Ook als de oorlog in Oekraïne ten einde komt, zal het waarschijnlijk nog tientallen jaren duren voordat de graanakkers weer tot volle wasdom komen. Naar schatting is een kwart van de Oekraïense landbouwgrond, 10,5 miljoen hectare, aangetast door de oorlogshandelingen. Die laten zware metalen, toxische stoffen als asbest en explosieven achter in de bodem, met alle gevaren voor vervuiling van drinkwater en gewassen van dien.
De schade zou de graanoogst van Oekraïne met 10 tot 20 miljoen ton per jaar verminderen, mogelijk een derde van de vooroorlogse productie
“Als een gebied maandenlang elke dag wordt beschoten, hopen zware metalen uit de afgevuurde munitie zich op in de bodem”, zegt Wim Zwijnenburg van de Nederlandse organisatie voor vredesonderzoek ‘Pax’ in het AD. Grote delen van de betwiste gebieden zullen door die vervuiling mogelijk tientallen jaren niet meer gebruikt kunnen worden als landbouwgrond. “We hebben sinds de Eerste Wereldoorlog nog nooit op zo’n grote schaal bodemverontreiniging gezien”.

Toxische stoffen
De gevolgen van de oorlogshandelingen zijn bijvoorbeeld vrijkomend asbest uit raketten en mijnen, olie en chemicaliën die uit kapotgeschoten opslagtanks en industriële installaties lekken, zware metalen als lood, kwik en cadmium of toxische stoffen als TNT die in het milieu achterblijven. Volgens het Oekraïense Instituut voor Bodemkunde heeft de oorlog tot nu toe minstens 10,5 miljoen hectare van de eens zo vruchtbare Oekraïense velden verontreinigd, rapporteert Reuters.

Daar komt nog bij dat de ecosystemen van micro-organismen in de bodem verstoord zijn geraakt en dat zware voertuigen zoals tanks de aarde hebben samengedrukt. Bovendien liggen de velden van Oekraïense boeren vol onontplofte granaten en mijnen en zijn irrigatiekanalen en silo's kapotgeschoten.

De schade zou de graanoogst van Oekraïne met 10 tot 20 miljoen ton per jaar verminderen, mogelijk een derde van de vooroorlogse productie, schat Sviatoslav Baliuk van het Instituut voor Bodemkunde. Om de schade te herstellen, gaat naar schatting €14 miljard kosten en zeker 3 maar misschien wel 200 jaar duren. Dat betekent dat de wereldwijde voedselvoorziening er nog tientallen jaren onder kan lijden.

"Mensen denken dat zodra de vrede is bereikt, de voedselcrisis zal zijn opgelost. Maar het repareren van de Oekraïense infrastructuur alleen al gaat erg lang duren”, zegt Caitlin Welsh, directeur voedselzekerheid bij het Center for Strategic & International Studies in Washington.

Giftige vis en gif in planten
Maar ook de schade van de achtergebleven munitie zal een zware wissel trekken op de eens zo vruchtbare Oekraïense velden. "We zijn nog maar net begonnen met de munitie die in de oceanen is achtergebleven," zegt Edmund Maser, directeur van het Instituut voor Toxicologie van de universiteitskliniek in Kiel, in Deutsche Welle. Naar schatting ligt er in de Duitse delen van de Noord- en Oostzee 1,6 miljoen ton roestende munitie op de zeebodem. Als die munitie corrodeert komen er giftige chemicaliën in het water en uiteindelijk ook in vis en zeevruchten terecht. Dat tast hun voortplantingsvermogen en ontwikkeling aan. TNT en andere explosieven zijn bovendien kankerverwekkend, zegt Maser, die vreest dat ook de Zwarte Zee de kant op gaat van de Noord- en Oostzee als de oorlog voorbij is. "Een zee vol giftige munitie die gemakkelijk vergeten wordt."

Maser wijst ook nog op het risico dat de uitspoelende munitiechemicaliën in Oekraïne via het grondwater in de voedselketen terecht komen. Planten kunnen kwik en andere chemicaliën opnemen en op die manier kunnen diezelfde chemicaliën ook op ons bord terecht komen. Masers team werkt aan oplossingen om het giftige TNT uit het water te halen, met behulp van bacteriën. Tot nu toe is nog geen geschikte bacteriestam gevonden die dat systematisch kan doen. Een andere manier zou het verwijderen van de bovenste laag van de bodem zijn.

Zware metalen blijven
Doodzonde, de zwarte chernozem is een van de vruchtbaarste gronden ter wereld, dankzij het extreem rijke bodemleven. Afgezien dat dat duur en tijdrovend zou zijn, is het geen definitieve oplossing voor de zware metalen. Daar kom je namelijk, zegt Maser, nooit meer vanaf.