Het onderzoek spitste zich toe op de analyse van stabiele isotopen in fossielen van tanden van mensachtigen. Een dergelijke analyse maakt het mogelijk op basis van de specifieke chemische 'handtekening' van moleculen af te leiden wat de eigenaren van die tanden gegeten hebben. Uit de resultaten blijkt dat voorgangers van de moderne mens al veel eerder dan tot nu toe gedacht werd van een 'apendieet' (fruit en bladeren) overstapten op een 'grassen en zegges-dieet': al 3,5 miljoen jaar geleden.
Wetenschappers kunnen dit bepalen aan de hand van de koolstofmoleculen in fossielen - in dit geval 175 fossielen van tanden van verschillende mensachtigen. Ook de slijtage van de tanden en kiezen werd bestudeerd. Koolstof kent twee stabiele isotopen: C-12 (bijna alle koolstof op aarde) en C-13 (1,1 procent van alle koolstof). Vrijwel alle organismen hebben verschillende ratio's van deze twee isotopen. Planten die C3 fotosynthese kennen (bomen, struiken en kruiden) hebben een ratio die overeenkomt met hun natuurlijke omgeving. Maar planten die C4/CAM fotosynthese gebruiken (grassen en zegges) slaan veel meer C-13 op. En als die planten dan gegeten worden door dieren en mensachtigen, is dat meetbaar in de isotopenverhouding in de fossiele resten van die vroegere voorgangers. Je bent wat je eet, in ieder geval in de moleculaire samenstelling van je botten.
Uit dit onderzoek zou kunnen blijken dat alle grote apensoorten en hun voorouders gewoon fruit, bladeren en andere planten aten. De moderne mens eet vooral C4-planten, zoals tarwe en mais. Onze voorouders blijken de voorgangers van die gewassen al 2,9 tot 3,9 miljoen jaar geleden te zijn gaan eten. Dat is vooral meetbaar aan de Australopithecus afarensis, die in en rond Ethiopië voorkwam in die tijd. Deze mensachtigen verlieten de bossen en pasten zich aan aan het leven op de savannes die zich ook rond die tijd ontwikkelden. Dat patroon werd ook vastgesteld bij andere mensenvooroudersoorten, zoals Paranthropus boisei, die tussen de 2,3 tot 1,2 miljoen jaar geleden leefden in Kenia.
Het lijkt er dus op dat behalve een grote herseninhoud en rechtop lopen er een derde onderscheidend aspect is tussen aapachtigen en mensachtigen: de overstap van bladeren en fruit naar grassen en granen. Dat die overgang wellicht ingegeven werd door de verplaatsing van de leefomgeving naar de open savanne kan aanvullend bewijs zijn voor het waarom van het succes van de vroege mens: hij was in staat zich aan te passen en andere soorten voedsel uit te proberen en te gebruiken.
Het staat als een paal boven water dat de moderne mens teveel suiker en bewerkt eten tot zich neemt. Maar aanhangers van het moderne 'paleo'-denken hebben het mogelijk toch mis. De mens eet al veel langer grassen en granen dan gedacht. Het zou wel eens zo kunnen zijn dat juist het eten van die - door paleo's verbannen - voeding mede heeft bepaald dat de mens mens is geworden.
Bronnen: Discover en ScienceDaily.
Fotocredits: 'Sedge species', uitsnede, Victoria Benstead-Hume
Op 8 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Paleo dieet en gezond eten
@Dick: blij te lezen dat mijn gevoel onterecht was. Ook eens het het feit dat materiedeskundigen als Jaap Seidell, Frank van Berkum, Frits Muskiet e.a. de discussie moeten voeren. Ik ben ook maar een (inmiddels behoorlijk ingelezen) leek die zijn verstand gebruikt en af en toe een steen in de vijver gooit om de discussie op gang te brengen.
Ik heb mijn ogen open, maar het zal moeite kosten mij te overtuigen dat een high carb/low fat dieet net zo goed werkt en gezond is als een low carb/high fat. Dat is gebaseerd op wetenschappelijke inzichten, maar ook op mijn eigen en andere n=1 ervaringen. Daar zit zeker bias in.
Guido, dan haast ik me je dit duidelijk te maken: ik heb beslist het niet over jou.
Ik heb het over een houding. Daarnaast: ik wil niet in de positie van evolutionair voedingsleerdeskundige of daartegenover staand geleerde geplaatst worden. Dat ben ik domweg niet.
Het zou uitstekend zijn om het er een keer een uitgebreid gezelschap over te hebben. Zoals de discussie over linolzuur hier werd gevoerd. Dat kan nog veel beter, maar was een heel zinvol proces. De nog veel betere versie zou ik graag aan het gewenste menu ten aanzien van zowel vettypen als typen koolhydraten eens voeren.
Je moet het niet met mij willen voeren. Ik ben compleet oninteressant. Ik zou ervoor moeten zorgen dat het gesprek wat ik zojuist benoem hier gevoerd kan worden in alle openheid en respect voor argument en de kennis en inschattingen van wat Muskiet en ondergetekende in zin navolging 'eminence' zijn gaan noemen.
Daar waar geloven begint, houdt het denken op. Frits Muskiet zal ongetwijfeld zijn inschatting maken op basis van studies, deze toetsen aan Hill's criteria en bepalen wat de waarheid is op dat moment. Dat noemen we gewoon wetenschap. Voortschrijdende inzicht hoort erbij. Tussen wat hij zegt en alle andere bronnen die bestudeerd en aangehaald heb, zie ik op zijn best nuance-verschillen.
Dat jij om welke reden dan ook inhoudelijk niets meer in wilt/kunt brengen, het zij zo. Mijn ogen zijn open, maar dat we op gras zaten te kauwen is op zijn zachts gezegd niet overtuigend onderbouwd. En voor zover ik het kan nagaan zul het het ook Frits Muskiet niet horen zeggen.
Waar ik een beetje moe van word, is dat je continu de indruk wekt mij weg te willen zetten als zeloot of niet bereid tegengestelde feiten te beoordelen. Dat vooral door je suggestieve toonzetting zonder je direct een keer tot mij te richten. En dat vind ik kwalijk want het onderwerp is te belangrijk om te laten verzanden in persoonlijke aanvallen.
Maar het kan zijn dat je het niet over mij hebt.
Guido, ik weet het niet. Ik luister slechts naar mensen en beoordeel hun onderbouwingen.
Ik heb groot respect voor Frits Muskiet; dat wist je vast al. Die redeneert zuiver en gaat een eind mee in jouw redenering. Hij poneert die echter niet als de waarheid. En voorts: het Foodlogarchief is bezaaid met argumenten (vooral pro jouw stelling). Heel eerlijk: ik ben het moe om het er nog over te hebben. Wat ik vooral niet moe ben is te pleiten voor open ogen voor de tegengestelde mogelijke feiten.