De NVWA gaat strenger toezien op het juist toepassen en handhaven van de regels rond het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Uit een steekproef bij 300 akkerbouwers en 100 siertelers bleek dat 10 respectievelijk 12% de regels onvoldoende kent of onjuist hanteert.
Akkerbouwers
De autoriteit stelde bij 10% van de onderzochte akkerbouwbedrijven vast dat er iets niet in orde was (zie infographic). Dat liep uiteen van de administratie niet op orde hebben (bij 4%) tot tot verwijtbaar handelen door verboden middelen te gebruiken (6%). Dat leverde de bedrijven een boete op. Bij 125 van de bedrijven uit de steekproef werden ook grond- en gewasmonsters genomen. In 69 monsters werden middelen aangetroffen die in Nederland of de betreffende teelt niet zijn toegelaten. Veelal was dat het gevolg van slordigheid of onwetendheid. Bij 8 monsters was verwijtbaar handelen in het geding.
Siertelers
Bij de 100 siertelers uit de steekproef werd bij 12% van de telers verwijtbaar handelen aangetoond (zie infographic). Het ging daarbij vooral om het gebruik van verboden middelen en onzorgvuldig gebruik van wel toegestane middelen.
Opvallend was dat bij gerichte vervolginspecties in 2013-2014 bij verschillende geselecteerde groepen siertelers uiteenlopende nalevingspercentages vastgesteld werden. Perkgoedtelers bleken de wet het best na te leven, met 81% naleving. Bij de onderzochte orchideeëntelers lag dat op gemiddeld 41%. De NVWA stelt dat siertelers het toegestane middelenpakket vaak onvoldoende vinden.
LTO: 'ruimte voor verbetering'
Het hoge percentage naleving bij de akkerbouwers (90%) stemt tot tevredenheid, zowel bij de NVWA als bij LTO. Joris Baecke, portefeuille Plantgezondheid bij LTO, stelt in Boerderij: "Er is echter ruimte voor verbetering. LTO-Nederland presenteerde in november vorig jaar het actieplan 'Schoner, Groener, Beter', dat er op is gericht om de emissie van gewasbeschermingsmiddelen verder te beperken. Soms is het lastig de regels na te leven, bijvoorbeeld als het etiket en het gebruiksvoorschrift tegenstrijdige informatie geven."
Op grond van de resultaten gaat de NVWA dit jaar extra inspecties uitvoeren en overtreders strenger aanpakken.
Fotocredits: sierteeltkas, Wikimedia
Dit artikel afdrukken
Akkerbouwers
De autoriteit stelde bij 10% van de onderzochte akkerbouwbedrijven vast dat er iets niet in orde was (zie infographic). Dat liep uiteen van de administratie niet op orde hebben (bij 4%) tot tot verwijtbaar handelen door verboden middelen te gebruiken (6%). Dat leverde de bedrijven een boete op. Bij 125 van de bedrijven uit de steekproef werden ook grond- en gewasmonsters genomen. In 69 monsters werden middelen aangetroffen die in Nederland of de betreffende teelt niet zijn toegelaten. Veelal was dat het gevolg van slordigheid of onwetendheid. Bij 8 monsters was verwijtbaar handelen in het geding.
Siertelers
Bij de 100 siertelers uit de steekproef werd bij 12% van de telers verwijtbaar handelen aangetoond (zie infographic). Het ging daarbij vooral om het gebruik van verboden middelen en onzorgvuldig gebruik van wel toegestane middelen.
Opvallend was dat bij gerichte vervolginspecties in 2013-2014 bij verschillende geselecteerde groepen siertelers uiteenlopende nalevingspercentages vastgesteld werden. Perkgoedtelers bleken de wet het best na te leven, met 81% naleving. Bij de onderzochte orchideeëntelers lag dat op gemiddeld 41%. De NVWA stelt dat siertelers het toegestane middelenpakket vaak onvoldoende vinden.
LTO: 'ruimte voor verbetering'
Het hoge percentage naleving bij de akkerbouwers (90%) stemt tot tevredenheid, zowel bij de NVWA als bij LTO. Joris Baecke, portefeuille Plantgezondheid bij LTO, stelt in Boerderij: "Er is echter ruimte voor verbetering. LTO-Nederland presenteerde in november vorig jaar het actieplan 'Schoner, Groener, Beter', dat er op is gericht om de emissie van gewasbeschermingsmiddelen verder te beperken. Soms is het lastig de regels na te leven, bijvoorbeeld als het etiket en het gebruiksvoorschrift tegenstrijdige informatie geven."
Op grond van de resultaten gaat de NVWA dit jaar extra inspecties uitvoeren en overtreders strenger aanpakken.
Fotocredits: sierteeltkas, Wikimedia
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Ik snap je best Dick maar het gaat natuurlijk wel om het totaal. Nu komt de orchidee onder een vergrootglas te liggen. Want het is nu al zo dat de NVWA nu de orchidee als speerpunt heeft. Er zal dan straks een bericht verschijnen dat 50% van de sierteeltbedrijven in de fout gaat. Maar dat is natuurlijk niet zo. Wat die regels betreft kan ik u het volgende vertellen waarom het soms moeilijk is. Het is vaak niet duidelijk omschreven op de verpakking. Als orchidee niet op de verpakking staat van een bepaald middel wil dat niet zeggen dat je dat middel dan niet mag gebruiken, want er kan ook op staan sierteelt. Dat lijkt simpel. Maar er kan ook een aanduiding staan "toegelaten in struikgewassen". Het is dan niet helemaal duidelijk of een bepaalde teelt een struikgewas is. Het zou dan niet netjes zijn om dan naam en toenaam te noemen. Mocht er echt iets aan de hand zijn wat niet kan, dan is ook zonder vermelding het betreffende bedrijf zo bekend bij de buurt. Ook kan het voorkomen dat een middel van de een op andere dag wordt ingetrokken. Als je dat net de week ervoor gekocht hebt en je krijgt de week erna controle, ben je de sigaar. En het kan nog zo zijn dat een stek uit Afrika geïmporteerd is en hier wordt opgekweekt. Omdat in Afrika veel meer is toegestaan dan hier, zitten er vrijwel zeker verboden middelen in de plant. Je moet dan als kweker aantonen dat je het niet gebruikt hebt. Hoe? Dus ook dan ben je de sigaar.
Daarom is het allemaal heel complex en kun je niet zwart wit iets doen.
Wel kunnen we als sector eens kijken naar de knelpunten van bijvoorbeeld de orchidee. Dat lijkt mij beter dan meer controleren. Want bestrijdingsmiddel gebruikt niemand voor zijn plezier. In tegenstelling tot bijvoorbeeld roken.
Rob, ik lees ook dat in 69 van de 125 grond- en gewasmonsters middelen werden aangetroffen die in Nederland of de betreffende teelt niet zijn toegelaten.
Hoe is dat te rijmen met die 10 of 12 % die de regels niet kent of slordig hanteert?
Uiteraard gaat er in elke sector wel wat verkeerd.
Toch, de cijfers voor i.h.b. de sierteelt onder glas vind ik niet geruststellend
( bij 16 van de 29 orchideeëntelers is zelfs sprake van verwijtbaar handelen:
voor mij geen orchideeën meer), evenmin als een maximale sanctie, pas na constatering van 3 vergelijkbare overtredingen binnen 5 jaar, van 10% van de jaaromzet.
Evenmin als de bagatelliserende reactie van Baecke van de LTO:
"Soms is het lastig de regels na te leven, bijvoorbeeld als het etiket en het gebruiksvoorschrift tegenstrijdige informatie geven."
Waarom publiceert de NVWA niet tenminste de namen van kwekers die verwijtbaar handelen, als de NVWA dat inmiddels met smerige snackbars wel doet?
Is dat niet veel effectiever?
Verder is het eigenlijk niet te geloven dat pas anno 2015 onderzoek gestart wordt naar de effecten van bestrijdingsmiddelen op omwonenden.
In een klein Frans onderzoekje werden - gemiddeld! - residuen van 21 bestrijdingsmiddelen aangetroffen bij kinderen in landbouwgebieden.
LTO zegt het goed. 90% doet het goed. Van de overige 10% doet een deel het ook wel goed maar heeft de administratie niet op orde. Uiteindelijk is het dus maar een heel klein dat echt in de fout gaat. Hoewel het niet goed is, gaat er in elke sector wel iets verkeerd. De resultaten geven naar mijn idee geen extra aanleiding om extra inspecties uit te voeren. Ook al niet omdat de inspecties dan uitgevoerd worden op risicobedrijven ,en niet meer bij bijvoorbeeld perkgoed telers, dan zal het percentage hoger liggen maar is dat niet meer representatief voor de gehele sector.