke dag goed te kunnen eten. Door de coronacrisis hebben vooral armere gezinnen minder inkomen, bij elkaar gaat het om tientallen miljoenen Amerikanen. Veel Amerikanen, disproportioneel vaak afkomstig uit raciale en etnische minderheden, zijn volledig aangewezen op hulpprogramma’s. En die haperen massaal.

Door de sluiting van scholen en kinderopvang blijven veel kinderen verstoken van die maaltijden, maar ook van extra’s als ontbijt, melk en schoolfruit. Er is door allerlei particuliere initiatieven weliswaar meer geld beschikbaar, maar de verstoring van de logistiek door de schoolsluitingen en de eisen van social distancing beperkt de verspreiding van de voedselhulp
Vooral kinderen zijn afhankelijk van voedselprogramma’s, zoals voedselbonnen, zuigelingenzorg en schoollunches. De meeste kinderen lunchen op school. Door de sluiting van scholen en kinderopvang blijven veel kinderen verstoken van die maaltijden, maar ook van extra’s als ontbijt, melk en schoolfruit. Er is door allerlei particuliere initiatieven weliswaar meer geld beschikbaar, maar de verstoring van de logistiek door de schoolsluitingen en de eisen van social distancing beperkt de verspreiding van de voedselhulp. Wel zijn de regels verruimd en mogen schoolkantines toch maaltijden uitdelen.

Fastfood
De opstellers van het rapport zien een verband tussen het vergroten van de voedselonzekerheid en de toename van obesitas. Door het wegvallen van de voedselprogramma’s op school en in de lokale gemeenschap zijn vooral de armere huishoudens aangewezen op fastfood en ander gemaksvoedsel, zoals snacks.

Andere factoren die de toegang tot goed voedsel belemmeren zijn de stijgende voedselprijzen, de sluiting van goedkope, lokale restaurants en de angst voor besmetting buiten de deur.

Het rapport pleit voor verruiming van de fiscale steun aan ondernemers die in zogenaamde ‘food swamps’ winkel openen waar gezonde, verse producten verkrijgbaar zijn. Het vóorkomen van obesitas houdt volgens onderzoek verband met het ontbreken van zulke winkels of markten in de buurt of omgeving.

Op het platteland, maar ook in stedelijke omgevingen, zijn vaak geen ‘full service’ supermarkten of kleinere winkels met verse producten te vinden. De ‘convience stores’ die er wel zijn verkopen vaak snacks en drankjes. Als er wel ‘farmer’s markets’ en winkels met biologische producten zijn, zijn die vaak onbetaalbaar voor mensen die toch al ongezonde leefgewoonten hebben.

Etnisch
Kinderen en vrouwen uit etnische gemeenschappen, vooral zwarten en Latino's, lijden het meest onder de voedselonzekerheid. Voedselonzekerheid leidt ook tot andere ziekten dan obesitas, zoals depressie, diabetes, hoge bloeddruk en hoge cholesterol. Een aantal kinderen krijgt te maken met cognitieve en gedragsproblemen, zoals agressie, angsten en zelfmoordneigingen.

Het rapport doet een groot aantal suggesties om de voedselzekerheid en daarmee de beschikbaarheid van gezond voedsel te verbeteren. Die komen bijna allemaal neer op actieve interventie door hulpverleners en verruiming van de mogelijkheden voor ondernemers. Gezondheidswerkers moeten de mogelijkheid krijgen getroffen gezinnen actief te assisteren met het vinden van hun weg naar gezond voedsel en naar de vele hulpprogramma’s. Onbekendheid met de hulp is vaak een barrière.

Kleintjes
Eerder is aangetoond dat goed opgezette programma’s, zoals het Special Supplemental Nutrition Program for Women, Infants, and Children (WIC), obesitas onder jonge kinderen met succes kan bestrijden. De extra voedselpakketten van WIC, dat sinds 2007 bestaat, is in overeenstemming met de eisen van de Dietary Guidelines for Americans, het officiële voedingsadvies, en onmisbaar geworden voor veel kleintjes.

Onder de Families First Coronavirus Response Act (FFCRA), de coronanoodwet van de Amerikaanse overheid, is een half miljard dollar extra voor de WIC beschikbaar gekomen op initiatief van het Congress. Maar zodra kinderen vijf jaar worden en naar school gaan, of zouden moeten gaan, komen ze niet meer voor WIC in aanmerking. Het is dan onzeker of zij dagelijks voldoende goed te eten krijgen. Dergelijke gaten in de voedselhulp zijn zeer urgent geworden tijdens de pandemie en moeten gedicht worden, zegt de TFAH in het rapport.
Dit artikel afdrukken