imageDe totale consumptie van alcoholhoudende dranken is tussen 1980 en 2005 nagenoeg gelijk gebleven op iets meer dan 100 liter per persoon per jaar. Omgerekend tot liters pure alcohol drinken we echter zo’n 10% minder: 7,8 liter in 2005, tegen 8,5 liter in 1980. Dat heeft vooral te maken met de verminderde populariteit van gedistilleerd. Ook drinken we minder bier. De consumptie van wijn daarentegen is fors gestegen. Sterke drank heeft de afgelopen 25 jaar flink aan populariteit ingeboet: daarvan drinken we nu de helft minder dan een kwart eeuw terug. Sinds het begin van de jaren negentig is ook het biergebruik aan het dalen. Anno 2005 drinken we daarvan weliswaar zo’n 10 liter minder dan in 1990, maar dat is nog altijd bijna 80 liter per persoon per jaar. De steeds groeiende populariteit van wijn heeft de teruggang van bier en gedistilleerd gecompenseerd. In 2005 dronken we ruim 20 liter wijn per hoofd, anderhalf keer zo veel als in 1980.

Drankgebruik leeftijdsafhankelijk
Hoeveel we drinken, varieert met de leeftijd. Zware drinkers – dat zijn mensen die minstens éénmaal per week op één dag zes of meer glazen alcoholica drinken – vinden we meer onder jongeren. Naar eigen zeggen voldoet één op de vijf jongeren (15–24 jaar) aan het zesglazencriterium. Op deze leeftijd drinken jongeren, wanneer ze al drinken, per dag 1,4 glas. Dat is evenveel als 65-plussers. Mensen tussen de 45 en 65 jaar brengen het daarentegen tot 1,6 glas per dag.

Van de mensen tussen de 45 en 65 jaar is één op de acht een zware drinker en één op de zeven drinkt gemiddeld drie of meer glazen per dag. Van de jongeren zit één op de tien aan dit dagelijkse gemiddelde, ook al komen onder hen meer zware drinkers voor.


bron: CBS
Dit artikel afdrukken