Geen kerstcadeaus onder de kerstboom in Oostenrijk met in de gang de ski’s waar langzaam de sneeuw af staat te druppen. Het werd thuis, boek, bezinning. Moeilijk, want met ruim zeventien miljoen andersdenkers waren we het er natuurlijk niet over eens of de Action nu wel of niet dicht moest. Maar het ondenkbare gebeurde, geen Kerstboodschappen in 2020. Behalve eten dan, want dat was er als vanouds in overvloed. “Het lijkt wel oorlog!”, hoorde ik her en der. Ach, mensen zeggen wel eens meer iets waar ze de diepere betekenis niet helemaal van doorgronden denk ik dan maar.

Voor velen was 2020 een bizar jaar, een serieuze infectieziekte schopte ons leven overhoop en plotseling merkten we dat we niet alles in de hand hebben, dat het leven vol risico’s is en dat we met die risico’s moeten leren leven. We dachten nog even dat het een soort handigheidsspel was, waarbij de winkelier slimmer probeerde te zijn dan de overheid. Maar toen ook de winkel die volgens minister Grapperhuis voor de helft broeken verkoopt en voor de helft worsten dicht moest, begreep iedereen dat het serieus was.

Ongekend complex
In een land waarin elke inwoner tegelijkertijd bondscoach, voedingsdeskundige en viroloog is, is dat een goed signaal van de overheid. In tijden van crisis is er geen keuze. Dan doe je wat de opperbevelhebber zegt, ook al ben je het er niet mee eens. Dus als 10.000 mensen dan vinden dat ze binnen de regels van het handigheidsspel wel naar Curaçao kunnen, dan steekt de premier daar per decreet een stokje voor.

Ik vind dat wel geestig; Mark Rutte als een kleuterjuffrouw die de stoute kinderen hun speelgoed afpakt. Hij maakt een eind aan het handigheidsspel. Logisch, want corona is geen spel en de regels zijn er niet om te worden omzeild. Alleen vinden we het niet meer logisch. We zijn anders gaan leven en denken: “maatschappelijke regels zijn best, als ik maar naar Curaçao kan”. Of zoals iemand in de Zwitserse Alpen zei toen een journalist hem vroeg of skiën wel een noodzakelijke reis was: “Ja natuurlijk is dat een noodzakelijke reis, ik heb drie maanden keihard gewerkt, mag ik dan even gaan skiën…?”

Waarom hebben we geen respect meer voor de deskundige? Die wordt tegenwoordig al snel als een zwartkijker bestempeld als hij of zij twijfelt. Het gevolg is dat de deskundige het steeds zekerder gaat weten, ook al weet’ie niks zeker
Nu de Covid affaire wat langer gaat duren, begint de discussie te lijken op die over voedsel en die over energie of over ecologie. Niet alles is maakbaar. Niet voor elk probleem is er een “tech-fix”, we worden niet zomaar even een stuk gezonder door veel appels en sperziebonen te eten. En we lossen niet alle ecologische problemen op met een zonnepaneel op het dak en een Tesla onder onze billen. Als er één ding op Foodlog in het afgelopen jaar nog duidelijker is geworden, is het dat onze samenleving ongekend complex is geworden en er geen gemakkelijke uitwegen zijn.

Onzekerheid
Net als in het energiedebat hebben we in toenemende mate de neiging gekregen om oplossingen voor voedselvoorziening te baseren op wensbeelden, op toekomstdromen. Het lijkt alsof ons rationeel denkvermogen is afgenomen. De rekenmachine is achter de horizon verdwenen en we braken ideeën uit als een soort nieuwe verlichting. Want ja, we zijn ook 17 miljoen futurologen die het allemaal zeker weten. Over e-nummers en highly processed food. Over vlees eten en over zout, en suiker, en vet en de natuur en hoe een aardappel moet groeien. Waar is ons onafhankelijk analyserend denkvermogen eigenlijk gebleven? Waarom hebben we geen respect meer voor de deskundige? Die wordt tegenwoordig al snel als een zwartkijker bestempeld als hij of zij twijfelt. Het gevolg is dat de deskundige het steeds zekerder gaat weten, ook al weet’ie niks zeker.

Het heeft iets weg van de tekenfilm sitcom van Hanna & Barbera uit de zestiger jaren, The Jetsons. Daarin droomden de VS over de 21ste eeuw waarin we allemaal met privé vliegende schotels naar ons werk zouden gaan. Twee dagen in de week dan, want de rest van het werk werd in de toekomst door robots gedaan. Nu lachen we erom, maar toen werkte de mens serieus aan turbine- en zelfs atoom aangedreven auto’s en privé helikopters. We kwamen niet veel verder dan de beeldtelefoon, nu geëvolueerd tot de “videocall”. Want als er één ding is wat we geleerd hebben in 2020, dan is het omgaan met Teams, Zoom en Webex. We kletsen wat af met het ontbijt op tafel, of een hond die door het beeld loopt of een dochter die haar laatste tekening persé wil laten zien aan de deelnemers aan de vergadering. Over die vliegende schotels en atoomauto’s hoorden we nooit meer iets.

Andersdenken, meer twijfel
Wat zou een goed voornemen kunnen zijn in zo’n virtuele meningenwereld? Nou, ik denk dat Zoom geen aardappelen maakt, en dat Powerpoint niet voor mijn oude moeder zorgt in het bejaardentehuis. Excel gaat jou niet vaccineren en Twitter gaat geen mandarijnen in de supermarkt leggen. Wat meer bescheidenheid lijkt me voor meningenspuiers daarom een goed begin. Ik ben een voorstander van andersdenken, ik ben zelf een andersdenker, maar als je voor een belangrijke veldslag staat, ga je ook niet met de generaal in discussie of de aanval over de flanken of door het centrum plaats moet vinden. Goede kans dat de generaal het ook niet weet, maar die neemt wel het besluit en iedereen volgt, anders wordt het een zooitje.

Wat minder “zeker weten” is gewenst. Zeker weten dat mondkapjes niet werken, is net zo kwalijk als zeker weten dat het aantal besmettingen in verzorgingstehuizen te maken heeft met het opleidingsniveau van de verpleegster. Voedingsdeskundigen zouden wat minder zeker moeten weten wat goed en slecht voor ons is. Los van onze vrijheid om datgene te doen en te eten wat we zelf op prijs stellen, zijn we nog nooit zo oud geworden als nu, dus ik ga er van uit dat we niet alleen maar vergif eten. De boeren zouden ook wat minder zeker moeten weten dat de wereld tegen hen is. Of dat de supermarkt of de overheid hun winst maar moet betalen. Dat moet je maar met burgemeester Dickerdack van Rommeldam gaan bespreken.

Eventjes minder. Eventjes bescheidener, eventjes een stuk minder “zeker weten”. Eventjes teruggeworpen op jezelf en je naaste omgeving. Dat is niet het nieuwe normaal, maar het is het oude normaal, want zo was het altijd al
De economie is geen sprookjesland, fantasten komen niet ver in de wereld van vraag en aanbod. We zouden wat minder zeker moeten weten dat de Chinezen het allemaal fout doen en wij goed, of dat wij “duurzaam” aan het kringlopen zijn, terwijl de Amerikanen smeerpoetsen zijn omdat ze veel vlees eten. We zouden wat minder zeker moeten zijn van onze groene stroom en waterstof. We zouden wat bescheidener kunnen zijn. We zouden iets meer aan onszelf mogen twijfelen.

Minder, bescheidener
Ik vind het heel erg voor die velen die naasten hebben verloren aan Covid-19, of die hun bedrijf zien wegkwijnen door de omstandigheden waar ze zelf niets aan kunnen doen. Maar ik zie ook lichtpuntjes. Niet het vaccin, dat door de politiek met veel aplomb wordt gepresenteerd als “het licht aan het einde van de tunnel…”. Een vaccin is in mijn ogen een hulpmiddel dat zijn effectiviteit nog moet bewijzen.

Nee, ik bedoel die tijd waarin we eens even niet elke maand het luchtruim kozen, een tijd waarin we gezellig thuis waren, waarin we eindelijk die boeken konden lezen die er al zo lang lagen. Een tijd waarin we met Kerst eens niet in de sneeuw stonden, maar gewoon voor een lange wandeling naar het strand gingen. Eventjes minder. Eventjes bescheidener, eventjes een stuk minder “zeker weten”. Eventjes teruggeworpen op jezelf en je naaste omgeving. Dat is niet het nieuwe normaal, maar het is het oude normaal, want zo was het altijd al.

Wat het in 2021 wordt, weet ik ook niet, we weten nu eenmaal minder zeker in deze nieuwe tijden. De beurs gaat altijd de andere richting op dan jij denkt en ik heb een vermoeden dat we met alleen een vaccin nog niet zomaar van die vervelende ziekte af zijn. Maar hoe gaat het dan met eten? Laten we concluderen dat we ook dat helemaal niet weten. Wie hier een column had geschreven in december 2019 had immers niet kunnen bevroeden wat er in 2020 zou gebeuren, laat staan zeker weten. Dus laten we ons bescheiden houden aan een al eeuwenoud devies:
Hope for the best, but prepare for the worst. Proost!
Dit artikel afdrukken