De coronapandemie heeft Crisp geen windeieren gelegd. De online verssuper lift mee op 2 ontwikkelingen die het afgelopen jaar in een stroomversnelling zijn gekomen: boodschappen laten thuisbezorgen en lokaal, seizoensgebonden voedsel. Daar zit namelijk de kracht van Crisp, dat in 2018 begon met het "het thuisbezorgen van lekkere dingen die je bij speciaalzaken en delicatessenwinkels vindt tegen een prijs die vergelijkbaar is wat je er voor zou betalen bij Albert Heijn," schreef Foodlog indertijd.

Crisp verkoopt de producten van 650 boeren, kwekers en producenten via een zelfgebouwde app, die inmiddels 300.000 keer gedownload is. De leveranciers brengen de bestelde producten 'overnight' naar het overslagcentrum in Amsterdam-West, vanwaaruit elektrische bezorgbusjes de volgende dag in het hele land de boodschappen afleveren. "Wij opereren precies op het snijvlak van gemak en lokaal," zegt Crisp-ceo Tom Peeters in het FD.

Door de korte lijnen (inkoop direct bij de leverancier), bijzondere leveranciers en 'knetterversheid' kan Crisp redelijk betaalbaar blijven. De vergelijking met Albert Heijn gaat niet helemaal op: een mandje met de goedkoopste versies van vijf standaardproducten kost bij Albert Heijn €6,90, bij Crisp €10,04.

Opvallend is dat Crisp niet alleen geliefd is bij de gemak-liefhebbers van de grote steden. "Slechts 54% van onze klanten zit in de grote steden." Niet zo vreemd als je bedenkt dat Crisp buiten de grote steden een welkome en thuisbezorgde aanvulling kan zijn op wat er in de gewone winkels te krijgen is. Verse vis bijvoorbeeld.

De nieuwe kapitaalinjectie gaat Crisp aanwenden om het elektrische wagenpark uit te breiden en het assortiment met 2.000 producten uit te breiden, waaronder met verse kant-en-klaarmaaltijden. En op termijn lonkt het buitenland. "De wens om lekker eten thuisbezorgd te krijgen stopt niet bij de landsgrenzen," aldus Peeters.
Dit artikel afdrukken