In 1995 telden Portugese vogelwetenschappers een dikke 1.000 ooievaars die in Portugal overwinterden. Nu zijn het al 14.000, schrijft Le Figaro. Dat getal staat voor 60% van de Portugese ooievaars. 's Winters krijgen ze bezoek. Het aantal Portugese overwinteraars wordt dan aangevuld met ooievaars uit Frankrijk en zelfs Nederland, die het bij Portugal voor gezien houden en niet langer doorvliegen naar de Sahel.

Volgens vogelonderzoekster Inès Catry van de universiteit van Lissabon is de klimaatverandering debet aan het veranderde gedrag van de dieren. De zachter wordende winters weerhouden "steeds meer vogelsoorten" van migratie. Dat zou met name gelden voor zwaluwsoorten. En om diezelfde reden komen de nog wel migrerende ooievaars steeds vroeger terug. "Al vanaf januari, soms zelfs december", zegt Catry.

De ooievaars weten precies waar het goed toeven is: op de vele vuilstortplaatsen die het land rijk is. Bijvoorbeeld die van Evora, waar kraandrijver José Mathilde al 12 jaar lang het aangevoerde vuil over de stortplaats verdeelt. De vuilnisberg is een hectare groot en 35 meter hoog en voorziet in de behoeften van zo'n 5.000 ooievaars. Ze vinden er een luilekkerland aan voedsel, maar ook de bouwmaterialen voor hun nesten. Ooievaars bouwen en onderhouden hun nest zorgvuldig. Een nest, op ruïnes, bomen of bovenop masten langs de snelwegen, kan wel 500 kilo wegen. Vanuit de verre omtrek slepen ooievaars behalve dennentakken en allerlei soorten twijgjes ook heel andere zaken naar hun nest om die daarin te verwerken: boodschappentassen, plastic flessen en allerlei ander plastic.

Inmiddels staat er Europese wetgeving op stapel die open vuilnisbelten zoals die van Evora verbiedt. Wat dat gaat betekenen voor de ooievaars? Gaan ze opnieuw migreren of vinden ze nieuwe voedselbronnen? "Als ze gaan migreren terwijl ze dat nog nooit hebben gedaan, is het voorstelbaar dat ze minder goed met de elementen om kunnen gaan, maar ook dat ze niet de kracht hebben om lange afstanden af te leggen en daardoor minder overlevingskansen hebben bij het oversteken van de zee", aldus ornitoloog Catry. "Eén ding staat vast: de natuurlijke selectie zal nog strenger zijn."

Kraandrijver José Mathilde houdt het bij zijn praktijkervaring. Hij neemt de ooievaars al 12 jaar waar tijdens zijn werk. Iedere dag vindt hij er wel eentje dood. De dieren eten van het plastic en drinken van zwaar vervuild water. "Daar gaan ze van dood."
Dit artikel afdrukken