Al meer dan 100 jaar waarschuwen wetenschappers voor het verlies aan gewasdiversiteit. Voor het voorliggende onderzoek boog een team van 15 wetenschappers van over de hele wereld zich over de vraag hoe omvangrijk het verlies aan gewasdiversiteit is, waardoor het komt en wat we eraan kunnen doen. Door het biodiversiteitsverlies namen ook de bestendigheid tegen ziekten af, de afweer tegen extreem weer, de mogelijkheid tot aanpassing aan een veranderend klimaat en de mogelijkheid met in te kunnen spelen op veranderende behoeften in de markt. Daarnaast put de verbouw van steeds weer hetzelfde gewas de bodem uit, vergroot het de behoefte aan (kunst)mest en gewasbeschermingsmiddelen met negatieve gevolgen voor het milieu.
De onderzoekers beschrijven dat economische, technologische, klimatologische en politieke veranderingen in de afgelopen 100 jaar leidden tot een forse afname in genetische diversiteit die belangrijk is voor de landbouw. Deze 'genetische erosie' is zowel zichtbaar bij cultuurlandschap als in meer natuurlijke omgevingen.
Toch is er ook hoop: doordat er ook verwante gewassen in hun natuurlijke habitat voorkomen en er overal ter wereld genenbanken zijn waar een veel grotere diversiteit aan gewassen ligt opgeslagen, zou het tij te keren zijn. De onderzoekers noemen de ongeveer 1.750 genenbanken wereldwijd, die de genen van meer dan 7 miljoen gewassen hebben opgeslagen. Dan tellen ze botanische tuinen, universiteiten, non-profitorganisaties, gemeenschappelijke zadenbanken en dergelijke nog niet eens mee.
Hoofdauteur Colin Khoury, onder meer verbonden aan de San Diego Botanic Garden, zegt in FoodNavigator dat we de kennis, de methoden en de instrumenten hebben om het tij te keren. Het is een kwestie van prioriteiten stellen en middelen vrijmaken. Werkelijk toewerken naar een wereldwijde grotere gewasdiversiteit betekent ook een reframing van onze voedingssystemen, en zelfs van onze samenlevingen als geheel. Die zouden namelijk gewasdiversiteit moeten bevorderen en hun taak als noodzakelijk en wenselijk moeten gaan zien.
Op zich vind ik dit boeiend: van 16.000 naar 37 rassen rijst in 1 land. En het is alarmerend. Van banaan met maar 1 hoofdras snap ik de zorgen, maar in dit specifieke geval minder. 16.000 ook wel erg veel ? Misschien toch wel een groot percentage dat op elkaar leek? Ik vind het fascinerend. Hoe is het vastgelegd? Welke rassen hebben het overleefd? Kortom ik zou er meer over willen weten.
#1 Otto, als eigenschappen verdwijnen, hoe wil je ze dan weer terug krjgen? Tenzij men straks in staat zal zijn om kunstmatige genen te maken en die 'in te brengen'. Die eigenschappen (misschien al niet allemaal) zitten nu nog in 'genenbanken', en in verwante gewassen in hun natuurlijke habitat, maar die laatste verandert ook door klimaatverandering (las bijvoorbeeld dat ook wilde koffiesoorten, die eigenschappen kunnen hebben om in cultuurkoffie in te kruizen, bedreigd zijn, door klimaatverandering en ontginning)----> exit natuurlijke habitat, exit diversiteit?
"Door het biodiversiteitsverlies namen ook de bestendigheid tegen ziekten af, de afweer tegen extreem weer, de mogelijkheid tot aanpassing aan een veranderend klimaat en de mogelijkheid met in te kunnen spelen op veranderende behoeften in de markt."
Daar is genetische gemodificeerde techniek toch voor om dat op te vangen? Of is dat niet zo nodig als we weer terug gaan naar biodiversiteit?