In 2012 stelde de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) de nodige tekortkomingen vast bij de producenten van separatorvlees. Daarom voerde de toezichthouder vorig jaar nogmaals controles uit. Met bedroevende conclusies.

Bij maar liefst 11 van de 16 partijen werd niet voldaan aan één of meer microbiologische meetpunten. De inspecteurs vonden bacteriële besmetting met E.coli, salmonella en afwijkingen in het aërobe kiemgetal, schrijft VTM. Bij de controles werd gekeken naar de 8 meest kritische punten in het proces. In totaal werden er op de 160 inspectie-items 41 schriftelijke waarschuwingen uitgeschreven en 1 boeterapport. De meeste afwijkingen betroffen etikettering (80%), kwaliteit van de grondstoffen (40%) en productiehygiëne (30%).

Onvoldoende beheersing van het productieproces
In zijn jaarverslag stelt de NVWA dat separatorvleesbedrijven hun productieproces onvoldoende beheersen en daardoor niet alle gezondheidsrisico's uitsluiten. Met name producten waarbij het de fabrikant zelf niet zijn eindproducten gaart, maar dit aan de consument overlaat (denk aan slavinken), kan niet gegarandeerd worden dat alle bacteriën dood gaan.

Betere kwaliteit grondstoffen
De NVWA dringt er bij producenten van separatorvlees op aan betere grondstoffen te gebruiken. De geconstateerde overschrijdingen wijzen volgens de toezichthouder op grondstoffen van onvoldoende kwaliteit.

COV: 'Daling van 2013 in 2014 doorzetten'
De Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV) erkent de kritiek van de NVWA, schrijft VTM, maar wijst er op dat er sinds 2012 wel degelijk sprake is van een verbetering. "Bedrijven moeten ervoor zorgen dat de daling van 2013 in 2014 wordt doorgezet”, zegt een COV-woordvoerder. Ook dit jaar voert de NVWA stringente controles uit bij de separatorvleesproducenten. Volgend jaar zal duidelijk worden of de separatorvleesproducenten hun boel inmiddels beter op orde hebben gekregen.
Dit artikel afdrukken