Misschien ben je blij als de huisarts niets zegt over het overgewicht van je kind of dat van jezelf. 'Dan zal het wel niet zo ernstig zijn’, zul je denken. Maar schijn bedriegt. Huisartsen blijken niet te kunnen zien wat ongezond dik is. Daarom trekken ze waarschijnlijk te laat aan de bel.

Weegschaal
De huisarts kan beter niet op zijn ogen vertrouwen. Hij moet de weegschaal pakken. Dat constateerden Britse onderzoekers aan de hand van een onderzoek waarin zij 315 Britse huisartsen vroegen hun oordeel te geven over het gewicht van drie typen patiënten; iemand met een normaal gewicht, iemand met overgewicht en een obees persoon. De huisartsen kregen daarvoor vijftien gestandaardiseerde foto’s die zij moesten classificeren in gewichtklasse. Daarnaast moesten ze aangeven of ze met de patiënt in gesprek zouden gaan vanwege het gewicht.

Onderschatting
Hoewel huisartsen de dikste mensen het eerste aan zullen pakken, kunnen ze gewicht niet nauwkeurig schatten. Hoe hoger het gewicht van de patiënt, hoe meer het gewicht wordt onderschat. Zo maken huisartsen volgens de onderzoekers een fout van 2,5 kg/m2 bij iemand met een BMI van 30kg/m2.

Een klein verschil?

Niet vergeleken met de smalle marges van de BMI-categorieën. Ben je op gezond gewicht dan ligt je BMI tussen de 18,5-25 kg/m2. Voor mensen met overgewicht (BMI: 25-30kg/m2) of obesitas (BMI>30kg/m2) gelden andere gezondheidrisico’s.

De eerstelijnszorg van de huisarts speelt daarom een belangrijke rol in de signalering hiervan. Maar ook al denkt een huisarts het met zijn ogen af te kunnen, even wegen is een beter idee.

Het volledige wetenschappelijke artikel kun je vinden op de website van het British Journal of General Practice

Fotocredits: El hijo del doctor, arantxamex
Dit artikel afdrukken