Met bovengemiddelde interesse - want ooit ben ik mijn carrière begonnen als inkoper van slachtpaarden voor een Amerikaans slachthuis - heb ik de aflevering van Tros Radar over buitenlandse paardenslachthuizen bekeken.



Het is waar
Om met het slechte nieuws te beginnen: de grove inbreuken op het dierwelzijn van slachtpaarden zijn waar. Wel jammer is dat de reportage schromelijk overdrijft. Als ervaringsdeskundige en insider schat ik het aandeel 'wrakke' paarden dat vervoerd en geslacht wordt, op ongeveer 1%. Mogelijk vergis ik me en moet dat cijfer worden verdubbeld.

Tweede leven is beter voor het paard
Frappant detail in deze is dat toen de USDA (het ministerie van landbouw van de VS) van plan was om toe te geven aan de politieke druk in de VS om het slachten van paarden voor humane consumptie te verbieden, ik hen er op gewezen heb dat een verbod het dierwelzijn van slachtpaarden niet zou verbeteren, maar zou verslechteren. Dit als gevolg van de toe te nemen transportafstand naar slachthuizen in Canada en Mexico.

Aan het slachten van paarden zitten voor- en nadelen. Het belangrijkste voordeel is dat het paard een 'tweede' leven krijgt. Dat klinkt misschien cynisch, maar als we beseffen dat paarden niet gefokt of gehouden kunnen worden voor de slacht, is het omzetten van een werk-, sport- of hobbypaard in voedsel een interessante vorm van recycling. Een ander voordeel is dat de prijs die een slachtpaard oplevert het lijden van het dier in veel gevallen verkort. Dat klinkt vreemd, maar de slachtpremie voorkomt dat er, vaak uit dierenliefde, eindeloos wordt geprobeerd om een paard te 'redden'. De paardenliefhebbers en -kenners weten maar al te goed dat paarden met chronische kwalen van het bewegingsapparaat vaak, zo niet altijd, reddeloos verloren zijn. Van de ongeveer 50.000 paarden die ik gekocht heb, schat ik dat bijna de helft 12-18 maanden te laat uit hun lijden werd verlost. En zonder slachtpremie schat ik de periode van uitzichtloos lijden op gemiddeld 24 maanden, immers euthanasie kost ook geld.

Hufters
Er kleven ook flinke nadelen aan het slachten van paarden. Het voornaamste nadeel is het transport. Paarden zijn gevoeliger dan bijvoorbeeld runderen, zowel fysiek als mentaal. Volgens kenners hebben alle slachtpaarden last van 'shipping fever' een relatief onschuldige kwaal als gevolg van ontheemding. Pas nadat het paard weer vertrouwd raakt met zijn omgeving, nemen zijn eetlust en energie weer toe. Een ander groot nadeel - terecht dat Tros Radar daar aandacht aan heeft besteed - is de botte en soms gewelddadige manier waarop mensen (ik noem ze liever hufters) de paarden tijdens het transport tot aan het verdoven, behandelen.

Stoppen met het eten paard is geen goed nieuws voor het dier
Maar genoeg over misstanden. De oplossing van Tros Radar en het Tweede Kamerlid Sjoera Dikkers om vragen te stellen aan de staatssecretaris, is er eentje die nergens toe leidt, want de import van paardenvlees uit derde (niet-EU) landen is een aangelegenheid van Brussel. Ik zou de Kamerleden en anderen die aangedaan zijn door het vertoonde dierenleed aanraden om vragen te laten stellen in het Europees parlement.

Sommige retailers zeggen dat het beter is om te stoppen met paardenvlees uit de Amerika's. Dat zal het dierwelzijn eerder nog verder doen verslechteren door de neerwaartse druk op de prijzen die dan zal ontstaan. Ik moet er niet aan denken wat er gebeurt als de humane consumptie van paardenvlees sterk zal dalen en paarden alleen nog zullen gaan dienen als grondstof voor huisdierenvoer. Daarbij komt dat een wereldwijd verbod op het slachten van paarden is niet haalbaar; het reguleren van de manier waarop we met de dieren omgaan wel.

De oplossing kost maar 15 cent
Daar kunnen wij - als importland - juist heel goed voor zorgen. Mijn oplossing, als deskundige en fervent pleitbezorger van welzijn van dieren bestemd voor de slacht is echt even eenvoudig als het klinkt. Laat de Nederlandse importeurs van paardenvlees een lijst opstellen met eisen waaraan de hele keten moet voldoen: slachthuizen, transporteurs en veehandelaren. Die eisen kunnen gebaseerd zijn op de in Tros Radar genoemde vrijheden: vrij van honger, dorst, stress, pijn en mishandeling. De controle op de vijf vrijheden wordt aan een mondiaal opererende controle instantie gegeven, bijvoorbeeld SGS. Alleen paarden met een door SGS afgegeven dierwelzijnscertificaat mogen van de veehandelaar overgedragen worden aan de transporteur en het slachthuis. De kosten van zo'n controle door SGS schat ik op 15 eurocent per kilo paardenvlees.

Binnen 5 maanden
Ik kan mij niet voorstellen dat na het zien van de reportage mijn collega's tegen een oplossing zijn, want niets doen is geen optie. Dit soort dingen kunnen en moeten vleesmannen zelf oplossen. Korte lijnen, korte klappen. Binnen 5 maanden is mijn oplossing te realiseren.

Laten we Tros Radar en de makers van de reportage danken voor de wake up call. Want wie kan er nou tegen dierwelzijn zijn?

Persreacties op de Radaruitzending:
- NRC: Paardenvlees uit schap na Radar
- NOS: Supermarkten namen maatregelen na uitzending misstanden rond paardenvlees
- Omroep Brabant: Brabantse bedrijven reageren geschokt


Fotocredits: Still, Tros Radar
Dit artikel afdrukken