Duitsland is het belangrijkste uitvoerland voor Nederlands voedsel. Jaarlijks gaat er voor circa 10 miljard euro aan Nederlandse voedselproducten, zoals tomaten, zuivelproducten, paprika’s en eieren, naar onze oosterburen.

Meer dan de helft van de Duitse consumenten is overtuigd van de voedselveiligheid van Nederlandse producten. Slechts een minderheid van 12% heeft geen of weinig vertrouwen en denkt dat producten uit ons land hun gezondheid schade kunnen berokkenen. De Duitse consumenten die geen of weinig vertrouwen hebben, noemen onder meer het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en de hoge producties per eenheid grondoppervlakte.

Duitsers hebben het meeste vertrouwen in de veiligheid van producten uit eigen land (zie de lengte van de groene balk); Franse producten komen op de tweede plaats.

De cijfers zijn het resultaat van een enquête van bureau Panelwizard in opdracht van ABN AMRO. Het onderzoek werd in januari 2021 uitgevoerd onder 1.006 Duitse consumenten.

vertrouwen Duitsers veiligheid voedsel andere landen

Minder dan de helft van de Duitse consumenten heeft (veel) vertrouwen dat Nederlandse voedingsmiddelen duurzaam zijn geproduceerd. Daarmee doet Nederland het niet beter of slechter dan België en Frankrijk, de twee andere in dit onderzoek meegenomen landen uit de Europese Unie (EU). Van de Duitsers zegt 72% het enigszins tot heel belangrijk te vinden dat het eten en drinken dat ze kopen duurzaam is.

vertrouwen Duitse consumenten in duurzaamheid voedsel

Landen buiten de EU worden op zowel het gebied van voedselveiligheid als dat van duurzaamheid sterk gewantrouwd. Duitsers geloven dat Duits voedsel het veiligst en duurzaamst is. Duitse consumenten vertrouwen er toch het meest dat ze met producten uit hun eigen land de minste gezondheidsrisico’s lopen; 62% heeft (veel) vertrouwen dat voedsel van eigen bodem met oog voor mens, milieu en dier is geproduceerd.

ABN AMRO concludeert dat Nederlandse exporteurs duidelijker moeten maken wat zij aan duurzaamheid doen. De bank noemt het belangrijk "om met data te onderbouwen waar en onder welke condities voedsel is geproduceerd. Het is bijvoorbeeld aannemelijk dat binnen vijf tot tien jaar de milieueffecten van producten, bijvoorbeeld in termen van CO₂-uitstoot, op voedselverpakkingen vermeldt staat. Voor bedrijven kan een dergelijk stap een stimulans zijn om deze effecten verder te verlagen."

De grote aandacht voor de herkomst van producten betekent volgens ABN AMRO dat Duitse bedrijven hun buitenlandse leveranciers zorgvuldiger zullen gaan selecteren en dus ook die uit Nederland. Deze leveranciers zullen meer en duidelijker afspraken over verduurzaming moeten maken met de partijen bij wie zij op hun beurt inkopen. Volgens de bank moeten ze investeren in systemen om data over de productie te delen. Het wordt belangrijker om deze informatie actief met afnemers en consumenten te delen om hun vertrouwen te behouden en te vergroten.

Gezien de nadruk op duurzaam voedsel in Nederland vanuit kennisinstellingen, bedrijven, overheid en de media, is het onderzoek een confronterende spiegel: Nederlands voedsel heeft geen bijzonder duurzaam imago onder Duitse consumenten, terwijl Frans voedsel als veiliger wordt ervaren.
Dit artikel afdrukken