Een berg techniek hielp ons dure land de kosten drukken. Daarmee werden we wereldkampioen in kilo’s productie per hectare en dier. Dat leverde twee exportproducten op. Een stroom betaalbaar voedsel en een stroom techniek waarmee ook andere landen betaalbaar en veel voedsel konden maken.
We hielpen anderen in het zadel met techniek. Daarom zijn wij te duur geworden om goedkoop te zijn met vooral vlees, eieren en melkIn dat business model van de BV Nederland Agriland zit de klad. Logisch, want iedere levenscyclus heeft een eind. We hielpen anderen in het zadel met techniek. Daarom zijn wij te duur geworden om goedkoop te zijn met vooral vlees, eieren en melk. We hielpen het buitenland met onze techniek lokaal nog veel meer prima spul voor weinig te maken en maakten onze export overbodig. Daarmee kwam tegelijk de klad in de ontwikkeling van techniek. Als de intensieve agriproductie verdwijnt omdat er geen rendabel product meer van te maken is, is Nederland geen logische plek meer voor de ontwikkeling van nieuwe techniek. Business logic maakte het business model van de oude Agriland BV overbodig.
Verwerkers en supermarkten gaan over op de inkoop van buitenlands boerenproduct voor het betaalbare segment. De machinebouw en andere techniekontwikkeling verschuiven naar het buitenland. Boeren moeten in het kleine marktsegment boven de onderkant van de thuismarkt een plekje vinden.
Wie het eenmaal ziet, snapt het meteen. Het business model van Agriland BV is van oudsher gebaseerd op geldcreatie die via academisch onderzoek wereldkampioensboeren belooft. Handel en verwerkers zorgen voor werk, exporteren het product en financieren via de fiscus het onderzoek. De techniek en machines die we exporteren, leveren prima marges en dragen uitstekend bij aan onze exportbalans.
Dat intiem verweven groeimodel bracht Nederland succes. Nu faseert dat voedselsysteem uit omdat er voor de thuismarkt geen volume meer inzit. Kip, varken, eieren en melk, welzijn incluis, komen dankzij good old Agriland BV straks zo’n 40% goedkoper uit het buitenland. Daar mogen we trots op zijn, maar daarmee komt het bestaande voedselsysteem tot stilstand. Helaas hebben we het nieuwe nationale business model - ‘innovatie!’, van wat? - nog niet in het snotje. Innovatief icoon Rondeel moest afgelopen week zijn mislukking erkennen. Opnieuw beginnen, kost vallen en opstaan. Het systeem moet helemaal opnieuw worden uitgevonden vanuit een heel andere houding ten aanzien van de samenhang van de elementen waaruit het bestaat. Innovatie vernieuwt de uitingen van het oude systeem, elders.
Deze - voor Foodlog licht aangepaste - tekst verschijnt tevens in de printeditie van de Levensmiddelenkrant van deze week.
Het komt helaas steeds vaker voor dat de discussie ook op onze Facebookpagina's wat uitgebreider gevoerd wordt. Bij deze de embedded versie:
Op 6 december krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Het voorbeeld van die slafabriek is wel aardig.
Het 'innovatieve' gedeelte van de techniek komt grotendeels van de HAS en een start-up Plantlab.
Dat laatste bedrijf is overigens met ruzie uit elkaar gegaan.
Philips is betrokken. Rijk Zwaan is betrokken. 2 leveranciers, er zijn er vast nog meer.
En uiteindelijk gaat de ontwikkeling dan een volgende fase in omdat een bedrijf met klanten (Staay) er in wil investeren, omdat ze de afzet kunnen garanderen.
Uiteindelijk hebben ze dan wel risk capital nodig uit de US. En een provinciale subsidie.
Volgens mij heeft Wouter de Heij wel eens gezegd dat de groentesnijderijen veel belangrijker voor Nederland zijn dan een bedrijf als Unilever qua werkgelegenheid en innovatie.
Volstrekt eens, Piet. Er is hartstikke veel weerbaarheid en omdat er heel veel variabelen en externe factoren zijn die je niet kunt voorspellen, zijn er ook geen heldere punten waarop het ene model omvalt en het andere opkomt. Oude modellen laten steevast zien dat ze nog lang door kunnen gaan en vinden vaak nog een zgn. second S-curve. Daar bestaat heel veel creativiteit in, omdat mensen door moeten. Anders zijn ze hun kapitaal kwijt. En het gebeurt ook vanwege de zogeheten 'habitus' in een markt en de bestuurlijke omgeving daar omheen: mensen kunnen als groep hun manier van doen niet veranderen, juist omdat met name onderling gedrag gebaseerd is op gewoonte, kaders en het kunnen vertrouwen op de voorspelbaarheid waar die voor zorgen.
Heel grappig is bijvoorbeeld die sla-fabriek (LED, helemaal gesloten voor het gratis daglicht) in Dronten. De sla is tweemaal zo duur, maar de familie Van der Staay gelooft erin: de Duitse markt wil geen pesticiden meer (die heb je niet nodig in zo'n gesloten lichtfabriek) en de aanvoer moet zeker zijn en het product verser dan - in de winter - uit Spanje. Vandaar: 'cityfarming' in de polder.
En toch is de vraag: is dit de beste manier om aan city-farming te doen? Zijn er niet nog betere business opportunities dan stadsboeren vanuit de Nederlandse polder?
Een heel andere vraag is natuurlijk: is het ook sustainable? Ik was laatst in de grootste dakkas van heel Europa. Het werd een boeiend gesprek. Ik weet nog steeds niet hoe en of ik erover moet vertellen.
PS: ik hoef geen gelijk. Ik probeer slechts te laten zien wat de trends zijn (NB: trends worden nooit werkelijkheid, daar hebben ze incidenten voor nodig) en signaleer dat het Nederlandse innovatiebeleid gericht is op de second S-curve onder het mom van 'echte', dwz fundamentele innovatie.
'Het unieke Nederlandse systeem is onrepareerbaar stuk' staat hierboven.
Ik dacht enkele jaren geleden dat dat ook zo was voor de Nederlandse glasgroenteteelt. Het zag er toen niet best uit. Rusland dicht (vanwege politieke keuzes), EHEC schandaal (bewezen of niet), overfinanciering van bedrijven van voor de crisis, problemen met GMO subsidies, etc, etc. Ik kan me nog herinneren hoe DV gruwde van de tomaat Komeett, onze export-topper.
Nu enkele jaren later gaat het eigenlijk best goed in deze sector. Wat is er gebeurd?
- onvoorspelbare marktomstandigheden: slecht weer in Zuid Europa in enkele winters
- gezondheidstrend richting groentes
- verdere ontwikkeling op smaak (veredeling) & uitbouw van het groente-snacksegment
- financieringen zijn aangepakt
- meer collectieven in de afzet, richten op hogere segmenten.
- inzet op duurzamere energie (warmtebronnen), veel meer biologische bestrijding, schaalvergroting, uitfaseren / schakelen van kleinere bedrijven naar andere teelten, ontwikkelingen in afvalwater
Daarnaast blijven er natuurlijk nog genoeg gebieden over waar de 'sector' aan kan werken. Nog steeds op het gebied van water, energie en het gebruik van meststoffen en bestrijdingsmiddelen. Dat is even het punt niet.
Ik zat dus fout met het idee dat de NL glasgroenteteelt onrepareerbaar stuk was. Het was gewoon een momentopname. Er zit veel 'weerbaarheid' in het systeem. Een onderschatting mijnerzijds van de combi van primaire productie, veredeling en techniek met ondersteunende rollen van overheid en banken. Ik vermoed dan dus ook dat deze redenering ook van toepassing zal zijn op het gehele NL voedselsysteem.
Annechien, in jouw termen zou dit de korte samenvatting kunnen zijn: als je niet weet waar je heen wilt, innoveer je wat je gisteren aan het doen was. Dan zeggen we precies hetzelfde.
Dat doen hoeft overigens niet erg te zijn. Maar het is wel vervelend als je kosten en je risico tegelijk enorm toenemen en je de toegevoegde waarde niet kunt vinden, cq. ontwikkelen.
Het andere wat je zegt, beschrijf ik inderdaad niet: omdat het intiem verweven oude netwerk niet past bij wat komen gaat, is de logica van waaruit ketenpartners zaken deden weg en ontstaat dus chaos. Mensen spreken niet dezelfde taal meer en kunnen het gedrag van een ander niet meer voorspellen. Handigerds pakken in die situatie hun markt omdat ze weten te overtuigen op alle fronten. Hoe langer die echter op zich laten wachten, hoe kwetsbaarder wat er nog staat wordt omdat goedkoper en even uitstekend buitenlands product in opkomst is. Juist ook binnen Europa.
Dick, Nederland heeft de productie van voedsel efficient gemaakt door techniek. De techniek kunnen we exporteren. Maar de kern van verandering heeft met een andere niet eerder geziene aanpak. Het lastigste is om met een andere blik te kijken. Nieuwe combinaties te maken.
Het zo samenvoegen van de nieuwe combinaties is lastig als je d'r anderen bij nodig bent. Want vaak zien zij de nieuwe combinaties niet. En moet je d'r nog zendingswerk bij doen.
Daarom is het een weerbarstig proces. Soms vol onzekerheid, twijfel. Ben ik de enige die het ziet? Kan ik dat realiseren? Hoe overtuig je de ander als je die nodig hebt.
Het werkt vaak alleen als je mensen vindt die hetzelfde denken, de zelfde nieuwe combinaties zien. Dan kun je elkaar enthousiasmeren en moed geven.
Dus is het nieuwe voedselbeleid geen kat in 't bakje, maar noeste arbeid. Voedselbeleid hoeft niet direct uitvinden of innoveren te zijn. Het heeft te maken met visie. Waar wil je naar toe. Wat is je doel en hoe ga je dat doel bereiken?
Volgens mij moet je die twee niet met elkaar vermengen.