De zee voeden vanuit reservaten
Als voorbereiding op zijn lezing in de Rode Hoed in de serie It’s the Food my Friend, zetten Foodlog en YFM Han Lindeboom aan tafel met Hendrik Kramer, krabben- en scholvisser op Urk. We stelden hen de vraag: is duurzame co-existentie mogelijk tussen visserij en natuurbescherming?
Han Lindeboom zegt: “precies 25 jaar geleden heb ik voorgesteld een kwart van de Noordzee te sluiten. Dat was de tijd dat iedere vierkante meter Noorzeebodem gemiddeld 1,5 keer per jaar 4 tot 8 centimeter werd omgewoeld door onze boomkorvisserij. We maakten zo het natuurlijke milieu structureel kapot en zorgden ervoor dat het zich niet kon herstellen. Vandaar mijn voorstel. Het kwam uit mijn hoge hoed, want er was nog geen ervaring met dergelijke aanpakken. Inmiddels weten we dat het een goed voorstel was. Je kunt daarmee de soorten die bij de Noordzee horen en daar gedijen, zoals roggen, laten terugkeren. Ook weten we inmiddels door ervaring van de Australiërs rond het Great Barrier Reef dat je zo’n besluit rigoureus moet nemen. Vroeger dacht ik dat vissen met een hengel, nog wel zou moeten kunnen. We weten inmiddels beter. Wie een gebied helemaal afsluit, creëert een divers ecosysteem dat andere delen van de zee voedt met soortenrijkdom. Mijn antwoord is dus, ja dat kan. Er zal genoeg vis zijn voor de visserij en de biodiversiteit wordt beschermd.”
De 29-jarige Hendrik Kramer wil nog jaren vooruit kunnen. Daarom wil hij weten hoe Lindeboom denkt over aanlandplicht, zeereservaten en pulsvisserij. Wat hem betreft moet Nederland de aanlandplicht te snel invoeren. De maatregelen passen niet bij de manier waarop vissers nu werken. Daarom is overleg nodig. Dat geldt ook voor de invoering van zeereservaten. Al snel belanden we in een heel ander gesprek. Aan de pulsvisserij komen we niet meer toe.
“Een visser beleeft de zee anders dan een bioloog. De eerste ziet wat er in zijn net komt. De tweede ziet de zee als een systeem dat ook moet functioneren op lange termijnVerschillende brillen
“Een visser”, zegt Lindeboom, “beleeft de zee anders dan een bioloog. De eerste ziet wat er in zijn net komt. De tweede ziet de zee als een systeem dat ook moet functioneren op lange termijn. Omdat de scholstand momenteel groter is dan ooit, zegt de visser dat het prima gaat met de zee. Hij vergeet wat er onder water allemaal gebeurt en dat schol toevallig een vis is, die zelfs tegen flink wat visserijdruk bestand is. Kramer geeft aan dat hij graag wil samenwerken om tot een aanpak te komen die het vissers mogelijk maakt te overleven én de natuurdoelen te halen. Over de aanlandplicht zegt hij: “de Noren hebben daar heel wat jaren over kunnen doen. En wij moeten nu opeens alles aanlanden terwijl er niet eens verwerkingscapaciteit is voor de vis die we aan wal brengen en bovendien de zee er niet bij gebaat is.” Lindeboom kan dat beamen maar stelt een tegenvraag: waarom zijn ook wij er niet jaren geleden al mee begonnen?
Noordzee als visvijver
Daar begint het werkelijke gesprek. Nederland blijkt hardnekkiger dan andere landen niet in staat om samen vanuit gedeelde lange termijn belangen analyses en beleid te maken om van daaruit het heden vorm geleidelijk aan te pakken en veranderen. Wie dat lang genoeg volhoudt, kan geen pootje meer bij trekken. Onderwijl kan het best redelijk en zelfs prima gaan met de scholstand die volgens Lindeboom nu eenmaal goed tegen een stootje kan. “Maar wie zo doorgaat, moet wel weten dat hij van de Noordzee een visvijver voor een paar soorten vis maakt. Andere zullen volledig verdwijnen en kunnen niet meer terugkeren.”
Nederland blijkt hardnekkiger dan andere landen niet in staat om samen vanuit gedeelde lange termijn belangen analyses en beleid te makenMinireservaten houden de vis niet vast
Het is in de afgelopen 25 jaar niet gelukt om in Nederland de gebiedsbescherming door te voeren zoals Lindeboom die in Australië reeds gerealiseerd zag. Lindeboom: “Als je niet bereid of in staat bent wat ecologisch wenselijk, juridisch mogelijk en politiek haalbaar is bij elkaar te brengen, maar dat voor de bühne wel probeert, dan krijg je beleid als een wassen neus. De overheid, Sharon Dijksma incluis, laat zich ook bij het nieuwe visserijbeleid juridisch gijzelen door regelgeving en politiek gepolder en kiest daarom voor een halfbakken beleid van mini-reservaten. Die zijn te klein en zorgen ervoor dat de vissen en het andere zeeleven dat je wilt beschermen er in en uit zwemmen en dus gewoon opgevist worden. Het zijn compromissen die achter bureaus worden verzonnen om iedereen nog net tevreden te houden en het beleid in de kranten te kunnen verkopen.”
Hendrik Kramer kan dat billijken. “Als we hier nooit aan beginnen, lukt het niet. Maar begrijp wel hoe wij er als vissers inzitten. Juist de bureaus waaraan het beleid gemaakt wordt, hebben ons uiterst wantrouwig gemaakt. Zodra we het gesprek aangaan, lopen we gigantische risico’s.”
We eindigen upbeat. Als we dit nou eens in de krant zetten, zouden we dan de politieke cultuur kunnen keren, die ons kennelijk ook voor de toekomst met een onduurzaam beleid opzadelt?
Wie dat weet te bereiken, kan straks zelfs weer een schol of een rog van een halve vierkante meter op Tinder zetten en er een leuke partner mee aan de haak slaan.
Professor Han Lindeboom is te horen in de volgende aflevering van "It's the food, my friend!" die plaatsvindt op woensdag 8 april, in de Rode Hoed, met als thema: Visserij, visteelt en natuur: op zoek naar balans (kaartreservering via de link).
Fotocredits: Blauw gestipte rog, Guy Buchmann
Op 30 november krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Gisteren in De Morgen (vanuit de Volkskrant): een pleidooi om de Waddenzee helemaal te sluiten voor visserij van ecoloog Olff.
Eens Dick, dat bedrijven steeds vaker meer wil tonen dan de politiek. Maar ik blijf er wel bij dat publieke druk in dit soort processen vaak als smeerolie werkt en dat deze druk wat betreft onze wateren toch minder manifest is als op het land. Ik heb Ruud Lubbers ooit horen zeggen dat we qua verduurzaming niet teveel op de overheid moeten rekenen. Hij noemde de overheid toen ' remmer in vaste dienst' . Wijffels zei dat het de overheid in de gunstigste zin ' de expressie van de wil van het volk' vertegenwoordigd, maar dat hij daar twijfels over had. Ofwel de lange termijn belangen zullen anders in het proces meegewogen moeten worden. Ooit is even in Frankrijk het idee van belasten flitskapitaal geopperd. Aandelen blijven wereldwijd nog maar seconden in dezelfde handen. Ofwel het zijn geen 'aandelen' in elkaar, het is een grote rooftocht. En alleen van onderop kun je een beetje aan de boom beginnen te schudden. Vanmorgen was ' de dam' als nieuw onderling betaalmiddel in het nieuws. Laat de overheid vooral ruimte geven aan dit soort vernieuwing, wie weet...wat nu nog 'bijvangst' heet is straks misschien de hoofdmaaltijd..
Bert, ik denk dat Lindeboom zei dat het probleem niet in begrip zit. Dat is er wel. Het probleem zit dieper: er is sprake van een situatie van waaruit de gezamenlijke politieke wil om beleid te maken vanuit een lange termijn doel in ieders belang (incl. de weg daarheen), niet te organiseren valt.
Eigenlijk hoorde ik Lindeboom zeggen dat er een taboe rust op het doorbreken van de mechanismen die daar voor zorgen.
Met ander woorden: over begrip kun je lullen tot je een ons weegt. We kunnen er niet op handelen omdat we ons laten gijzelen door een politieke cultuur die niet vanuit lange termijn doelen kan werken. Als dat waar is, heeft dat consequenties voor alle duurzaamheidsvraagstukken waar Nederland voor staat.
Daarbij komt dat we ze nog eens politiseren ook. Voorbeeld: de Kip van Morgen. Het beest is om allerlei redenen bovenwettelijk. Wat doen onze politieke en bestuurlijke lichamen Ze trekken het beest en andere bovenwettelijke regelingen het parlement, de Staten en dus de wettelijke regelgeving in (waar het niet horen omdat het nou juist bovenwettelijk is) en hebben de ACM aangezet tot het vellen van een oordeel dat feitelijk gezien alleen maar negatief uit kon vallen.
Dat kon ik alleen maar ontdekken door er echt heel diep over na te denken naar aanleiding van een discussie hier en het contact dat daardoor ontstond met hoogleraar Mededingingsrecht Anna Gerbrandy (die overigens juist graag 'verduurzaming' ziet en nog snel ook).
Mijn conclusie: in het geval van de Kip van Morgen maakte onze politieke cultuur zelfs kapot, wat al gecreëerd was. Nu ligt alles weer op z'n kont en is het wachten op een gedrocht van een collectieve afspraak voor de bühne die voorbaat niet gaat werken, maar dat merken we pas over vele jaren. De analogie met de woorden van Lindeboom hierboven dringt zich op voor wie goed door zijn oogharen heen weet te kijken.
Een opmerking om toch eens goed over na te denken: zo langzamerhand begint het erop te lijken dat de private sector mede onder druk van NGO's beter in staat is om onze publieke belangen te behartigen en organiseren dan de publieke. Als de publieke zich niet met beleid bemoeit, maar slechts met het borgen, budgetteren en handhaven van beleid dat de samenleving kennelijk beter kan maken, dan zou dat misschien een oplossingsrichting kunnen zijn.
Dat zijn een ernstige conclusie en oplossingsrichting in 2 wat lange zinnen die wellicht de moeite waard zijn.
Enerzijds logisch, maar ook jammer en verontrustend dat we ons zoveel minder druk maken over overbevissing dan alles wat aan roofbouw op het land gebeurt. Het is voor de meesten van ons niet direct zichtbaar en voelbaar. Toch zijn de ecosystemen in onze zeeën en oceanen natuurlijk minstens zo belangrijk voor onze toekomstkansen. Daarom woensdag in de Rode Hoed dialogen over landbouw en voeding een avond over de visserij op zoek naar de zelfde groeiende maatschappelijke betrokkenheid als bij onze landbouw. Met als doel dat vissers, biologen, burgers en beleidsmensen elkaar beter leren begrijpen en samenwerken.
Ik mag met deze interviews altijd meedoen. Dit was een van de meest fascinerende die ik ooit deed. Lindeboom en Kramer bleken elkaar uitstekend te kunnen verstaan. Ook al ziet Lindeboom wat meer de zee als geheel en Kramer wat meer de vis in zijn net en de financiële problemen waar zijn sector voor staat, ze snappen prima waar ze allebei vandaan komen en kunnen elkaars visies delen om tot een gedeelde te komen.
Pijnlijk werd het gesprek toen bleek waar het op stokt: we zijn niet in staat om rustig vast te stellen waar we samen heen willen omdat de visserijsector daar dan onmiddellijk op wordt afgerekend. Dat zou niet moeten, vinden beiden. Er is teveel gehijg in onze gepolitiseerde beleidscultuur.
Niettemin blijkt het een taboe om dat aan de orde te stellen. Daar zat de te snijden pijn, niet tussen Kramer en Lindeboom.
En wat een prachtig gesprek zou er verder nog hebben kunnen plaatsvinden. Geen abstracte vergezichten over circulaire economieën, maar heel praktisch weetjes over hoe de zee kan functioneren en we daarin zelfs aan wild farming kunnen doen. Daar was allemaal geen plaats meer voor in het interview. Ik hoop dat we er later nog eens aan toekomen.