De stikstofcrisis ging onlangs een nieuwe fase in door nieuwe cijfers van het Mesdagfonds. Ze wijken fors af van de cijfers van het RIVM. Dat zou ook kunnen liggen aan een andere grondslag. GroenLinks en D66 doen de cijfers af als onwetenschappelijke fröbelarij vanuit een boerenlobby. Het CDA wil ze wel serieus nemen. Op welke vragen geven welke cijfers antwoord en welke vragen zijn relevant? Ik ging langs bij professor Jan-Willem Erisman, vermoedelijk de nummer één in de informele hiërarchie van stikstofexperts in ons land, en vroeg hem die vragen te willen beantwoorden.
Wie stelt de juiste vragen en welke onderzoeken geven - in ieder geval bij benadering - de juiste antwoorden? Andere vraag: wat zijn de goede vragen eigenlijk om de Nederlandse stikstofcrisis op te lossen?
Nederland is één van dé stikstof-hotspots van de EU. Ons land zit in een spanningsveld. Het beschikt over perfecte grond voor landbouw en een hoge natuurlijke biodiversiteit. Tegelijk een land vol andere activiteiten die niet allemaal tegelijk maximaal kunnen worden ontplooid.
Jan-Willem Erisman maakt een onderscheid tussen 1) de opgave waar de hoogste rechter de regering op korte termijn voor plaatst en 2) de ruimtelijke ordeningsvraagstukken waar ons land op langere termijn antwoorden moet geven.
Conclusie van Erisman: zowel Nederland als het buitenland moeten 50% in stikstofuitstoot terug. Wie dat besluit, vermijd alle nu uitgebroken gedoe over wie welk aandeel heeft in de neerslag van stikstof op natuurgebieden
Moed maakt de beleidsinspanning weer eenvoudig
Ingewikkelder hoeft de beleidsinspanning niet te zijn. Niettemin verkeert het stikstofdossier nu al bijna een jaar in een impasse. De overheid zou de moed moeten hebben om bij wet vast te leggen dat iedereen met die 50% terug moet. Dat creëert weer een gezamenlijk perspectief.
Doet de overheid dat, dan polariseert de discussie niet langer en gaat iedereen met dezelfde opdracht aan de slag. Maak die maatregelen wel specifiek per vorm van stikstof-uitstoot: onderscheid stikstofoxiden en de biologische processen die ammoniakvorming veroorzaken. Stikstofoxiden zijn een louter technologisch vraagstuk, zegt Erisman. Ammoniak is een vraagstuk dat in hoge mate met eenvoudige, natuurlijke middelen moet worden voorkomen in plaats van met technologische hoogstandjes weer moet worden opgelost, vindt hij. Minder inputs, dan hoef je de gevolgen daarvan ook niet te corrigeren.
Erisman analyseert tevens waarom de discussies over details zo dominant zijn geworden, terwijl de echte beleidsvragen naar de achtergrond zijn verdwenen.
Een gesprek waar premier Rutte en landbouwminister Schouten naar zouden moeten luisteren: zolang geen heldere beleidskeuzen worden gemaakt, zullen de getroffen partijen steeds de doelstellingen en middelen om die te bereiken ter discussie blijven stellen. Met alle gevolgen van polarisatie in de politiek van dien.
Dit artikel afdrukken
Nederland is één van dé stikstof-hotspots van de EU. Ons land zit in een spanningsveld. Het beschikt over perfecte grond voor landbouw en een hoge natuurlijke biodiversiteit. Tegelijk een land vol andere activiteiten die niet allemaal tegelijk maximaal kunnen worden ontplooid.
Jan-Willem Erisman maakt een onderscheid tussen 1) de opgave waar de hoogste rechter de regering op korte termijn voor plaatst en 2) de ruimtelijke ordeningsvraagstukken waar ons land op langere termijn antwoorden moet geven.
Conclusie van Erisman: zowel Nederland als het buitenland moeten 50% in stikstofuitstoot terug. Wie dat besluit, vermijd alle nu uitgebroken gedoe over wie welk aandeel heeft in de neerslag van stikstof op natuurgebieden
Moed maakt de beleidsinspanning weer eenvoudig
Ingewikkelder hoeft de beleidsinspanning niet te zijn. Niettemin verkeert het stikstofdossier nu al bijna een jaar in een impasse. De overheid zou de moed moeten hebben om bij wet vast te leggen dat iedereen met die 50% terug moet. Dat creëert weer een gezamenlijk perspectief.
Doet de overheid dat, dan polariseert de discussie niet langer en gaat iedereen met dezelfde opdracht aan de slag. Maak die maatregelen wel specifiek per vorm van stikstof-uitstoot: onderscheid stikstofoxiden en de biologische processen die ammoniakvorming veroorzaken. Stikstofoxiden zijn een louter technologisch vraagstuk, zegt Erisman. Ammoniak is een vraagstuk dat in hoge mate met eenvoudige, natuurlijke middelen moet worden voorkomen in plaats van met technologische hoogstandjes weer moet worden opgelost, vindt hij. Minder inputs, dan hoef je de gevolgen daarvan ook niet te corrigeren.
Erisman analyseert tevens waarom de discussies over details zo dominant zijn geworden, terwijl de echte beleidsvragen naar de achtergrond zijn verdwenen.
Een gesprek waar premier Rutte en landbouwminister Schouten naar zouden moeten luisteren: zolang geen heldere beleidskeuzen worden gemaakt, zullen de getroffen partijen steeds de doelstellingen en middelen om die te bereiken ter discussie blijven stellen. Met alle gevolgen van polarisatie in de politiek van dien.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Iedereen 50% klinkt heel eerlijk maar is een laffe oplossing en ook niet erg effectief, je lost het file probleem ook niet op door iedere automobilist 30% minder te laten rijden. Het helpt beter als je de forensen minder of anders kunt laten reizen.
Het is dus wel degelijk belangrijk dat er helder boven tafel komt wie hoeveel en waar, in z'n algemeenheid in Nederland en per gebied.
Vervolgens pluk je eerst in alle sectoren het laaghangende fruit en laat je de daarna de sectoren naar input het restant verminderen.
Allemaal 50% reduceren want N-depositie is dé oorzaak van achteruitgang van natuur....
Stikstofdepositie is een standplaatsfactor aldus Erisman want er zijn veel beheertypen gevoelig voor stikstofdepositie.
En wat als Stikstofdepositie géén standplaatsfactor is en er vele "stikstofgevoelige" habitattypen NIET achteruit zijn gegaan, wie wat of waar de emissie of depositie ook vandaan zou komen.
Voorbeelden:
88.378 hectare Veluwe SDF cijfers: Klasse A,A,A,B,A,A,A,A,A,A,C,B,C,B,B,A,A,C,B
Hierbij vermeld dat de C's NIET meetellen vanwege niet in de aanwijzingsbesluiten !
En de Eiken H9190 (1.996 hectare) op de Veluwe: Klasse A,A,A Global A
En dat terwijl al jaren de KDW op de Veluwe wordt overschreden
9.640 bunder Biesbosch SDF cijfers: Klasse A,A,B,A,A,A
Noord Hollands Duinreservaat: 7 Kwalitatieve habitattypen en géén achteruitgang.
de SDF cijfers B,A,A,A,B,A,B
J.W. Erisman, 3 vragen:
- HOE verklaart u deze "cum laude" cijfers van deze N2K gebieden van behoorlijke omvang met alle 3 forse overschrijding van KDW.
- En is N- depositie nou een standplaatsfactor of niet, Heinz Ellenberg dacht van niet.
- Waarom zo'n tunnelvisie op alleen maar N terwijl je dit in vele gebieden kunt uitsluiten als oorzaak.
Simpel recept 50% allemaal reduceren, klopt echter géén oplossing voor de werkelijke oorzaak van achteruitgang van bepaalde natuur.
Klein feitje: de water kwaliteit (nitraat) ONDER landbouw grond is nagenoeg overal prima, ondanks werkelijke depositie (bemesting).
#1 en #2, jullie reageren op iets dat Jan-Willem niet zegt. Er zijn een juridische opgave (ook met onze buurlanden) en er is een lange termijn politieke opgave. Hoe kunnen jullie het daarmee oneens zijn?
Iedereen 50% reduceren; dan moet je wel weten wie welke hoeveelheid uitstoot...
ik voeg er een vraag aan toe:
hoe verhoudt de kanteling naar aanpak emissie als oplossing ipv depositie als verantwoording zich naar de uitspraak van RvS en commissie Remkes wat zich richt op depositie en aerius als de heilige graal om dit aan te tonen? Dit voelt een beetje als een PAS 2.0 ( wat op zich niet verkeerd is mits juridisch houdbaar)