De trend valt op bij de Vereniging van Slachterijen en Vleesverwerkende bedrijven. Voorzitter Frans Wouters, zelf slachter, zegt op BNR: "Bij alle leden van onze vereniging is hiervan sprake. Met name regionale slachterijen vervullen deze functie, op hele grote slachterijen kan het niet altijd."

Het gaat vooral om particulieren die zelf een kalf of lam (laten) grootbrengen omdat ze dan zeker weten dat het vlees op hun bord een goede herkomst heeft. Ook zijn er internetcollectieven of vriendengroepen die gezamenlijk een dier houden dat ze laten slachten en delen. Wouters: "Als je een stuk verpakt vlees in de supermarkt koopt, weet je niet wat er allemaal achter zit. Als je zelf een dier verzorgt, weet je wat voor voeding er is ingegaan, wat voor medicijnen, enzovoorts. Daarnaast smaakt het ook beter omdat er veel moeite voor is gedaan. De beleving is anders."

Dat laatste onderschrijft Wouter Slors, die al jaren met vrienden een aantal schapen houdt. Hij vergelijkt zijn manier van dieren houden met een "een moestuin, maar dan met schapen". Ook Slors benadrukt het prettig te vinden waar zijn vlees vandaan komt.

De kiloprijs van 'zelf geslachte dieren' ligt iets hoger dan de prijs van vlees in de supermarkt. "Maar dit vlees is veel lekkerder", besluit Slors.

Dit artikel afdrukken