‘Tijdhonger’ noemen de onderzoekers het, time famine. In westerse landen ervaart naar schatting de helft van de mensen tijdgebrek in het dagelijks leven. Ze komen niet toe aan de dingen die ze belangrijk vinden. Vooral het werk neemt te veel tijd in beslag. Ze besteden daarom van alles uit om tijd te winnen of te besparen, zoals koken, boodschappen doen, het huishouden. Op Amazon zijn 35.000 boeken te koop over time management.

Cassie Mogilner Holmes, hoogleraar Marketing and Behavioral Decision Making aan de University of California, Los Angeles (UCLA) heeft het ook te druk, vond ze op een goed moment. Wat als ze nou helemaal met haar werk zou stoppen, schrijft The Washington Post in een artikel over het onderzoek dat zij vervolgens ging doen met twee collega’s.

"Op de vraag: zullen we alles opgeven en op een onbewoond eiland gaan wonen? is het antwoord nee," zegt Holmes tegen The Post. "We zouden niet gelukkiger zijn."

Te weinig is niet goed, maar te veel ook niet
Discretionaire tijd
De uitkomst van het onderzoek verscheen in het vakblad Journal of Personality and Social Psychology onder een titel die al genoeg zegt: ‘Having Too Little or Too Much Time Is Linked to Lower Subjective Well-Being’. Te weinig is niet goed, maar te veel ook niet.

Vrije tijd wordt gedefinieerd als ‘discretionaire’ tijd, tijd die je kan invullen zoals je zelf wilt, letterlijk in vrijheid, voor je plezier, onbelast door verplichtingen van welke aard ook. Dus niet de tijd die overblijft na het werk. De uitkomst dat te weinig vrije tijd mensen ongelukkig kan maken, is niet zo opmerkelijk. Iedereen kent het gevoel niet genoeg tijd ‘voor jezelf’ te hebben. Maar dat mensen niet gelukkig worden van veel vrije tijd, lag nog niet zo voor de hand.

Enquêtes
De onderzoekers plozen de datasets van een aantal sociologische studies (onder meer een groot onderzoek onder werkende Amerikanen) na op het gegeven van vrije tijd. Daarnaast keken ze in de bestaande literatuur over vrije tijd en ‘subjectief welbevinden’. Ze hielden zelf twee grote enquêtes onder 6.000 deelnemers. Met allerlei rekenmethodes probeerden ze dat subjectieve te kwantificeren, rekening houdend met talloze variabelen: wat is vrije tijd precies, wanneer houdt het werk op, hoe bevredigend is het werk zelf, wat ervaart ieder voor zich als genoeg, wat doet iemands sociale status en inkomen voor de vrijetijdsbeleving, enzovoort.

Een ‘gematigde’ hoeveelheid vrije tijd noemen ze een ‘sweet spot’ in ieders leven, daar ben je het gelukkigst mee. Ze concluderen dat “druk zijn een statussymbool is geworden, dat duidt op competentie, ambitie, en veel gevraagd zijn”. Wie zijn tijd in ledigheid doorbrengt kan de indruk wekken een nutteloos of doelloos leven te leiden. Vrije tijd kan ook nuttig besteed worden, bijvoorbeeld aan sociaal belangrijke activiteiten. Dat bleek een stuk bevredigender te zijn dan tijd die geheel met niksen werd doorgebracht, zagen de onderzoekers.

Hoeveel vrije tijd is optimaal? Bij meer dan vijf uur neemt het welbevinden af
Optimaal
“Voor de velen die zich ongelukkig voelen door de stress van te veel te doen hebben en niet genoeg tijd om het te doen, is het geen oplossing alle verplichtingen op te zeggen. Onze bevindingen suggereren dat het hebben van hele dagen vrij, naar eigen goeddunken in te vullen, iemand net zo ongelukkig kan maken,” luidt de conclusie.

De vraag die zich aandient is: hoeveel vrije tijd is dan optimaal? Het is duidelijk dat daarop niet een precies antwoord te geven is, gezien de vele variabelen en de individuele beleving. Het schommelt tussen twee en vijf uur per dag. Als het meer dan vijf uur wordt, neemt het welbevinden af.

Opgemerkt dient te worden dat het onderzoek en de enquêtes zijn uitgevoerd onder Amerikanen, die in het algemeen meer waarde hechten aan werken dan andere landslieden. De hoeveelheid tijd die voor ieders gevoel en sociaal geaccepteerd doorgebracht mag worden met lummelen, is bepaald door de heersende arbeidsethos en andere sociale en morele conventies.
Dit artikel afdrukken