Ik dacht even dat hij gelijk had. Maar eerst, wat is er aan de hand?

Er bestaat geen specifieke EU regelgeving voor "bioglas". Bij bedekte teelten wordt er zo ongeveer gewerkt volgens akkerbouw regels. Dat gat is in 2008 al gesignaleerd en komend jaar zal de Europese Commissie met aanvullende regelgeving komen. In de aanloop daar naar toe wordt er flink geduwd en getrokken in Brussel. De IFOAM General Assembly heeft onlangs met 55% voor, 40% tegen en 5% onthoudingen een motie aangenomen die bepaalde moderne teelttechnieken in de bedekte teelten als onwenselijk beziet. Het Europese Parlement zal zich, naar ik hoop, eveneens buigen over deze kwestie. EU Bio regelgeving is immers van ons allemaal.

Terwijl Stichting PuraNatura een apart AGF segment bouwt, is zij zijdelings met EU Bio bezig. We zijn al jaren 100% Organic gecertificeerd voor Noord-Amerikanen en willen ook graag Europese huishoudens in staat stellen om goed geïnformeerd onze "organic" producten in hun mandje te leggen. Lekker veilig én sociaal, of beter, zorgeloos zorgzaam lekker. Tevens merken we dat supers, anders dan bij dierlijk, nog niet zo te porren zijn voor een plantaardig tussensegment. Er bestaat nog geen Plantenbescherming die sterren uitdeelt. PuraNatura vraagt allereerst volstrekte duidelijkheid in regelgeving waardoor zij zich eenvoudiger zal kunnen positioneren op de winkelvloer. Duidelijkheid over waar het topsegment Biologisch nu precies begint en waar het ophoudt. En ja, die duidelijkheid spitst zich vooral, maar niet alleen, toe op het gebruik van plantaardig substraat. Hydrocultuur is verboden. Substraat is alleen verboden als inert, inactief groeimedium.

Er is toenemende parlementaire interesse in dit onderwerp. Eind oktober schreef Staatssecretaris Bleker een Kamerbrief over natuurlijk substraat . Op 1 Februari a.s. zal deze brief besproken worden door de Vaste Kamercommissie EL&I met de Staatssecretaris.

De kamerbrief kàn van historische betekenis zijn. Ik licht er twee dingen uit: Bleker heeft het over de mogelijke weerstand vanuit Duitsland, nu nog de grootste afzetmarkt van Nederlandse biologische kasgroente en wil via Life Cycle Analysis (LCA's) het verduurzamingsgehalte van de verschillende teeltmethoden duidelijk krijgen.

Het is goed dat er gelet wordt op de commerciële gevolgen van nieuwe regels. Dat vereist nader onderzoek, want wat wanneer inderdaad 10 of 20% van de Duitse bio-kopers af zou haken bij toelating van natuurlijk substraat maar er in Nederland, Engeland en ook Duitsland zelf drommen nieuwe kopers bij komen die nu nog niet bio kopen? Hoe becijfer je dat? En wordt de BV Nederland er beter of slechter van, of de tussen- en groothandel, of de telers? En wat weten we eigenlijk van die Duitse bio-kopers? Nou, genoeg wanneer we kijken hoe Naturland - de Duitse Bio thoughtleader - haar standaard met EU Bio vergelijkt: Naturland vindt dat Moeder Aarde het enige aanvaardbare groeimedium is. De Duitse hard-core biokoper zit dus inderdaad niet te wachten op Nederlandse bovengronds geteelde tomaten. Verrassend genoeg schrijft Naturland dat volgens de EU Verordening biologische vruchtgroenten in zakken of containers met substraat geteeld kunnen worden. Duitse kopers zitten niet te wachten op EU Bio gelabelde producten, want er zou, ik herhaal, in zakken geteeld kunnen worden. Dat geeft een interessante twist aan de opkomende discussie.

SKAL beweert namelijk - anders dan Naturland - dat in zakken telen in EU Bio juist níet kan. Kennelijk wil Skal de Duitsers als belangrijke afzetmarkt plezieren door er met haar monopolie voor te zorgen dat het onmogelijk is in Nederland volgens EU Bio richtlijnen te telen. SKAL heeft de Duitse blik volledig geïnternaliseerd. Is SKAL grondiger, of gewoon Duitser dan de Duitsers? De oplossing voor eventueel marktverlies is dus simpel. Behoudt het aloude EKO label en de daarbijbehorende teeltmethoden en houderijsystemen voor de Duitse exportmarkt, als privaatrechtelijk keurmerk, maar certificeer verder andere teeltmethoden en houderijsystemen strikt volgens de EU Bio richtlijn die volgens PuraNatura en Naturland het mogelijk maakt om hedendaagse inzichten te gebruiken.

Dan de LCA's. Verstandige aanpak, en precies daar zit de mogelijkheid van historische betekenis in: Grondtelen versus substraattelen zal in verschillende klimatologische-, geografische- en jazeker, zelfs culturele omgevingen andere LCA's opleveren. Wat Bleker suggereert is dat Europese regelgeving zulke verschillen moet kunnen absorberen. Net als in Amerika of Canada, grote landen met diverse omstandigheden. Het vermogen om verschillen te absorberen vind ik niet alleen een vereiste, maar ook het meest sociaal wenselijk. Er ontstaat een "inclusive" type Bio, niet "exclusive". Toegankelijk voor ook diegenen die niet gezegend zijn met de goede grond die we hier (nog) hebben, of zelfs geen grond hebben waardoor ze op kantoordaken of op dorre gronden en in woestijnen biologisch moeten kunnen telen.

In een hoorzitting van de Tweede Kamer gaf een bio-teler aan dat de biologische sector een aanpak voorstaat waardoor interne competitie tussen producenten in lidstaten een handicap race wordt. Produceer je in een land met veel zon wordt het je lastig gemaakt qua water, en in een land met veel kou wordt het je lastig gemaakt met warmte, en in landen met goede grond... Oftewel, de beste keeper wordt de handen op de rug gebonden, de snelste spits de enkels aan elkaar geplakt. Dat trekt misschien niet minder voetbaltoeschouwers, maar beslist andere. De Biosector meent dat nieuwe regels hun ìnterne speelveld moet effenen, ik denk dat nieuwe regels de gezamenlijke sector extern competitief voordeel moeten bieden. Is hun zaak onze zaak? Nee, maar de EU bio regelgeving wel.

Om het simpel te houden: Ik denk dat de Staats en zijn ambtenaren de basis hebben gelegd voor een Europees Bio dat het bio is van de overeenkomsten; van overeenkomsten op productniveau; producten die op een integrale wijze schoon, veilig en met de laagste milieudruk zijn geteeld. Overeenkomsten gebaseerd op wat we meten en weten. Daardoor ontstaat er weer meer ruimte voor nationaal en regionaal privaatrechtelijk bio, zoals SKAL dat met het EKO merk al van plan is: Het bio met een onderscheid. Onderscheidende teeltmethoden of houderijsystemen op basis van culturele, klimatologische verschillen. Gebaseerd op wat men wil of gelooft.

Eigenlijk wel jammer dat EL&I eerst de voorstellen van de Commissie wil afwachten. Ik denk dat men in Brussel zit te springen om heldere inzichten. Het is namelijk allemaal veel eenvoudiger dan men in Brussel denkt, maar wel wat ingewikkelder dan men zich in Nederland kan voorstellen.

O ja, mijn reactie aan de bio-ondernemer was dat ik denk dat er een andere vergelijking beter toepasbaar is: Jullie spelen voetbal, wij American Football en de Europese Commissie houdt misschien van Rugby.

Fotocredits: lisa dragon
Dit artikel afdrukken