Met dat idee in hun achterhoofd bracht een team onderzoekers van de Harvard Medical School het microbioom van een aantal topatleten in kaart, meldt Science Daily.

De onderzoekers ontdekten dat marathonlopers in hun darmen bacteriën hebben die belangrijk zijn bij het afbreken van melkzuur, dat deels verantwoordelijk is voor vermoeidheid. De bacteriën van ultramarathonlopers bleken ver bovengemiddeld goed te zijn in het afbreken van koolhydraten en vezels. Olympische roeiers beschikten niet over die bacterie. Er is mogelijk enige relatie tussen de soorten darmbacterie en de sport die beoefend wordt.

Al eerder wezen wetenschappers op de rol die darmbacteriën spelen bij herstel en het energiemetabolisme. Op individuele basis wordt er hier en daar al geëxperimenteerd met atletenpoep als dopingsmiddel. Of het verhuizen van bacteriën van de ene atleet naar de andere effect heeft op prestaties is echter nog niet duidelijk.

De onderzoekers willen op korte termijn een databank aanleggen met de bacteriën van topsporters om daar probiotica van te maken. Het door hen opgerichte bedrijf ‘Fitbiomics’ moet de nieuwe probiotica gaan verkopen. Voorlopig komt het er op neer "dat we aan biologische datamining doen bij de meest fitte en gezonde mensen ter wereld om met de informatie die we boven halen henzelf en anderen te helpen", zegt onderzoeksleider Jonathan Scheiman.
Dit artikel afdrukken