Op de automatische piloot
Wij zien obesitas voornamelijk als een gevolg van een ongezonde inrichting van de samenleving. Het overweldigende aanbod van ongezonde voeding en een omgeving waarin er weinig noodzaak is tot bewegen, maakt mensen ziek.
Het overweldigende aanbod van ongezonde voeding en een omgeving waarin er weinig noodzaak is tot bewegen, maakt mensen ziekMaar mensen kiezen uiteindelijk zelf, toch? Nee, dat is een illusie. We kunnen niet de verantwoordelijkheid bij het individu leggen. Verreweg de meeste voedselkeuzes maken we namelijk op de automatische piloot. Al het eten om ons heen beïnvloedt onze keuzes sterk. Mensen kiezen sneller wat voor het grijpen ligt en wat in ruime mate aanwezig is. In de supermarkt bestaat maar liefst 80% van het aanbod uit ongezonde producten.
Ook de prijs heeft invloed. Gezond eten is voor veel Nederlanders niet betaalbaar en vanzelfsprekend. Daarnaast zijn er ook allerlei onderliggende oorzaken die het risico op obesitas vergroten. Denk aan het moeite hebben met lezen, eenzaamheid, depressie, stress en trauma. In de factsheet van de bovenstaande richtlijn staan alle mogelijke oorzaken op een rij. Mensen kunnen ook de vragenlijst Check Oorzaken Overgewicht invullen en meenemen naar hun zorgverlener om te bespreken.
De mensen achter de getallen
Veelal gaat het in de media over de kosten van obesitas, over de toename ervan en over de gevolgen voor de volksgezondheid. Als we het hebben over obesitas zou het wat ons betreft minder mogen gaan om anonieme cijfers en meer om de individuen erachter. We gunnen iedereen een gelukkig en lang leven in goede gezondheid.
Waarom noemen we geluk? Het gaat niet alleen om een ziekte, maar ook om het effect dat obesitas kan hebben op het dagelijks leven, zoals minder goed kunnen bewegen of te maken krijgen met negatieve reacties. In de samenleving kleeft een enorm stigma aan obesitas. Er zijn allerlei onbewuste vooroordelen, zoals dat mensen lui zouden zijn of geen wilskracht zouden hebben. En ook zaken als discriminatie op straat, op de arbeidsmarkt en helaas zelfs in de medische wereld. Ten grondslag ligt het idee dat overgewicht en obesitas de schuld is van het individu – ‘elk pondje gaat door het mondje’. Maar zoals we hierboven al hebben benoemd, zo simpel is het niet.
Net zoals het ongezonde voedselaanbod op allerlei plekken, zijn we stigmatisering van mensen met obesitas ook ‘normaal’ gaan vindenNet zoals het ongezonde voedselaanbod op allerlei plekken, zijn we stigmatisering van mensen met obesitas ook ‘normaal’ gaan vinden. We zijn er blind voor geworden dat we deze mensen niet zien als volwaardig. Let maar eens op foto’s in de media: een buik, een dikke hand die een patatje eet, of mensen die alleen van achteren te zien zijn. Zulke beelden ontmenselijken en versterken negatieve aannames. Gelukkig kunnen we hier iets aan doen door ons bewust te worden van dit gedrag.
Is het Voedingscentrum dan perfect? Nee, het onbewuste is ontzettend hardnekkig. Maar we proberen er wel zo goed mogelijk op te letten. Bijvoorbeeld met afspraken over taalgebruik en beelden die we wel en niet gebruiken. Ook hebben we recent de Nederlandse Vereniging voor Overgewicht en Obesitas (NVOO) mee laten lezen op onze pagina’s over afvallen. We weten dat we zelf de doelgroep niet zijn, net zoals met andere onderwerpen. Daarom staan we altijd open voor feedback. Het blijft een proces.
De samenleving aan zet
Obesitas is een chronische ziekte, omringd met vooroordelen, ontstaan door een ziekmakende samenleving. Het individu is niet de schuldige. Kortom, de samenleving is aan zet. Vooral de overheid kan echt het verschil maken. Wetenschappelijke inzichten maken al jaren duidelijk wat nodig is om obesitas aan te pakken. Het Voedingscentrum heeft deze maatregelen samengevat in de 10 gouden grepen voor een gezond en duurzaam beleid. Het zal niet verbazen dat het verbeteren van de eetomgevingen en prijsmaatregelen daar onderdeel van uitmaken.
Ondertussen werkt het Voedingscentrum aan preventie door voorlichting te geven aan consumenten, professionals handvatten te bieden en eetomgevingen gezonder te maken. We zetten ons ook in om vooroordelen rondom obesitas te verminderen. Doe jij mee?
Op 30 december krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Afschuiven op anderen is net zo slap als je laten verleiden. Als kinderen in die leeftijd ook af en toe bezoek in hun schoolklas zouden krijgen of op School TV van vrijwilligers die MacDo en KFC platliepen en daarover vertellen zodat ze de gevolgen zien. De ene toont zijn geamputeerde voeten, (onder)benen, de andere haar morbide overgewicht, etc. Confrontatie maakt pas echt indruk.
Variant op David Groenteman.
#5 Theo, " Wat je als kind tussen je 6e en 12e van je ouders te eten krijgt (voorbeeldgedrag) bepaalt grotendeels het boodschappenlijstje van iemands verdere leven. Zo eenvoudig kan het zijn."
Misschien dat dat voor jou zo gold, maar tegenwoordig maken de super en MacDo daarna (middelbare school) dat boodschappenlijstje danig anders, tesamen met allerlei reclames en social media, zeg maar kapot.
En dan heb je ook nog die vetcellen met een geheugen, wil je afvallen, lukt dat maar niet, troost je je met weer meer eten.
't is niet zo simpel.
Je kan er over dit onderwerp nog zoveel woorden en zinsconstructies aan vuil maken als je wilt maar alles is al vele malen eerder gezegd, bespiegeld en uitgemolken. Een grijs gedraaide grammofoonplaat. Wat je als kind tussen je 6e en 12e van je ouders te eten krijgt (voorbeeldgedrag) bepaalt grotendeels het boodschappenlijstje van iemands verdere leven. Zo eenvoudig kan het zijn.
Urgentiebias.
Obesitas is het gevolg van een ziekmakende samenleving. Ik ben het eens met deze conclusie. Ik vind ook dat de samenleving aan zet is en dat de eetomgeving veranderd zou moeten worden. Alleen ben ik het al wat minder eens met de propositie dat 'wetenschappelijke inzichten al jaren duidelijk maken wat nodig is om obesitas aan te pakken'. En ik maak me het meeste zorgen of we met de wetenschap in de hand en alle partijen die werken aan gezondheidsinterventies wel het verschil gaan maken.
Laten we beginnen met de claim dat de wetenschap al jaren weet wat er nodig is om obesitas aan te pakken. Fysiologisch heeft de wetenschap wel een beeld hoe obesitas ontstaat: simpel gezegd: te veel eten, te weinig bewegen. Als het gaat om het ontstaan van obesitas in de maatschappij weten we meer niet dan wel. We weten dat het een multifactoriële oorzaak heeft. Maar welke factoren het precies zijn en welke factoren hier doorslaggevend in zijn, is niet zo duidelijk. We zitten meer achter het beeldscherm. We zitten überhaupt meer. Gezond eten is te duur (althans, dit is het mantra). Het aanbod in de supermarkt is ongezond (ook een matra). Porties zijn vergroot. Et cetera. Als hier al onduidelijkheden over zijn, is het natuurlijk de vraag waar we op moeten interveniëren en wat de kans op succes dan zou zijn van die interventies. Het werkt niet om interventies op allerlei factoren in te zetten, omdat de oorzaak multifactorieel is. We moeten een goed beeld hebben wat echt werkt en wat niet.
Waarom heb ik niet het gevoel dat de meeste gezondheidsinterventies gaan werken? In de eerste plaats omdat er te grote aannames worden gemaakt en te grote beloften worden gedaan in de voorgestelde interventies. Dit heeft wel verschillende verklaringen. De belangrijkste is dat het gevoel van urgentie op het gebied van obesitas (terecht!) erg hoog is. Dus: we kunnen niet stil zitten en er moet iets gebeuren. Dit heeft tot gevolg dat we dan maar dingen gaan doen en alle aannames die daarachter zitten voor lief nemen en (erger nog) negeren en niet ter discussie stellen. Urgentiebias noem ik dit. Laat ik hiervan een voorbeeld geven.
Urgentiebias bij Nutri-Score
In Nederland is onder de voedingswetenschappers grote weerstand tegen de Nutri-Score. De wetenschappelijke onderbouwing is niet op orde en de Nutri-Score is niet in lijn met de Schijf van Vijf. Dat betekent dat bij invoering ervan twee elkaar tegensprekende voorlichtingsmodellen van kracht zijn. Ondanks dat er bijna unanimiteit is onder de voedingswetenschappers tegen Nutri-Score is de visie van de Gezondheidsraad anders. In een interview over de steun van de Gezondheidsraad voor de Nutri-Score zei de voorzitter van de Beraadsgroep Voeding hierover in de NRC na de constatering dat de Nutri-Score toch een gemankeerd logo is: “…obesitas en chronische ziekten nemen enorm toe, je moet alles grijpen wat voor handen is” en “Niets doen is niet per se de veilige keuze” (2).
Succesbias van prijsmaatregelen.
Dat gevoel van urgentie geeft dus enorme druk iets te moeten doen. Ook bij andere maatregelen kan je de vraag stellen: werken die eigenlijk wel. Dit geldt ook voor prijsmaatregelen. Frisdranktaks lijkt effectief te zijn. De vraag is waarop? Op de samenstelling van frisdrank? Op de inname van suiker? Op het verminderen van overgewicht? De bewijskracht neemt in dit rijtje natuurlijk af. Op basis van aannames achter het (beperkte) succes van de frisdranktaks en het ‘grote succes’ van prijsmaatregelen op tabak is men geneigd dit door te gaan vertalen naar andere producten met verschillende doelstellingen. Wat maakt een prijsmaatregel eigenlijk effectief? Het moet duidelijk zijn voor de consument waar het om gaat, zoals bij de prijsmaatregel op tabak. Het handelingsperspectief voor de interventie moet duidelijk zijn: wel of geen sigaretten kopen. We zien met betrekking tot roken dat er het laatste decennium een ongewenst effect heeft plaatsgevonden: e-cigarettes. Met het verschijnen van een alternatief is er iets onvoorziens gebeurd. Jongeren gaan aan de e-cigaret en daarna gewoon weer roken. In de supermarkt zal hetzelfde gebeuren. Als je de frisdranktaks gaat uitbreiden naar een suikertaks dan vinden de prijsmaatregelen ineens op verschillende plaatsen in de supermarkt plaats en niet alleen in het frisdrankschap. Als je dan ook nog eens in de toekomst met een vleestaks komt en andere prijsmaatregelen, dan leidt dit tot een lappendeken aan prijseffecten in een enkel winkelmandje en kan je op je vingers natellen dat het effect weg is. Het enige wat overblijft is een duurder supermarktmandje en dus inflatie. En dan wil ik ook even een taboe doorbreken over de effectiviteit van een heel sympathieke maatregel: het goedkoper maken van groente en fruit. Leidt dat tot een gezondere keuze? Modellen zeggen van wel. Maar die modellen gaan wel uit van het gegeven dat als de consument een euro minder voor groente en fruit betaald, deze euro nog steeds wordt uitgegeven in de supermarkt en aan groente en fruit. Hier is ook wel iets tegen te zeggen. De consument ziet pas op de kassabon dat groente en fruit iets goedkoper zijn. Welke consument denkt dan bij de volgende keer boodschappen doen: laat ik een kilo peren extra kopen? De consument zal denken: mijn boodschappen zijn een euro goedkoper, ik houd aan het einde van de maand een euro over. Het kleine succes van de frisdranktaks wordt door urgentiebias vertaald naar meer prijsinterventies met het grote risico dat het effect juist wegvalt. Succesbias?
Mantra’s.
Door het gevoel van urgentie en de druk dat er iets moet gebeuren is het taboe geworden om effectiviteit van interventies kritisch te bekijken. Dit heeft geleid tot mantra’s. ’80% van het supermarktaanbod is ongezond”. Zelfs het Voedingscentrum herhaalt dit mantra. De basis van deze claim zou de Richtlijnen Schijf van Vijf zijn. Alleen in deze richtlijnen staat geen definitie van wat een ongezond product is. Ik durf zelfs te stellen dat het wel of niet behoren van een product tot de Schijf van Vijf niet het criterium is van gezond-ongezond. Ik ben benieuwd wat Petra Verhoef hiervan vindt. Andere mantra’s zijn: ‘Prijsmaatregelen zijn effectief’, ‘niets doen is geen optie’. Met deze mantra’s en urgentiebias is de zelfkritiek verdwenen en staan de voedselautoriteiten en voedingswetenschappers zelf een effectief preventiebeleid in de weg.
Hoe verder?
Om tot een succesvol preventiebeleid op het gebied van obesitas te komen, is het van groot belang dat er onderscheid gemaakt gaat worden tussen wat de wetenschap biedt, namelijk feiten die een puzzelstukje bieden in het beantwoorden van een wetenschappelijke vraagstelling en de mening en interpretatie van de wetenschappers en voedselautoriteiten. Als we ons hier beter van bewust zijn, is de kans groter dat de juiste vragen worden gesteld met het effectief maken van interventies. Ook in de voedingswetenschap moeten er beter kritische vragen worden gesteld. Op dit moment is de wetenschap grotendeels bezig met het zoeken naar bevestiging van eigen aannames in plaats van fundamentele vragen te stellen. In het voorbeeld Nutri-Score is niet de vraag: welke studies passen bij het bevestigen van de werking van het logo, maar welke studies zijn er nodig om de werkelijke effectiviteit vast te stellen? Bij prijsmaatregelen kan je niet aannemen dat een enkelvoudige prijsmaatregel direct vertaald kan worden in een lappendeken aan prijsmaatregelen in de supermarkt, maar de effectiviteit van meerdere prijsmaatregelen onderzoeken in een echte supermarkt. Dit op basis van de kassabonnen gevolgd in de tijd. We moeten erkennen dat de meeste interventies op dit moment experimenteel zijn en op zijn best theoretisch onderbouwd.
Ik realiseer met dat we voor een grote uitdaging staan als het gaat om preventie van obesitas. Maar ik denk dat we met de urgentiebias waar we nu onder werken de kans op ineffectieve interventies enorm groot is. Ik hoop dat mijn reactie helpt om kritiek te omarmen om vooruit te komen in plaats van kritiek te negeren, omdat de urgentie te groot is om er rekening mee te houden.
(1). https://www.science.org/doi/10.1126/science.adg2718
(2). https://www.nrc.nl/nieuws/2023/01/13/hoe-kan-een-pizza-gezond-zijn-de-nieuwe-nutri-score-matcht-moeilijk-met-de-schijf-van-vijf-a4153925?t=1732692473
‘We kunnen niet de verantwoordelijkheid bij het individu leggen.’
Oplichting, diefstal, doodslag, moord, brandstichting, verkrachting. Als men toerekeningsvatbaar is wordt de verantwoordelijkheid voor deze daden hiervoor altijd bij het individu (dader) gelegd.
Waarom zijn alle obese mensen niet toerekeningsvatbaar?