De regulering van de bloedsuikerspiegel is een van de belangrijkste systemen in de stofwisseling. Als het goed werkt, worden alle cellen in het lichaam een leven lang voorzien van de juiste hoeveelheden glucose. Die regulering is een nauwkeurige samenwerking tussen het centraal zenuwstelsel, de lever, de darmen en de spijsverteringsenzymen, transporteiwitten en een eindeloze reeks hormonen die worden aangemaakt, met voorop insuline en glucagon, leptine, ghreline en vele darmhormonen.

Vanaf de maag wordt in het gehele darmkanaal glucose onttrokken aan de voeding. In de mond wordt al gesignaleerd of er glucoserijke voeding op komst is, zo geavanceerd is het.
De werking van het systeem dat het glucosepeil binnen krappe marges houdt is vergeleken met een warmwaterketel met een thermostaat. Als de gewenste temperatuur van het water is bereikt/ als veel glucose wordt aangevoerd na het eten, slaat de thermostaat uit/ piekt de insulineproductie in de alvleesklier. Als de gewenste afkoeling is bereikt/ als de insuline de glucose heeft afgevoerd, slaat de thermostaat weer aan/ normaliseert de insuline-aanmaak, klaar voor de volgende maaltijd.

Te heet of te koud is slecht voor de verwarmingsketel/ te veel of te weinig glucose is schadelijk voor het lichaam.

Homeostase
Te veel glucose in het bloed en een haperende regulering is het gevolg van erfelijkheid, verkeerde leefstijlkeuzes, omgevingsinvloeden en ouderdom. Diabetes, obesitas, nierfalen, hartaandoeningen, sommige kankers: het ontstaan ervan is allemaal gerelateerd aan het falen van dit systeem.

Vrijwel alle adviezen om de leefstijl en de voeding te verbeteren zijn gericht op de glucosehomeostase, zoals het evenwicht in het systeem heet. Minder suiker in de voeding en dranken, koolhydraatarme voeding, eten volgens de glycemische index, vezelrijke producten, onbewerkt groente en fruit: allemaal met de bedoeling het systeem niet te belasten met overtollige glucose en een over de kop gejaagde insulineproductie. Volgens de aanhangers van de koolhydraat-insuline hypothese is dit de oorzaak van de obesitasepidemie.

Ook de aansporing om meer te bewegen heeft als achtergrond een effectievere glucosehuishouding. De spieren hebben een cruciale rol in het systeem. Daar wordt de glucose verbrand en komt de energie vrij. Sporten, fitnessen, yoga en krachttraining stimuleren dat. Hierin schuilt ook de verklaring dat actieve sporters eindeloos suiker kunnen eten en drinken zonder dik of diabeet te worden.

Inactieve ouderen, die spiermassa verliezen en daarmee de capaciteit om glucose te verwerken, kunnen hun (pre)diabetes bestrijden door meer te bewegen en het spierverlies tegen te gaan. In de geriatrie maakt men zich even grote zorgen om wat ouderen eten als om hoeveel ze bewegen. In studies met zeventigplussers wordt gekeken hoe hun glucosehuishouding verbeterd kan worden door voeding en door krachttraining.

Verrassend bewijs voor een oude wijsheid: het is goed voor de spijsvertering om direct na het eten een wandelingetje te maken. Een paar minuten rustig wandelen bevordert al de opname van glucose uit de zojuist genuttigde maaltijd
Neerploffen
Een studie van Griekse onderzoekers bracht een verrassend bewijs voor een oude wijsheid: het is goed voor de spijsvertering om direct na het eten een wandelingetje te maken. Een paar minuten rustig wandelen bevordert al de opname van glucose uit de zojuist genuttigde maaltijd. Dat was de belangrijkste uitkomst van het literatuuronderzoek, een meta-analyse van experimentele studies. Het artikel verscheen in het vakblad Sports Medicine.

Uit het vergelijkende literatuuronderzoek kwam duidelijk naar voren dat neerploffen op de bank na het eten niet bevorderlijk is voor het activeren van de opname van glucose. De medische term voor ‘na het eten’ is ‘postprandiaal’, een fase van de stofwisseling waarin veel gebeurt. Bij iedereen - jong, oud, gezond, diabeet of niet – piekt het glucosepeil in het bloed vrijwel onmiddellijk. Dat wandelingetje is dan al net mooi om de daling in te zetten, zagen de Griekse onderzoekers.

Hun bevindingen komen overeen met veel ander onderzoek naar de schommelingen in de niveaus van glucose en insuline in het bloed en de organen. In hun review zaten ook studies naar alledaagse activiteiten, zoals huishoudelijk werk. Alleen al een tijdje gaan staan in plaats van tv kijken helpt. Naar de Hollandse praktijk vertaald: de afwas doen in de keuken, heen en weer lopen naar de servieskast met het afgedroogde vaatwerk, een doekje over de tafel.

Beetjes
Alle kleine beetjes helpen. Dat zegt ook een cardioloog in The New York Times naar aanleiding van deze review: "Zelfs een klein beetje bewegen is de moeite waard en kan leiden tot meetbare veranderingen in uw gezondheidsmarkers." De kunst lijkt de goede timing te zijn: direct na de maaltijd. Het inpassen in de dagelijkse routine kan toch niet zo ingewikkeld zijn. Lunchwandelen ná het broodje kroket, de hond uitlaten direct na het diner.

“Het is een geleidelijk effect van meer activiteit, betere gezondheid," zegt een andere arts in The New York Times. "Elke stap, elke keer staan of stevige wandeling lijkt een voordeel te hebben.”

Gezondheid is een kwestie van kleine beetjes. Maar dan wel van veel kleine beetjes.
Dit artikel afdrukken