In het Financieele Dagblad verschenen deze week een opinie van oud-landbouwminister en oud-WUR-voorzitter Cees Veerman en de huidige WUR-bestuursvoorzitter Louise Fresco en een interview met agronoom en emeritus hoogleraar van de WUR Rudy Rabbinge.

Rabbinge hamert nog eens op zijn onder ingewijden bekende ideeën. Hij bepleit niet tot extensief boeren rond natuurgebieden. De natuurgebieden moeten zoveel mogelijk aaneengesloten worden gekozen omdat grote, niet doorsneden gebieden aanmerkelijk minder randen hebben en daardoor minder kwetsbaar zijn voor bedreigingen van buitenaf. Op die basis pleitte hij lang geleden al voor de Ecologische Hoofdstructuur van Nederland. Door de aanwijzing van Natura2000 gebieden en kabinetsbeleid onder staatssecretaris Henk Bleker is daar de klad in gekomen.
Volgens Rabbinge is het tijd om die gedachte weer te agenderen, verder uit te werken en uit te voeren. Hij denkt dat Nederland met een aanvullende agrarische hoofdstructuur vier vliegen in één klap kan slaan: "een vitale landbouw; ongelooflijke milieuwinst; ruimte voor andere doeleinden als natuur en woningbouw; en meer mogelijkheden voor een duurzame samenleving".

De stricte scheiding van landbouw en natuur heeft volgens Rabbinge geen "landschappelijke polarisatie" tot gevolg. "Met 300.000 hectare ecologische hoofdstructuur en zo'n 500.000 hectare agrarische hoofdstructuur heb je nog altijd een miljoen hectare buffer voor gemengd gebruik", zegt hij.

Rabbinge zegt met zoveel woorden dat 500.000 ha landbouw niet natuurinclusief, het beleid van Rutte III, gebruikt moet worden. Natuurinclusieve landbouw kan wel op een miljoen hectare buffergebied (met vermoedelijk veel lagere rendementen dan nu het geval is).

Een en ander zou kunnen beteken dat met name de Flevopolder als een gebied voor zeer intensief agrarische gebruik wordt aangewezen. Gegeven het huidige landbouwareaal van bijna 1,8 miljoen hectare, lijkt Rabbinge uit te gaan van krimp voor zowel de landbouw als de natuur als gevolg van de verdere verstedelijking van ons land. Het natuurnetwerk dat in de plaats kwam van de oudere ecologische hoofdstructuur werd in 2013 gesteld op een kleine 700.000 hectare.

In de opinie van Veerman en Fresco wordt een pleidooi gehouden voor een nieuwe staatscommissie naar het model van de in 1886 ingestelde Staatscommissie voor den Landbouw. Onafhankelijk en boven de gepolariseerde discussie in de politiek en samenleving uit, zou die commissie Nederland opnieuw moeten indelen om weg te komen uit de diepe meningencrisis die onder meer tot de stikstofcrisis heeft geleid. En, net zoals de commissie uit 1886, om de basis te leggen voor een in de toekomst competitieve Nederlandse landbouw.

Het beeld dat oprijst, wordt algemeen erkend onder realistische kenners van de Nederlandse landbouw. Er blijven enkele heel grote agrarisch ondernemingen over die heel intensief werken. Daarnaast zullen heel kleine boeren overblijven die door de sympathie die ze wekken hun kosten toch gedekt krijgen. Het middenveld - nu nog aangeduid als 'het familiebedrijf' - zal verdwijnen omdat het geen geld kan verdienen door zijn te hoge kosten bij te lage oogstrendementen. Het gebruik van de miljoen hectare buffergebieden zal dan ook opnieuw bekeken moeten worden. Het College van Rijksadviseurs stelde in 2018 CO2 vastleggende bosbouw voor om Nederland te kunnen voorzien van duurzame bouwmaterialen voor de stedelijke uitbreiding en vernieuwing. Daarmee kan een deel van de hoge CO2-uitstoot van betonbouw, vervangen worden door steden die via houtbouw CO2 opslaan.
Dit artikel afdrukken