De NVWA gunde 's lands financiële krant het voorrecht om bijzondere uitspraken uit de mond van de baas van de Nederlandse toezichthouder op voedselveiligheid te noteren.

Twee artikelen
De normaal gesproken zeer gesloten NVWA spreekt zich bij monde van zijn directeur-generaal omvattend uit over zijn eigen kwaliteit en toont zich kwetsbaar door te twijfelen aan de volledigheid zijn huidige taakvervulling. Hij geeft tevens aan gevoelig te zijn voor ethische gedachtenlijnen over dierwelzijn en blijkt verontwaardigd over de moraal van de vleessector. Die deugt wat hem betreft niet. De krant schrijft: De hoogste voedselinspecteur van Nederland signaleert een gebrek aan ethisch besef bij met name producenten van vlees en vleesproducten. "De grens opzoeken en zorgen dat je niet gepakt wordt, wijst op normvervaging. Het heeft tot een aantal ernstige ontsporingen geleid, en levert ook forse risico’s op voor de nabije toekomst."

Het FD kon het materiaal niet kwijt in één tekst en kwam vanmorgen met twee lange artikelen:
- 1. ‘Omvang geknoei met voedsel verontrustend’, waarin Paul de zojuist geciteerde uitspraak doet.
- 2. ‘We staan voor de vraag of we voedsel als product zien of puur als handel’, waarin een uitgebreid vraaggesprek met Paul is opgetekend.

Gevoelig en verantwoordelijk
Paul wijst er in de beide artikelen op dat de NVWA mogelijk nog jarenlang oude en nieuwe fraudes zal ontdekken en soms zelfs niet zal ontdekken. Hij geeft aan dat zijn dienst mogelijk nog gedurende langere tijd onvoldoende in staat zal blijken om zijn handhavings- en controletaken goed te kunnen vervullen omdat de afbraak van de organisatie in de afgelopen twee decennia niet zomaar even te corrigeren valt.

In het vraaggesprek toont Paul zich geen toezichthoudend ambtenaar maar een gevoelig en verantwoordelijk lid van de Nederlandse samenleving. Hij geeft aan te vrezen dat "wettelijke bepalingen onze waarden hebben vervangen. De grenzen van de wet zijn de maat geworden van onze productie." Naar aanleiding van die woorden vraagt de krant hem of bedrijven hem niet zullen tegenwerpen dat ze zich toch aan de wet houden. Paul antwoordt:

"Filet behandelen met een bepaald eiwit waardoor het volume toeneemt, is een mooie innovatie, maar ik vind het moreel verwerpelijk. Weten we dan nog wat we eten?" Over fraudes die geen gevaar voor de volksgezondheid opleveren, zegt Paul: "Veel bedrijven zijn ervan overtuigd dat het niet schadelijk is wat ze doen. Fraude hoeft niet direct een gevaar voor de volksgezondheid op te leveren. Sommige mensen hebben om die reden geen moreel bezwaar tegen het overtreden van de wet. Ik wel." Tot slot geeft Paul aan dat hij met deze uitspraken de vraag aan de orde wil stellen "hoe we als samenleving met voedsel in de brede zin van het woord omgaan."

De uitspraken van Paul wekken sympathie; omdat ze aansluiten bij gevoelens in de samenleving zullen ze gemakkelijk instemming vinden bij publiek, politiek en pers. Paul stelt maatschappelijke issues aan de orde die door de wetgever nog niet eens in overwegingen voor wetten zijn vertaald. Strict genomen hebben ze bovendien niets te maken met zijn taken en bevoegdheden als wetshandhaver.

De vleessector reageert bot en afwijzend. Vleeskoepel COV zegt bij monde van Dé van de Riet: "Wij zitten niet te wachten op filosofische beschouwingen van de hoogste autoriteit op het gebied van voedsel. Voor ons is de wet het uitgangspunt. De NVWA moet die wet gewoon naleven. Dat schept helderheid voor het bedrijfsleven." Formeel is dat een correcte uitspraak. Wie zich aan de wet houdt, doet het immers goed, tenzij we vaststellen dat de wet immoreel is of ongewenste principes volgt.

'Vlees' nu definitief 'crimineel'
Te constateren valt dat de NVWA opeens een toon heeft gevonden om heel menselijk te communiceren, terwijl de vleessector zich via zijn collectieve belangenbehartiger doof toont voor de geluiden en gevoelens zoals ze in de samenleving zijn ontstaan.

Mede door de woorden van Paul is nu een situatie ontstaan die aan het licht brengt hoezeer Nederland met zijn vleessector en zichzelf in de knoop zit. Het toezicht is vol aanwijsbare nalatigheden - en zelfs in tegenspraak met de principes van onafhankelijk toezicht - overgedragen aan bedrijven zelf. Die konden zoveel weelde niet aan en blijken onhandige communicatoren. In combinatie met antivleesgevoelens in onze samenleving, hebben de vele affaires - van Selten tot Vion - van het afgelopen jaar een beeld van criminaliteit rond de sector als geheel gevestigd. Paul bevestigde dat vandaag met zijn autoriteit als enige echte wetshandhaver en toezichthouder. Dat was handig als het doel was weer de publiekslieveling te worden, maar onhandig als het doel was het vertrouwen in 'vlees' - dat wil zeggen in de bonafide bedrijven - te herstellen.

Anti-vleesactivisten zullen zich er bij in de handen wrijven. Voortaan heeft ook de wetshandhaver een anti-vlees imago, nu hij de vleessector de facto ongezouten 'crimineel' of toch tenminste 'immoreel' heeft genoemd. Onbedoeld maar trefzeker versterkte het COV vandaag dat beeld nog eens. Hoe het gecorrigeerd moet worden ten gunste van de bonafide bedrijven is vanaf vandaag dan ook een nog grotere vraag dan het al was.

Vlees is niet alleen een belangrijke economische factor voor ons land. Nederland kan vanuit een aantal zeer professionele bedrijven bijdragen aan de verbetering van de vleesdierenhouderij, slacht en verwerking in de wereld. Om daar in de Nederlandse samenleving weer ruimte voor te maken zal ook 'vlees' zich kwetsbaar moeten durven maken. Of de vleessector daar na de uitspraken van Paul óók de gevoeligheid voor kan opbrengen, zal de toekomst leren. De antivleeslobby zal de speelruimte voor gevoelige handen in de eigen vleesboezem met veel plezier zo klein mogelijk maken.

Nu.nl zette de reacties op Pauls uitspraken op een rij.

Fotocredits: still, Harry Paul, directeur NVWA, NOS
Dit artikel afdrukken