Franse slagers en traiteurs halen opgelucht adem. De Assemblée - de Franse Tweede Kamer - boog zich deze week over het wetsvoorstel om het gebruik van nitriet in vleeswaren te verbieden per januari 2023. Dat haalde het niet. Wel kon iedereen zich vinden in het voorstel om het nitrietgehalte in vleeswaren de komende jaren geleidelijk af te bouwen. In 2015 oordeelde het IARC, het kankeronderzoekscentrum van de Wereldgezondheidsorganisatie in Lyon, dat nitriet kankerverwekkend is.

Vleeswarenmakers gebruiken nitriet om het vlees mooi roze te kleuren maar vooral ook om de voedselveiligheid te garanderen. Zonder nitriet, zeggen ze, gaat de houdbaarheid achteruit, neemt de voedselverspilling toe en worden vleeswaren minder lekker. Bovendien - en dat was het argument waar de Assemblée gevoelig voor bleek - zijn de nitrietvrije vleeswaren (die er al zijn, slagers zien de markt voor gezondheidsbewuste kopers die graag iets meer betalen voor extra waarde) veelal duurder dan die met nitriet. En dat zou tot een ongewenste tweedeling in maatschappij kunnen leiden. Rijke mensen zullen nitrietvrij kunnen blijven kopen; voor de onderste lagen van de bevolking raken ze buiten bereik. Dat is oneerlijk, vindt het parlement.

Het is een typisch Frans standpunt dat zich vertaalt naar de actualiteit. Frankrijk staat sinds de Revolutie van 1789 in de traditie van de égalité, de gelijkheid die deel uitmaakt van de drie-eenheid waarop het moderne Frankrijk na het einde van de monarchie op gebaseerd is. Gelijkheid is een structureel thema in de Franse politiek, dat zich bijvoorbeeld bij de opkomst van de mobiele telefoon vertaalde in een discussie over het recht van iedereen op een mobieltje. In Nederland wekt zo'n discussie bevreemding op.

Ook de gele hesjes (gilets jaunes) in Frankrijk waren en zijn - nu de brandstofprijzen en de kosten van het dagelijkse levensonderhoud ongehoord snel stijgen - een uiting van het gevoel dat het landsbestuur geen achterstand mag tolereren op basisrechten en wat het publiek als basisconsumptie beschouwt. President Emmanuel Macron wilde bij de aanvang van zijn presidentschap flink bezuinigen op de staatsuitgaven en riante pensioenregelingen voor onder meer trein- en postpersoneel. Hij financierde de Covid-crisis echter ruimhartiger dan de Nederlandse overheid. Zo ruimhartig dat zelfs klagende restaurants over Covid-steun, zoals in Nederland, in Frankrijk nauwelijks bestaan. De staatsuitgaven hebben de staatsschuld vanwege de principes van gelijkheid en broederschap flink verhoogd. Voor Nederlanders zijn gele hesjes - de verarming van de onder- en zelfs middenlaag van de bevolking - een nog altijd weinig begrepen fenomeen van onvrede. Fransen snappen beter waar ongelijkheid toe leidt.
  • Deel
Druk af