Ook in China is overgewicht en obesitas bij (jonge) kinderen een issue. De huidige kennis over kinderobesitas is voornamelijk gebaseerd op westerse studies. "In Chinese steden neemt kinderobesitas veel sneller toe dan in veel Westerse bevolkingen. Daarom is het van het grootste belang dat we nu samenwerken met gezinnen, belanghebbenden en Chinese overheden om deze pandemie tot staan te brengen", zegt co-auteur Peymane Adab in ScienceDaily. Een eerste kwalitatieve studie door wetenschappers van de University of Birmingham richtte zich specifiek op de rol en invloed van de grootouders bij kinderobesitas in China.

Misvattingen, kennisgebrek en verwennerij
In grote delen van China spelen de grootouders een belangrijke rol in de opvoeding van hun kleinkinderen. China’s oudere generatie maakte ­aan den lijve ondergewicht, ondervoeding, voedseltekort, ontberingen en fysieke beproevingen mee. Deze persoonlijke ervaringen van opa’s en oma’s blijken er, samen met een gebrek aan kennis en misverstanden ten aanzien van gezondheid, voor te zorgen dat Chinese kinderen vaak met overgewicht te kampen hebben.
Zo blijken veel Chinese grootouders te geloven dat dikke kinderen gezond en goed verzorgd zijn. Ook denken ze dat obesitas-gerelateerde ziekten alleen bij volwassenen voorkomen, en dat voedsel voedzamer is naarmate er meer energie, lees: vet, in zit. Ook hebben veel Chinese opa's en oma's de neiging hun kleinkinderen teveel te eten te geven en ze te verwennen door ze geen klusjes of inspannende taken in huis te laten doen.

Betrek grootouders bij interventies
Dit alles leidt er toe dat als grootouders de voornaamste verzorgers zijn, Chinese kinderen vaker ongezonde snacks eten en suikerhoudende drankjes krijgen. Ze hebben daardoor meer dan 2 keer zoveel kans om overgewicht te hebben of obees te zijn in vergelijking met kinderen die door hun ouders of andere volwassenen verzorgd worden. Met de eerste programma's tegen kinderobesitas op basis van dit onderzoek wordt op dit moment proefgedraaid. Grootouders doen uiteraard ook mee.

Fotocredits: ‘China’, M M
Dit artikel afdrukken