In 2016 werd een in opdracht van de overheid geschreven rapport over de gevaren van de fijnstofuitstoot van veehouderijbedrijven in het grensgebied van Oost-Brabant en Noord-Limburg na veel aarzeling door de betrokken ministeries (EZ en I&M) vrijgegeven. Het werd bekend onder de naam VGO-onderzoek. De onderzoeksresultaten zijn contextgebonden en konden geen oorzakelijke verbanden leggen. Daarom zijn ze weinig bruikbaar als onbetwistbare feitelijke waarheidsvinding. Onmiddellijk stak van boerenzijde een golf van protest op en kwamen tegen het onderzoek pleitende wetenswaardigheden op tafel. De gebrekkigheid van het onderzoek wreekt zich in de discussie over te nemen maatregelen. Welke maatregelen moeten worden genomen blijft voortdurend in het midden. De Raad van State beoordeelde het VGO-rapport als ongeschikt voor besluitvorming.

Gisteren werd door het Rijkinstituut voor Volkgezondheid en Milieuhygiene RIVM) in samenwerking met andere instituten een nieuw onderzoek gepresenteerd in hetzelfde kader. Volgens het persbericht constateren de onderzoekers 'vaker longontstekingen in de buurt van veehouderijen'. De tekst van het zorgvuldig opgestelde persbericht formuleert de basis voor die conclusie als volgt:

Mensen die in de buurt van pluimvee- en geitenhouderijen wonen hebben vaker last van longontstekingen. In het onderzoeksgebied krijgen elk jaar ongeveer 1650 mensen per 100.000 inwoners een longontsteking. Ruim 200 longontstekingen hebben een verband met wonen in de buurt van pluimveehouderijen en geitenhouderijen. Dat blijkt uit de aanvullende studies van het grootschalige onderzoek Veehouderij en de gezondheid van omwonenden (VGO) uitgevoerd door Universiteit Utrecht, Wageningen University and Research, NIVEL en het RIVM. De nieuwe resultaten bevestigen eerdere uitkomsten van VGO in 2016.

Mensen die tot 1 km afstand wonen van een pluimveehouderij krijgen vaker een longontsteking. Gemiddeld 119 van de ruim 200 extra longontstekingen die gerelateerd zijn aan veehouderijen kunnen toegerekend worden aan pluimveehouderijen. Waarschijnlijk worden deze extra longontstekingen veroorzaakt door fijnstof en endotoxinen. Deze kleine deeltjes irriteren de luchtwegen waardoor mensen bevattelijker zijn voor longontstekingen.

Wat die zekerheid wetenschappelijk waard is, specificeren ze niet. Wel specificeren ze de verbanden die ze menen te zien
Ook rond geitenhouderijen hebben mensen vaker een longontsteking. Deze toename is te zien in alle onderzochte jaren van 2009 tot en met 2013. Van de ruim 200 extra longontstekingen die verband hebben met wonen in de buurt van veehouderijen zijn er gemiddeld 89 te relateren aan het wonen bij geitenhouderijen. Het is nog onduidelijk wat de oorzaak is van deze longontstekingen. Wel is al duidelijk dat Q-koorts geen verklaring van het verhoogde risico vanaf 2011 biedt. Geitenhouderijen stoten voor zover bekend weinig fijnstof en endotoxinen uit. Om specifieke oorzaken van deze toename te achterhalen is meer onderzoek nodig. Pas dan kunnen bedrijfsgerichte maatregelen aanbevolen worden.


'Meer onderzoek'
De onderzoekers pleiten - net als na het presenteren van het VGO-onderzoek - voor "meer onderzoek" en zeggen in het persbericht voorts nu "meer zeker" te zijn van verbanden die uit het VGO kwamen. Wat die zekerheid wetenschappelijk waard is, specificeren ze niet. Wel specificeren ze de verbanden die ze menen te zien. Mensen die in de buurt van veehouderijen wonen hebben minder astma en allergie. In de buurt van veehouderijen wonen minder mensen met COPD, maar zij hebben wel ernstigere klachten en gebruiken meer medicijnen. Mensen met veel veehouderijen rond hun woonhuis kunnen een iets verminderde longfunctie hebben. Mensen in het gehele onderzoeksgebied hebben een verminderde longfunctie wanneer de ammoniakconcentratie (afkomstig uit mest) in de lucht hoog is; een en ander onafhankelijk van de afstand tot de veehouderij. Hepatitis E-virus infecties en de resistente bacteriën Clostridium dificille en ESBL-producerende bacteriën komen niet vaker voor bij mensen die in de buurt van een veehouderij wonen.

Gezond verstand van infectieziekten
De onderzoeken spelen een belangrijke rol in het beteugelen van de uit de ruimtelijke ordeningsregels gegroeide veehouderij in met name Oost-Brabant. In een interview kort voorafgaand aan de publicatie van het VGO-onderzoek verklaarde GGD-arts Jos van de Sande dat er slechts gezond algemeen verstand van infectieziekten nodig is om de gewenste maatregelen te bepalen.
Dit artikel afdrukken