Waar West-Europa met samengeknepen billen de openstelling van de grenzen voor een 'tsunami' aan Oost-Europese banenmigranten tegemoet zag, zijn de nieuwste EU-staten in Oost-Europa doodsbenauwd voor de openstelling van hun grenzen voor grondspeculanten. Dat meldt BNR.

Vanaf vandaag zijn relatief nieuwe EU-lidstaten verplicht hun grond vrij te geven voor alle EU-ingezetenen. Volgens D66-europarlementariër Gerben-Jan Gerbrandy opent dat de weg naar een hoognodige modernisering van de landbouw in Oost-Europa dankzij investeringen uit het westen. "Vorig jaar bleek dat 20 procent van de landbouwgronden in Polen en Slowakije verlaten zijn, omdat boeren het niet meer zien zitten. D66 is van mening dat we, als we echt een sterke, innovatieve en duurzame landbouwsector in Europa willen, investeerders aan alle kanten moeten aantrekken. Dus ook van west naar oost”, aldus Gerbrandy op BNR.

De ondanks een ruime overgangstermijn nog altijd substantiële weerstand schrijft Gerbrandy toe aan de historische en emotionele verbondenheid van de Oost-Europeanen aan hun grond. Gelukkig zijn er ook voorstanders: "Net als bij het vrije verkeer van werknemers voorstanders roepen dat er juist hardwerkende arbeiders komen, zeggen [deze voorstanders] dat er niet alleen speculanten land willen kopen, maar ook hard werkende boeren. Boeren die kapitaal meebrengen en die juist goed zijn voor de economie."
Dit artikel afdrukken