Van koekjes en chips tot wasmiddel en shampoo, ongeveer de helft van alle samengestelde producten in de supermarkt bevat palmolie. De grondstof is omstreden vanwege ontbossing en misstanden op plantages. Levensmiddelenfabrikanten ontwikkelen daarom steeds vaker producten zonder palmolie. Producenten die dat prominent op de verpakking zetten, zouden worden tegenwerkt van de Europese Palm Olie Alliantie (EPOA). Ook kleine producenten probeert de Europese belangenvereniging van palmolieproducenten af te schrikken, schrijft het FD. Bedrijven als Ekoplaza, Flower Farm en pindakaasmerk Smeris kregen te maken met de werkwijze van de EPOA.

De EPOA vindt de term ‘palmolievrij’ misleidend en denigrerend, verklaart EPOA-voorzitter Frans Claassen tegenover de NOS. Er bestaat immers ook gecertificeerde palmolie die niet tot ontbossing leidt en waarbij mensenrechten niet in het geding zijn, is de redenering (overigens is duurzame palmolie ook niet geheel onomstreden). Bovendien vergen alternatieve ingrediënten een veel groter grondgebruik.

De Europese belangenvereniging wil voorkomen dat bedrijven stoppen met het verwerken van palmolie en stuurt aan op een verbod op het gebruik van ‘palmolievrij’ bij de EU. Volgens Claassen moet het document als een handleiding gezien worden en is het niet bedoeld om fabrikanten dwars te zitten. Hoogleraar Milieugeografie en palmoliedeskundige Peter Verburg wijst er in het FD op dat de belangen in de palmolie-industrie groot zijn, wereldwijd gaat er zo’n $50 miljard in om.

Foodlog liet enkele jaren geleden zien dat palmolie vervangen door Afrikaanse Sheabutter zonder enige twijfel flauwekul is die slecht uitpakt voor het milieu. De Reclamecode Commissie bleek het met die stelling eens. Mogelijk verwart het FD een terechte lobby met een kwalijke.
Dit artikel afdrukken