De Romeinen waren dol op paddestoelen. Ze wisten precies welke ze wèl of niet moesten eten. Als iemand toch aan de gevolgen van een paddestoelenmaal overleed, moest er opzet in het spel zijn, of de kok was een sukkel. De gemiddelde Romeinse gifmenger wist er wel raad mee. Dat werd onder andere keizer Claudius noodlottig. In die tijd werden paddestoelen nog niet gekweekt, je haalde ze gewoon uit de natuur. Germanen en Kelten zagen de paddestoel vooral als iets mysterieus, waar duistere krachten van uit gingen. Misschien is daarom de kennis ervan in ons land zo lang geassocieerd met hekserij, ze groeien immers vaak in heksenkringen. Men begreep het systeem achter de groei van paddestoelen niet. Ze verschijnen - nam men toen aan - ogenschijnlijk 's nachts en lijken geen voedsel nodig te hebben.
Kampernoeljes
Pas halverwege de 17e eeuw lukt het om champignons succesvol te telen in de omgeving van Parijs door het begieten van afval van de meloenenteelt met waswater van rijpe champignons. In 1668 verscheen het standaardwerk van de priester Franciscus van Sterbeeck, het Theatrum Fungorum, oft Toneel der Campernoelien. Daarin werden alle soorten paddenstoelen en hun werking en bereiding, en de behandeling bij het eten van giftige soorten. Voor het gemak behandelt hij er ook maar even wat giftige wilde planten bij, en wat exoten zoals truffel en aardpeer. Het is het eerste plaatwerk in de Nederlandse taal. Vóór die tijd kregen de zogenaamde 'kampernoeljes' of ‘duivelsbrood’ een nietig plaatsje toebedacht in de kookboeken. De natuur bleef toch de belangrijkste, maar grillige leverancier van deze lekkernijen. In 1707 slaagt men er in eetbare paddestoelen in de groentetuin op paardenmest te cultiveren, maar het blijft kleinschalig.
Niet meer uit de natuur
Inmiddels is het officieel niet meer toegestaan, maar het zoeken van paddenstoelen in de natuur is voor culi’s altijd een mooi excuus voor een bos- of weidewandeling. En zelfs in een stad als Amsterdam weten kenners morieljes te vinden. Een goed bewaard geheim. Handige gidsjes behoeden de liefhebber voor verwisseling van eetbare en giftige soorten. Want de natuur zorgt er voor dat voor iedere eetbare paddestoel een bijna gelijk uitziende giftige tegenhanger is. Het boekje 'wat vind ik daar?' van Kosch en Müller was in de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw toonaangevend op dit gebied. Tegenwoordig kun je onder leiding van experts uit de natuur oogsten. Voor wie dat een stap te ver is, biedt groenteman en supermarkt tegenwoordig méér dan alleen de witte jonge champignons. Oesterzwam, shii-take, cantharel, kastanjechampignon: er is genoeg te genieten.
En voor wie dat niet genoeg is: het is tegenwoordig mogelijk om zelf in de tuin een paddestoelenkweekje te beginnen. Alles wat u nodig heeft is een schaduwrijke en vochtige hoek.
Meer informatie over champignons: het streekmuseum de Locht in Horst, Limburg: http://www.delocht.nl/champignons.htm
Zelf paddenstoelen in de tuin, of onder begeleiding waar het wel mag zoeken: Slow Food Nederland, werkgroep Oogsten zonder Zaaien www.slowfood.nl
Het traktaat van de kampernoeljes, genaamd duivelsbrood van Francicus van Sterbeeck (1668) is bezorgd door Marleen Willebrands en Arno van ’t Hoog, in de Zeven Provinciën Reeks dl XXV in 2006
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Bij toko's zijn heel goedkoop gedroogde paddenstoelen - ook als poeder - te koop.
@Lizet: in een ouder artikel heb je reeds gewezen op de gezondheidseffecten van paddenstoelen. Daar zijn steeds meer onderzoeksresultaten over bekend (zie bijv. mijn site hierover). Het valt niet uit te sluiten, dat het fameuze traditionele Japanse dieet die faam mede te danken heeft aan het gebruik van paddenstoelen.
Ik zou zeggen: ren naar de toko !
Paddenstoelenpoeder kan bijna overal aan toegevoegd worden. Net als bijv. kerrie en gember, twee andere producten die eruit springen in onderzoek. Ook gember wordt in de Japanse keuken uitbundig gebruikt.
In dat geval: vraag het Ewout Fernhout en anderen van de werkgroep Oogsten Zonder Zaaien van Slow Food Nederland, zij weten meer. En verder zijn er een aantal professioneel bezig met het geven van paddenstoelpluk en eet-onderricht. Ga vooral niet op je eigen houtje experimenteren. Jan Willem heeft helemaal gelijk. De weidechampignon lijkt op de amaniet, als ik het wel heb.
wees aub voorzichtig. er zijn 7 dodelijke soorten en die kom je vaker tegen dan je denkt. en het is geen fijne manier om aan je eind te komen . vooral de algemeen voorkomende groene en witte knolamaniet zijn funest het. gif amatoxine vernietigd de lever. de eerste dag ben je ziek als een hond ,de tweede weer beter en de derde dag ga je de pijp uit.dezelfde gifstoffen komen voor in mosklokjes[gallerina] sommige parasolzwammen[lepiota] en breeksteeltjes[conocybe]
ook de meeste gordijnzwammen [cortinarius] bevatten orellanine vooral de soorten met helder geel vlees zijn verdacht.al zijn er in dit geslacht ook eetbare soorten.beter laat je ze staan want verwisseling ligt op de loer.
de gewone krulzoom kan je ook beter laten staan want vergiftigingen komen voor na een poosje probleemloos eten . voorjaarskluifzwammen [gyromitra] worden nogal eens verwisset met eetbare soorten.[morieltjes]
verder zijn er flink wat soorten die je een paar slechte dagen kunnen bezorgen. vooral samen met alcohol gegeten inktzwammenen en enkele boleten kunnen het toilet bezoek behoorlijk ondersteunen.
wie eetbare soorten zoekt maakt er beter een studie van,dan weet je wat je op je bord hebt
Beetje late reactie, maar toch wil ik even wat rechtzetten.
Het is niet bij wet verboden om paddestoelen te plukken. Wél moet je toestemming hebben van de eigenaar van de grond. Natuurmonumenten en staatsbosbeheer geven die toestemming niet, maar in openbaar terrein mag het dus wél, tenzij de gemeente iets heeft geregeld in de A.P.V., en dat is lang niet overal het geval.
Verder kun je in Frankrijk met je oogst naar elke apotheker om te laten kijken of er giftige exemplaren tussen zitten; apothekers zijn daartoe opgeleid.
En nog even dit:
Je kunt alle paddestoelen eten. Maar er zijn soorten die je maar één keer kunt eten :)
Joh, Wouter, wat een gezeur over De Romeinen, ja, dat mag je zo algemeen stellen, 'de' Romeinen, die veel van paddestoelen weten, net als 'de' Nederlanders, die geen bal van paddestoelen weten. En nee, niet alleen onder 'de' elite der Romeinen was 'de' paddestoel geliefd, maar onder 'de' Romeinse bevolking. Deze kennis heeft het trouwens al eerder dan SG tot AM gehaald, zonder deze vorm van uitzinnige eindredactie. Generaliseren mag best in zulke gevallen.