Een team van Europese wetenschappers heeft voor het eerst de vervuiling van oceanen en zeeën onder de zeespiegel onderzocht. Ze namen 588 monsters in de Atlantische Oceaan, de Noordelijke IJszee en de Middellandse zee en troffen daar, op dieptes variërend van 35 tot 4.500 meter, allerlei rotzooi aan. Het grootste aandeel (41%) bestond uit plastic, ruim een derde was losgeslagen visnetten en -lijnen, en verder vonden ze ook glas, metaal, hout, papier, karton, kleding, aardewerk en 'niet-geïdentificeerde materialen'.

Vooral in de Middellandse zee is de situatie ernstig, blijkt uit het onderzoek, vooral in de buurt van kuststeden. Maar er werd ook afval aangetoond op plekken die nog niet eerder onderzocht waren en ver van menselijke bewoning verwijderd zijn. Het onderzoek is verschenen in PLOS One, schrijft Le Monde.
Dit artikel afdrukken