Racen tegen de tijd
Deze termijnmarkt trekt naast effectieve gebruikers ook speculanten aan. “Zij kopen grondstoffen louter met het idee ze nadien te verkopen aan een grotere prijs”, zegt Gijsels. “Een eenvoudig voorbeeld: een speculant kan 20 ton aan cacao reserveren via een futurecontract. Dit futurecontract loopt bijvoorbeeld drie maanden, waarna de overeenkomst wordt omgezet in fysieke goederen. Nu, de speculant heeft uiteraard geen verlangen om na drie maanden een krat cacaobonen, olie of bananen voor zijn deur geleverd te zien, want die kan daar niets mee aanvangen.
Het is al zo ver gekomen dat hedgefunds en investment banks zoals Goldman Sachs zich al op de fysieke markt begevenDus zal hij dit futurecontract nog voor het einde van de termijn trachten door te verkopen. Bij voorkeur met winst.”
De tijdelijke aard van futurecontracten, maakt de belegging des te risicovoller. “Wanneer een olietanker naar zijn bestemming reist, kan hij tijdens de vaartocht 20, 30 keer veranderen van eigenaar”, zegt Gijsels. “Maar ooit komt het toe. Als je als belegger het contract in handen hebt, en slechts een halve dag hebt om te verkopen alvorens de deal wordt gefinaliseerd, dan zullen afnemers daar gebruik van maken. Zij weten namelijk dat je dat contract zo snel mogelijk van de hand wil doen, wat maakt dat de belegger op zo’n moment erg zwak staat in de onderhandelingen. Je kan zo hevige verliezen lijden. Meestal gaat het om grote bedragen en grote partijen. Je kan er op korte termijn veel winst mee maken maar ook heel veel verlies. Het is geen markt die ik snel zal aanraden aan particuliere investeerders.”
“Het is al zo ver gekomen dat hedgefunds en investment banks zoals Goldman Sachs zich ook op de fysieke markt beginnen te begeven, zodat men in geval van nood een bestelling toch maar kan aanvaarden en stockeren”, zegt Gijsels nog. “Zo staan ze sterker wanneer ze onderhandelen over een contract dat bijna wordt afgesloten. Al moeten deze investeerders de kostprijs van hun stockageoplossing erbij nemen.”
Boomen als de seventies
Hoe groot de risico's ook mogen zijn, wie het slim speelt, kan grof geld verdienen aan de grondstoffenmarkt. “Cacao is hier een uitstekend voorbeeld”, zegt Gijsels. "Dit is een teelt die slechts in een beperkte regio ter wereld bestaat. 51 procent wordt geproduceerd aan de Ivoorkust. Voor de rest hebben slechts vier andere Afrikaanse landen een noemenswaardige productie. Als er in deze beperkte regio iets misloopt, zoals een natuurramp of slechte weersomstandigheden, dan keldert het aanbod en schiet de prijs de hoogte in. Producenten betalen grof geld voor een termijncontract om toch maar hun grondstoffen te bekomen.”
Vandaag spreekt Gijsels echter van een ongeziene ‘grondstoffenboom’. “Grondstoffen hebben lang niet goed gepresteerd, maar nu zien we het tij keren”, zegt Gijsels. “Net als in de jaren 70 is het big business geworden. Enerzijds heb je ‘soft commodities’. Dat zijn bederfelijke goederen, hoofdzakelijk voeding. Denk maar aan sojabonen, pork bellies, cacao, suiker, katoen of vlas. ‘Hard commodities’ zijn grondstoffen zoals metalen staal en koper. En dan heb je nog een speciale klasse, de edelmetalen zoals goud en zilver.
We evolueren naar een wereld waar kennis van de grondstoffenmarkt zeer interessant zal zijn“Ook bij de hards speelt de wet van vraag en aanbod”, zegt hij. “Enerzijds heb je de vraag naar grondstoffen als kobalt, koper, lithium en nikkel, die van belang zijn voor de elektrische revolutie. Lithium is een belangrijk bestanddeel van batterijen. De wereldmarkt voorspelt dat de vraag maal tien zal gaan. Toch zal de prijs niet in deze mate stijgen, want onze aardkorst bevat erg veel lithium en men zal wellicht aan de vraag kunnen voldoen. Anderzijds heb je koper, waarnaar de vraag vermoedelijk zal verdubbelen. Dit zal een gigantisch effect hebben op de prijs, omdat het zeer moeilijk is om extra koperreserves te vinden. De voorraden zijn te klein, en men krijgt moeilijk een vergunning vast om zulke mijnen te openen omwille van de gevolgen voor het milieu. Er bestaan grondstoffen waar we simpelweg onvoldoende capaciteit hebben om aan de vraag te voldoen. We evolueren naar een wereld waar kennis van de grondstoffenmarkt zeer interessant zal zijn.”
Vooral de speculatie op soft commodities wordt vies bekeken, omdat dit basisgoederen zijn die we elke dag etenDure winkelkar, rijke investeerders
De speculatie op deze grondstoffen, en vooral de soft commodities, leidt echter tot veel kritiek buiten het investeringswezen. “Vooral de speculatie op soft commodities wordt vies bekeken, omdat dit basisgoederen zijn die we elke dag eten”, zegt Gijsels. “Ik werk voor BNP Paribas, een ESG-bank, wat betekent dat wij geen soft commodities zullen opnemen in de investeringsportefeuilles van onze klanten. Wat we wel zullen doen, is tussenpartij spelen bij handel tussen effectieve producenten en gebruikers, geen speculanten.”
Hier zijn ethische redenen voor. Elke prijsschok veroorzaakt door een slechte oogst, wordt door de speculatiemarkt des te groter. “De cacaoprijs is zo drie tot vier keer gestegen”, zegt Gijsels. “Investeerders sprongen massaal op de kar om zoveel mogelijk cacao aan te kopen, waardoor de prijzen des te harder stegen. Zo leidt speculatie ertoe dat deze producten voor iedereen duurder worden, ook in de supermarkt. Maar het tegengestelde gebeurt evenzeer. Wanneer de oogst veel beter is dan verwacht, dan daalt de prijs en slaan investeerders massaal aan het verkopen. Zo wordt de daling extra hevig.”
Liquiditeit
Deze hevige fluctuaties maken echter altijd een golfbeweging. “Speculatie is een hefboom op de reële markt”, zegt Gijsels. “Een investeerder die cacao louter aankoopt als investering, zal het altijd weer verkopen. Zo komt er altijd weer een neerwaartse beweging in de prijs.”
Hoewel het lijkt alsof commodity trading vooral nadelen kent voor niet-beleggers, is dat volgens Gijsels te kort door de bocht. “Dankzij speculanten hebben producenten altijd een afzetmarkt”, zegt Gijsels. “Er is een grotere liquiditeit. Een producent van sojabonen bijvoorbeeld is niet verplicht om zijn producten te verkopen aan de grillige prijzen van de spotmarkt, maar kan kiezen voor zekerheid via de futuresmarkt. Aan de producentenzijde kan een verwerker via de futuresmarkt zich ervan verzekeren om de nodige grondstoffen te reserveren aan een aanvaardbare prijs. In tijden waar vraag en aanbod onzeker zijn, door ziektes en klimaatverandering, is het net extra belangrijk om deze liquiditeit te behouden.”
Hoger en volatieler
"Voor sommige softs bestaat er geen futuresmarkt, wat dus ook nadelen met zich meebrengt”, aldus Gijsels. “Voor granen, koffie, suiker en cacao bestaan futuresmarkten omdat het vrij uniforme producten zijn. Voor landbouwproducten zoals sla, appelen of peren bestaat deze futuresmarkt niet. Dat zijn producten waar honderden varianten op bestaan, te klein en te specifiek om een futuresmarkt op te ontwikkelen. Dat maakt dat producenten er gebonden zijn aan de spotprijs. In de fruitteelt zie je situaties waar men het fruit laat hangen als ze de kosten van de pluk niet kunnen recupereren. Met een futuresmarkt kan je zulke problemen oplossen.”
“Uiteraard kan de boer wel op eigen houtje toekomstcontracten afspreken met de afnemers, maar dat lukt niet altijd”, zegt Gijsels. “Met een futuresmarkt heb je het voordeel dat je zelf geen afnemer hoeft te zoeken.”
“In de softs zie je nu een boom door klimaatverandering”, zegt Gijsels. “Dat zien we nu heel hard bij cacao, en ook bij koffie. Op sommige plekken worden volledige oogsten vernietigd door extreem weer en ziektes. We vermoeden dat de prijzen van klimaatgevoelige producten de komende jaren nog hoger en volatieler zullen zijn.”
Dit artikel maakt deel uit van de contentsamenwerking tussen Foodlog en Vilt.
Op 31 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
De essentie van de termijnhandel was ooit dat het de grilligheid van de markt zou moeten dempen. Producenten van granen, katoen, zuivel etc konden zodoende hun financiele risico op ultra lage prijzen beperken, en de veevoer producenten en bakkers etc konden hun risico op prijs-pieken afdekken. Iedereen had voordeel bij die stabilisatie.
In de loop der jaren zijn regels voor de termijnhandel dermate veranderd zodat ook handelaren die, bij wijze van spreken, het verschil niet (hoeven) kennen tussen tarwe, aardappelen of tabak, kunnen speculeren. Het effect is grotere prijs pieken en diepere dalen, vaak zonder enige directe relatie tot (wereldwijde) vraag en aanbod.
Een voorbeeld daarvan was de paniekmarkt voor commodities direct na de Russische inval in Oekraïne. De markt en aanvoer was inderdaad ontregeld, maar wereldwijd was er graan voldoende (het was met name logistiek probleem). In de periode erna was de dreiging van Poetin om de Zwarte-Zee overeenkomst te beëindigen, steevast reden voor prijspieken op de termijnmarkten. Als Poetin precies op de deadline toch weer instemde, zagen we weer prijsdalingen. Met dat zijn vast een aantal personen fors rijk geworden.
De termijnmarkt zorgt dus eigelijk steeds minder voor zekerheid en stabiliteit bij producenten en gebruikers. Regelmatig spreek ik handelaren in granen (op de fysieke markten), en hun bestaansrecht wordt mede bepaald door prijsschommelingen. In een volkomen vlakke markt valt immers weinig te verdienen. Maar ook zij zien de excessen die door speculanten op de grote financiële market worden versterkt. Er kan in een paar dagen op de termijnbeurs in Chicago meer graan worden verhandeld dan Nederland in een jaar gebruikt.
Termijncontracten en allerlei derivaten Short-Long etc behoeven wellicht een aanpassing van de regels?
Maar welke overheid zou zich daaraan durven wagen?