In de aanloop naar de Week van de Friet - van 1 tot 7 december - haalden onze zuiderburen afgelopen week diverse keren de pers. Zo werd het wereldrecord aardappels schillen gebroken; het was al twintig jaar in Amerikaanse handen.
Ook ging er een intensieve reclamecampagne van start. Maar de slagroom op de taart was toch wel het nieuws dat ook de Waalse en Duitstalige Belgische gemeenschappen zich aansluiten bij het Vlaamse initiatief om de Belgische 'frietkotcultuur' bij de UNESO erkend te krijgen als immaterieel erfgoed. Daarmee zou de frietkotcultuur eenzelfde erkenning krijgen als bijvoorbeeld de Franse keuken.

'Baraques à frites'
Daar keken de Fransen - in Noord-Frankrijk - dan wel even van op. De Noord-Franse krant La Voix du Nord greep het nieuws met beide handen aan en verklaarde zich voorstander van aansluiting bij de Belgen. Want: "het Noorden zonder zijn 'baraques à frites', is het Noorden niet", citeert Le Figaro. Met het Noorden wordt het département Nord bedoeld.

Volgens de Waalse minister van landbouw, René Collin, is dat nog niet zo'n gekke gedachte. "Het Franse Nord en België zijn nauw verbonden. Behalve de frietjes, hebben we nog iets gemeen: een goed humeur", zegt hij in een interview met La Voix du Nord. Maar hij blijft wel Belg: "De Belgische friet is de beste ter wereld. Maar dat neemt niet weg dat onze vrienden uit Nord samen met ons dit symbool van onze gastronomie kunnen claimen".

Fotocredits: 'Dierbaar België', Hendrik Dacquin
Dit artikel afdrukken