Rattengif komt onbedoeld voor in veel wilde vogels en zoogdieren. Dat geldt vooral voor knaagdiereters zoals steenmarter, steenuil, vos, bunzing, kerkuil en buizerd. Ook de vogeljagende havik en sperwer scoren hoog. De doorvergiftiging van rattengif is nog steeds groot.
Dat concluderen CLM Onderzoek en Advies, het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC), Bureau Waardenburg en Stichting Kennis- en Advies-centrum Dierplagen (KAD) op basis van onderzoek dat werd uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Daarom zou het verstandig zijn om de toepassing van ratten- en muizengif (rodenticiden in vaktaal) verder te beperken.
Cameravallen
Om ratten en muizen te bestrijden plaatsen plaagdierbeheersers lokdozen met giftig lokaas. Cameravallen lieten zien dat ook andere dieren bij - of zelfs in - de lokdozen komen, met name andere muizensoorten zoals spitsmuizen en verschillende zangvogels (in defensietermen heet dat: collateral damage van niet-doelsoorten dus). Muizen slepen zelfs lokaas uit de lokdozen naar buiten, waardoor andere soorten, ook vogels, rodenticiden kunnen opnemen. Deze route is nog niet eerder in beeld gebracht en kan ongewenste blootstelling veroorzaken.
Hoge concentratie rodenticiden
In totaal zijn in 160 onderzochte levermonsters 10 verschillende stoffen gevonden. De meest frequent gevonden stoffen zijn bromadiolone, brodifacoum, difethialon en difenacoum. De hoogste concentraties zijn aangetroffen in knaagdiereters: vos, steenmarter, bunzing en wezel. Ook in kerkuil, steenuil en torenvalk zijn relatief hoge concentraties gemeten. In 8 monsters was de gevonden concentratie zelfs even hoog als die van volgens de literatuur aan rodenticiden gestorven dieren.
Contaminatie via drie routes
De studie laat zien dat contaminatie plaatsvindt via drie routes:
1. Via het direct eten van lokaas door niet-doelsoorten. Bij de huisspitsmuis, bosmuis en naaktslakken werden rodenticiden aangetroffen; bij merel, vink, groenling en huismus niet.
2. Via het eten van doelsoorten die rodenticiden bevatten. De huismuis, zwarte en bruine rat kunnen zo een bron van doorvergiftiging vormen voor hun predatoren.
3. Via doorvergiftiging door het eten van niet-doelsoorten, zoals bijvoorbeeld sperwer, das en egel. De studie laat zien dat 54% van de dieren die zijn onderzocht rodenticiden bevatten.
Onderstaande figuur laat de mogelijke routes zien waarlangs dieren rodenticiden binnenkrijgen en in welke soorten ze wel of niet zijn aangetroffen.
Beleid rodenticiden
De bruine en zwarte rat en de huismuis mogen in Nederland onder strikte voorwaarden worden bestreden met rodenticiden. Buiten gebouwen is bestrijding alleen toegestaan door gecertificeerde plaagdierbeheersers. Sinds het Integraal Plaagdier Management/Integrated Pest Management (IPM) protocol uit 2017, mag dat pas nadat zij eerst hebben geprobeerd de plaag zonder gif en met preventieve maatregelen of klemmen onder controle te krijgen.
Toch blijkt de doorvergiftiging sinds de toepassing van IPM niet aantoonbaar te zijn afgenomen. Onderzoek naar de manier waarop IPM-praktijk wordt toegepast kan daar meer duidelijkheid over brengen. Ook monitoring van de effectiviteit van het IPM-beleid door de aanwezigheid van rodenticiden bij indicatorsoorten zoals de vos zal een beter inzicht verschaffen in het succes van het beleid.
Dit artikel afdrukken
Cameravallen
Om ratten en muizen te bestrijden plaatsen plaagdierbeheersers lokdozen met giftig lokaas. Cameravallen lieten zien dat ook andere dieren bij - of zelfs in - de lokdozen komen, met name andere muizensoorten zoals spitsmuizen en verschillende zangvogels (in defensietermen heet dat: collateral damage van niet-doelsoorten dus). Muizen slepen zelfs lokaas uit de lokdozen naar buiten, waardoor andere soorten, ook vogels, rodenticiden kunnen opnemen. Deze route is nog niet eerder in beeld gebracht en kan ongewenste blootstelling veroorzaken.
Hoge concentratie rodenticiden
In totaal zijn in 160 onderzochte levermonsters 10 verschillende stoffen gevonden. De meest frequent gevonden stoffen zijn bromadiolone, brodifacoum, difethialon en difenacoum. De hoogste concentraties zijn aangetroffen in knaagdiereters: vos, steenmarter, bunzing en wezel. Ook in kerkuil, steenuil en torenvalk zijn relatief hoge concentraties gemeten. In 8 monsters was de gevonden concentratie zelfs even hoog als die van volgens de literatuur aan rodenticiden gestorven dieren.
Contaminatie via drie routes
De studie laat zien dat contaminatie plaatsvindt via drie routes:
1. Via het direct eten van lokaas door niet-doelsoorten. Bij de huisspitsmuis, bosmuis en naaktslakken werden rodenticiden aangetroffen; bij merel, vink, groenling en huismus niet.
2. Via het eten van doelsoorten die rodenticiden bevatten. De huismuis, zwarte en bruine rat kunnen zo een bron van doorvergiftiging vormen voor hun predatoren.
3. Via doorvergiftiging door het eten van niet-doelsoorten, zoals bijvoorbeeld sperwer, das en egel. De studie laat zien dat 54% van de dieren die zijn onderzocht rodenticiden bevatten.
Onderstaande figuur laat de mogelijke routes zien waarlangs dieren rodenticiden binnenkrijgen en in welke soorten ze wel of niet zijn aangetroffen.
Beleid rodenticiden
De bruine en zwarte rat en de huismuis mogen in Nederland onder strikte voorwaarden worden bestreden met rodenticiden. Buiten gebouwen is bestrijding alleen toegestaan door gecertificeerde plaagdierbeheersers. Sinds het Integraal Plaagdier Management/Integrated Pest Management (IPM) protocol uit 2017, mag dat pas nadat zij eerst hebben geprobeerd de plaag zonder gif en met preventieve maatregelen of klemmen onder controle te krijgen.
Toch blijkt de doorvergiftiging sinds de toepassing van IPM niet aantoonbaar te zijn afgenomen. Onderzoek naar de manier waarop IPM-praktijk wordt toegepast kan daar meer duidelijkheid over brengen. Ook monitoring van de effectiviteit van het IPM-beleid door de aanwezigheid van rodenticiden bij indicatorsoorten zoals de vos zal een beter inzicht verschaffen in het succes van het beleid.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Ja, laten we ook eens denken aan de bedreigde plantensoorten.
Wat dacht je van serieus stikstofbeleid?
Overigens: met steenuil en torenvalk (bijna exclusieve muizenjager) gaat het helemaal niet zo goed.
#3 Ik constateer gewoon dat de genoemde predatoren praktisch allemaal de laatste 40 jaar in aantal zijn toegenomen terwijl de beperkingen op ratten gif iets van de laatste paar jaar is, met alle gevolgen van dien (ik weet nog dat je het vroeger gratis bij de gemeente kon halen, gelukkig mogen de huiskatten nog los lopen.....) Teken een schema bij je artikel en het oogt meteen een stuk wetenschappelijker.
Ik denk dat we zo langzamer hand in ieder stukje materie wel alle bende van de laatste 100 jaar kunnen vinden, laten we ons druk maken om de delen vd natuur die achteruit gaan en geen probleem scheppen door een niet bestaand probleem op te lossen.
#1, ej, begrijp ik dat je het bericht ontkent?
In Trouw staat het wat uitgebreider. Het spul is 'potentieel dodelijk' voor tal van muizenjagende roofdieren als marter, vos, hermelijn, uil, das.
Dus ja, dan kan je ook stellen dat het met veel roofdieren nog 'behoorlijk goed gaat', omdat ze nog niet dood zijn.
We kunnen er wel wat aan doen. Hier wilde ik vorige maand even pauzeren (A2). Er zaten talrijke gaten in de grond alsof er paaltjes uitgetrokken waren. Natuurlijk is het bij mensen veel aantrekkelijker dan in de natuur waar het hard werken en gevaarlijk is om aan de kost te komen.
Los van het verhaal gaat het met de populaties genoemde predatoren behoorlijk goed en loopt het rattenverhaal best uit de klauwen, ik denk dat de groot deel van de stalbranden van de laatste jaren aan de knagertjes te wijden zijn en ook in de bebouwde kom zie je steeds meer ratten (op 4 poten)