Perceptie
Ouders van te zware kinderen zien vaak zelf niet dat hun kind overgewicht heeft. Tot nu toe is dat altijd gezien als een probleem en zijn er in Groot-Brittannië en de VS speciale meet- en weegprogramma’s om de perceptie van de ouders te controleren.
Uit het onderzoek blijkt nu dat als ouders hun kind te dik vinden, die kinderen uiteindelijk juist nog meer aankomen dan de kinderen van ouders die vinden dat hun kind een gezond gewicht heeft. Dit staat los van of de perceptie van de ouders juist of onjuist is. Dat 80% van de ouders van te zware kinderen zelf niet ziet dat het kind overgewicht heeft, lijkt dus juist beschermend voor de ontwikkeling van het gewicht tussen de leeftijd van 4 en 13 jaar. Hoe dit precies komt, is nog de vraag. De onderzoekers denken dat het deels te maken heeft met stigmatisering, wat kan leiden tot verstoord eetgedrag.
Een op de drie kinderen te dik
Eerder deze week bracht de United European Gastroenterology (UEG) een rapport naar buiten waaruit blijkt dat een op de drie Europese kinderen tussen 6 en 9 jaar overgewicht of obesitas heeft. Momenteel zijn er 41 miljoen kinderen jonger dan 5 te zwaar en de verwachting is dat dit aantal de komende tien jaar zal stijgen naar 70 miljoen.
Ziekten van het spijsverteringsstelsel
Ook met de gezondheid van het spijsverteringsstelsel is het steeds slechter gesteld. Een op de vier gevallen van de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa wordt al in de jeugdjaren vastgesteld. Dit percentage neemt de laatste tientallen jaren onverminderd toe. Verschillende met elkaar samenhangende factoren veroorzaken deze ziektes, waaronder een combinatie tussen genen en de leefomgeving. Het microbioom lijkt een rol te spelen; de hygiëne-hypothese suggereert dat kinderen die te schoon opgroeien een grotere kans hebben op deze ziektes. Ook spelen ervaringen, blootstellingen en bijvoorbeeld antibioticagebruik rondom de geboorte en in de eerste levensjaren een rol.
De onderzoekers constateren ook een sterke toename van niet-alcoholische leververvetting bij kinderen. Dit is nu de meest voorkomende leveraandoening onder kinderen en adolescenten in westerse landen. De ziekte wordt al vastgesteld bij kinderen van 3 jaar. Obesitas is een grote risicofactor hiervoor.
Onderzoeker Herbert Tilg van de UEG: “Prioriteiten moeten snel veranderen. Met steeds meer bewijs voor de link tussen voeding en leefstijl in de kinderjaren en obesitas en spijsverteringsproblemen in het algemeen, moeten we het onderzoek hiernaar prioriteit geven en onze middelen en training focussen op preventie.”
Of ouders dan juist wel of niet moeten weten of hun kind te zwaar is, is nog de vraag.
Op 10 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Om te beginnen wil ik Marjolein eens hartelijk bedanken voor haar uitstekende bijdragen over obesitas en leefstijlproblemen. Altijd goed onderzocht en helder geschreven.
Wat ik mis in de bronartikelen, is deugdelijke psychologische kennis. Vanuit de psychologie is dit fenomeen namelijk probleemloos te verklaren. Dat komt door de wet "alles wat je aandacht geeft, groeit". Geef je aandacht aan een probleem (obesitas), dan groeit dat probleem. Hieronder liggen verscheidene psychologische en neurologische factoren. Belangrijker is echter waar de oplossing ligt.
Die ligt in juist taalgebruik door behandelaars; taalgebruik dat aandacht geeft aan eerste stappen in de goede richting. Dat is taalgebruik dat juist handelen erkent, onjuist handelen negeert (geloof me, dat vergt training, want het gaat dwars tegen onze neigingen in), ontwikkelgericht is en geloof in eigen kunnen van de ouders uitstraalt. En het taalgebruik moet altijd positief zijn: wat moet de ouder wel doen, wat is het goede? Dit omdat het brein het woord 'nee' niet kent. Zeg je: "je moet geen chips geven", dan hoort het brein ahw "je moet chips geven". En gaat het mis.
Het is nergens voor nodig om de kop in het zand te steken en te doen alsof er niets met dat kind aan de hand is. Je ziet bij tv-programma's als "Help, mijn kind is te dik" dat juist die 'wake-up call' heel goed werkt. Waar het om gaat, is dat je daarna - door middel van het juiste taalgebruik - de verantwoordelijkheid voor verbetering bij de ouders legt en laat liggen. En dat je die ouders vertrouwen biedt dat ze het kunnen. Dus niet de alleswetende expert versus de onwetende ouder.
Dus in plaats van dat arts, consultatiebureau of diëtist zegt: "uw kind is te dik", zegt hij/zij:
"Op dit moment weegt uw kind XXX kilo teveel voor zijn leeftijd. Dat geeft hem verhoogd risico op levenslange ziektes, zoals Crohn, kanker, diabetes. Klopt het dat u dat niet wilt voor uw kind? (ja). Klopt het dat u graag wat dingetjes (-> klein houden) wilt veranderen zodat uw kind weer het gezonde gewicht krijgt? (ja). Okee, zullen we dan eerst kijken wat u nu al doet dat goed is voor de gezondheid van uw kind? (goed uithoren, bevestigen, doorvragen, kortom: respect tonen voor het antwoord). Wat zou een klein eerste stapje kunnen zijn om hier meer van te doen?".
NB: deze woordkeuze heb ik niet zelf verzonnen, maar is de uitkomst van decennia onderzoek onder psychologen over wat wel en niet werkt.
Mag ik het probleem eens heel anders aanvliegen??
Obesitas en ondervoeding zijn gelijktijdig aan de orde. Obesitas hebben we het over overdadige energie inname. Bij ondervoeding hebben we het over een tekort aan bouwstoffen nodig voor het vormen en in stand houden van een gezond lichaam ( mineralen/sporenelementen en antioxidanten).
Om het nog ingewikkelder te maken heeft men het over ziekten van het spijsverteringskanaal.
Nu is er een èèn op èèn relatie tussen het leven in de bodem en het leven in onze darmen, alleen in de omgekeerde situatie. Gezond bodenleven is nodig om gezond voedsel te faciliteren en gezonde darmflora is nodig voor een goede spijsvertering.
Dus een gezond bodemleven in een gezonde bodem leveren een gezond voedsel op, gezonde darmflora doen het omgekeerde en maken de bouwstoffen vrij en geschikt voor opname door ons lichaam.
Het fijt dat onze bodems (en het bodemleven) niet op orde zijn heeft enorme impact op de kwaliteit van ons voedsel, en schaad daardoor direct de darmflora.
Kinderen die in of kort bij de natuur opgroeien, af en toe grond binnen krijgen, en aan enige infectie druk bloot gesteld zijn, bouwen weerstand op en zijn in de regel weerbaarder aan enige infectie druk.
Dus omgekeerd wie te steriel, of met veel antibiotica opgroeien zijn zeer kwetsbaar. Als daarnaast
ons voedsel ook nog te weinig voed heb je de poppen aan het dansen.
Ik kan me maar moeilijk voorstellen dat een zich zelf respecterend onderzoeksinstelling zulke elementaire kennis ontbreekt. Als je iets verantwoords over deze holistische materie wil zeggen zal je veel breder naar deze materie moeten kijken. De kennis is aanwezig.
Ook bij consumenten constateer ik verwarring tussen energie innamen en voedingstoffen innamen, een gebrek aan kennis?
Ja Ton, dat is een duimpje waard.
Als 8 jarig kind bij de schoolarts moest ik afvallen.
Op rantsoen dus. Als ik dan nog honger had moest ik maar droog brood eten.
Op mijn 16e verjaardag was het resultaat 212 pond. Dat was de beloning!!
Bijna 60 jaar verder is het fijn om lekker vet te eten en zonder honger 80 kg te wegen.
@Ton, hear hear.
Ik heb wel een idee. Als de ouder te horen krijgt dat het kind te zwaar is zal de ouder (nog) strikter de huidige voedingsrichtlijnen toepassen. Dus minder vet en daardoor meer suiker.