Drie nieuwe studies door een internationaal onderzoeksconsortium maken duidelijk dat de huidige opwarming toch echt op het conto van de mens geschreven moet worden. Voor eerdere schommelingen in het klimaat, zoals de Kleine IJstijd en de Romeinse warmteperiode, is geen wereldwijd bewijs te vinden - dat waren eerder lokale schommelingen.

De studies verschenen in Nature en Nature Geoscience.

De verschillende onderzoeksgroepen, van 13 universiteiten in totaal, bogen zich over de data in de PAGES 2K-databank. Dat is een (groeiend) bestand waarin een groot aantal indicatoren voor het klimaat tot aan het begin van de jaartelling verzameld zijn. Denk aan directe metingen, maar ook analyses van jaarringen van bomen, ijskernen, sedimenten, koraalmonsters, historische archieven en scheepslogboeken. Dat betekent dat er ook gegevens zijn over de periode vóór de Industriële Revolutie, en wat toen de 'normale' temperatuur van de aarde was.

Regionaal versus mondiaal
In de eerste studie tonen de onderzoekers aan dat de Kleine IJstijd (1300-1850), de Middeleeuwse Warme Periode (800-1200) en de Romeinse Warme Periode (begin van onze jaartelling tot 700) geen uitingen van een mondiale opwarming waren, maar regionale verschijnselen die zich langzaam verplaatsten. Zo deed de Romeinse opwarming er 5 eeuwen over Azië te bereiken en speelde de Middeleeuwse warmteperiode zich maar op 40% van het wereldoppervlak af.

"Verrassend en verontrustend" is het dan ook dat "de opwarming van de laatste 150 jaar zich wél over het hele aardoppervlak voordoet: het wordt voor het eerst overal warmer", schrijft Karel Knip in de NRC. Dat wijst op een niet natuurlijke maar menselijke oorzaak.

'Hockeystick' die wel klopt
Het tweede artikel, gepubliceerd in Nature Geoscience, beschrijft de lange temperatuurtrends op basis van al die inmiddels verzamelde data uit de PAGES 2k. Het resultaat is een 'hockeystick met een steel die "duizend jaar verder teruggaat in de tijd tot het jaar nul, en is gebaseerd op honderden van de allerbetrouwbaarste meetreeksen, die met zeven verschillende statistische technieken aan elkaar zijn geweven." Zo beschrijft Maarten Keulemans het in de Volkskrant. "Uitzonderlijk" en "zonder precedent", zeggen de onderzoekers zelf.

Afkoeling door vulkaanuitbarstingen
De bevindingen van de langetermijnanalyse worden ondersteund door een derde publicatie, die inzoomt op het effect van vulkaanuitbarstingen op de temperatuur. Aswolken in de atmosfeer leiden tot afkoeling, precies wat er gebeurde aan het einde van de Kleine IJstijd, in de periode 1810-1830. In de jaren 1808-1835 kwamen er ongewoon veel vulkanen tot uitbarsting, zoals de Tambora in 1815. De daaraan te relateren sterke afkoeling is in alle modellen terug te zien.

Klimaatakkoord van Parijs
Er is ook een keerzijde aan de constatering van het effect van vulkaanuitbarstingen op de temperatuur. De 'ongeforceerde aardse luchttemperatuur' bij aanvang van het industriële tijdperk is niet meer eenduidig vast te stellen. Waarom is dat van belang? Omdat dat het aanvaarde nulpunt voor het Parijse Klimaatakkoord is. "Het kan wel 0,5 graad Celsius verschillen van wat nu wordt aangenomen – de auteurs vermelden het terloops", aldus de altijd opmerkzame Knip.

Temidden van de euforie over tropisch weer in Nederland, maakte weerman Gerrit Hiemstra gisteren zijn zorgen nog eens kenbaar. Klik op de woorden #### people are talking about this om het aantal klimaatsceptische reacties te tellen. Vandaag werd alweer een record gebroken: na de 39,3 graden Celsius gisteren in Eindhoven, werd vandaag 40,7 graden gemeten in Gilze-Rijen.
Dit artikel afdrukken