Het komt zelden voor dat een rijksdienst een officieel commentaar publiceert op een artikel in de media. Dan is er beslist wat aan de hand.

Maar soms gebeurt dat toch, zoals afgelopen woensdagavond. Het rijksinstituut RIVM plaatste toen een officieel commentaar op mijn artikel in V-focus ‘Impact van fijnstof zwaar overdreven’ op de website Platform Veehouderij en Volksgezondheid (deze website wordt beheerd door het RIVM). Ook de snelheid van plaatsing valt op. Politica Helma Lodders van de VVD had juist Kamervragen gesteld over het artikel, maar kennelijk wilde het Platform niet wachten op de antwoorden.

Wat is er aan de hand RIVM?
Welke criteria hanteert het RIVM (woordvoerder van het Platform) voor het publiceren van een officieel commentaar op een media-artikel? “Onze inhoudelijke mensen hebben het artikel bestudeerd. En in dit geval vonden wij het nodig om te reageren omdat wij het artikel ondeugdelijk vonden”, aldus de woordvoerder. Is dit het enige ondeugdelijke artikel dat in het afgelopen jaar is aangetroffen? (Immers, er hadden anders meer commentaren te vinden moeten zijn). De woordvoerder wil er weinig over kwijt: “Het is een stevig stuk wat je schreef en er zijn Kamervragen over gesteld.” Hadden die Kamervragen niet eerst beantwoord moeten worden? “In dit geval vonden wij van niet.”

De kernvraag van het V-focusartikel is: komen in gemeenten met jaarrond meer luchtvervuiling, ook meer aandoeningen voor veroorzaakt door die luchtvervuiling?
Welke rol speelt de GGD?
Dat er een officieel commentaar zou komen vanuit het Platform Veehouderij en Volksgezondheid dat wist ik. Dat was me juist die ochtend verteld door de GGD, één van de partners binnen het Platform. Mijn artikel deed veel stof opwaaien en kwam ook nog op een ongelegen moment. Op 14 oktober organiseert het Platform namelijk een groot symposium over veehouderij en volksgezondheid. De GGD-meneer die me erover opbelde heeft zitting in diverse kennisgroepen op het terrein van veehouderij en milieu.

Vervolgens benaderde hij me nog even via social media. En wat iedere journalist dan toch even doet, is kijken wat de GGD zoal bezighoudt. Verrassend was de constatering dat de GGD hier actief berichten van politieke en belangenclubs deelt, zoals van GroenLinks, actiegroep Knakdeworst, Milieudefensie, waaronder afkeurende waarderingen over de veehouderij. Is het een taak van de GGD om stelling te nemen in het politieke debat? Toch maar even navragen bij de organisatie. “Nee, dit is niet de bedoeling”, aldus de GGD-woordvoerder. “Wij zijn onafhankelijk, neutraal en zonder bedoelingen.” Om een langer gesprek kort te houden: het lobbywerk op social media zou op persoonlijke titel plaatsvinden, en dat kan de GGD haar medewerkers niet verbieden. In dit geval staat de GGD er als afzender bij en is de medewerker redelijk anoniem.

Is het niet frappant dat een journalist die op onderzoek uitgaat, vragen stelt, feiten checkt en wederhoor toepast, en tot de conclusie komt dat deze hypothese aannemelijker is, de autoriteiten bang worden de discussie niet meer in de hand te houden?
Inhoudelijke reactie voor beleid en wetenschap
De kernvraag van het V-focusartikel is: komen in gemeenten met jaarrond meer luchtvervuiling, ook meer aandoeningen voor veroorzaakt door die luchtvervuiling? Inmiddels wordt op steeds grotere schaal aangenomen en uitgedragen dat dit zo is. V-focus is op zoek gegaan naar de onderbouwing van deze aanname, maar heeft hiervoor geen enkel bewijs kunnen vinden. Waarom dan niet uitgaan van de hypothese: met de huidige mate van Nederlandse luchtvervuiling (jaarrond), vind je geen verschillen tussen gemeenten? Is het niet frappant dat een journalist die op onderzoek uitgaat, vragen stelt, feiten checkt en wederhoor toepast, en tot de conclusie komt dat deze hypothese aannemelijker is, de autoriteiten bang worden de discussie niet meer in de hand te houden?

Tot slot, als iemand onderbouwing kan leveren voor de gestelde vraag, ontvang ik die heel graag.

Dit artikel verscheen gisteren in vakblad V-focus.

*Figuur links: Luchtkwaliteit in Nederland (fijnstof, NH3 en NO2). Rood: relatief vuile lucht. Blauw: relatief schone lucht. Figuur rechts: Aantal aandoeningen (mede) gerelateerd aan luchtkwaliteit, per 1000 inwoners. Rood: relatief veel aandoeningen. Blauw: relatief weinig aandoeningen.
Dit artikel afdrukken