De nieuwe frituurlijn is een uitbreiding van het living lab VEG-i-TEC, het onderzoekscentrum voor groente- en aardappelverwerkende bedrijven die hun productieprocessen willen innoveren en optimaliseren. De lijn is een aanvulling op reeds bestaande pilootlijnen in het onderzoekscentrum waaronder die voor het blancheren en invriezen, evenals de snij-, was- en verpakkingslijn. Binnen de piloothal bevindt zich bovendien geavanceerde pilootapparatuur voor waterbehandeling, en er wordt geïnvesteerd in technologieën die het energiemanagement van verschillende processen meten.
Leidende positie België
"De moderne testlijnen benadrukken de ambitie voor innovatie en efficiëntie in de productieprocessen van de Belgian Fries Pilot", klinkt het. Het totale kostenplaatje bedraagt zo’n 700.000 euro. De investering moet de leidende positie van België op het gebied van aardappelverwerking versterken en lokaal verankeren.
Het initiatief gaat uit van Flanders’ FOOD, het innovatieplatform voor de Vlaamse agrovoedingsindustrie. “De beschikbaarheid van deze frituur- en bakinstallaties zullen onze aardappel- en groenteverwerkers uitdagen om ook hun grenzen te verleggen. Voor bedrijven die toeleveren aan de sector biedt de infrastructuur mogelijkheden om hun innovaties op vlak van vetten en oliën te demonstreren aan vele verschillende kleine en grotere voedingsbedrijven", vertelt Inge Arents van Flanders’ FOOD.
Deze investering is goed voor onze economie, maar ook voor de landbouwers die verzekerd zijn van de afzet van hun aardappelen
“Onze frietjes zijn overal in de wereld gekend. Onze aardappelverwerking is sterk gegroeid, we verwerken in België nu al meer dan zes miljoen ton per jaar”, vertelt Vlaams minister van Economie, Innovatie en Landbouw Jo Brouns (cd&v), die 140.000 euro in het project investeert. “Dit toont het belang aan voor onze economie. Met dit project in de regio van de aardappelverwerkers kunnen we verder onderzoek doen om de Belgische friet via innovatie nog lekkerder, gezonder en duurzamer te maken. Dat is goed voor onze economie, maar ook voor de landbouwers die verzekerd zijn van de afzet van hun aardappelen.”
Het project kreeg financiële steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO Vlaanderen), VLAIO (Agentschap Innoveren & Ondernemen), Provincie West-Vlaanderen, Huis van de Voeding, Belgapom, Vandemoortele, Universiteit Gent en Flanders’ FOOD.
Dit artikel maakt deel uit van de contentsamenwerking tussen Foodlog en VILT.
Op 2 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
En #2, dit doet de private sector.
Je bent redelijk stellig Theo. Een en ander heeft volgens mij ook te maken met de frituur temperatuur en uiteraard met de frequentie van consumeren van gefrituurde producten.
Heb jij een omslagpunt?
Grappig, de geschiedenis herhaalt zich. In de jaren 90 stond bij ATO-DLO (nu onderdeel WUR) een grote pilot friet lijn voor onderzoek. Deze frietlijn stond in een separaat bakstenen gebouw, ergens rond 2000 - het was te duur - is de frietlijn verkocht en het gebouw gesloopt. Nu is het een parkeerplaats aan de zijkant. De pilot lijn zelf is in handen gekomen van een bekende Nederlander, volgens mij staat deze nog in de opslag bij hem.
Pilot lijnen hebben een zeer essentieel onderdeel functie bij levensmiddel-technologisch onderzoek. De kosten zijn snel enkele tonnen tot een miljoen plus. Economische kan het niet uit, pilot lijnen zijn zoals 'hete aardappelen', snel doorgeven aan iemand anders.
Bij WUR is lang onder Duikhuizen gedacht dat onderzoek via het lab en met computers (beeldwerkers) uitgevoerd kon worden. Er is op zeer grote schaal pilot capaciteit afgebroken. Naast de bekende friet-lijn, ook de melk-pasteurisatie-lijnen, brood-productie-lijnen, en ga zo maar door.
Zonde, zeer zonde.
De roep om pilot-lijnen neemt weer toe. Maar nu is er een groot financieringsprobleem. Die miljoenen zijn weer nodig, maar een business case bouwen lukt niet. Dit laatste vind ik normaal overigens, R&D is een 'staff-functie'. Maar 'wij als samenleving' moeten wensen dat pilot-lijnen er op grote schaal in Nederland (en België) komen en dat ze er blijven.
Voeding zit in het domein van "atomen en moleculen", het digitale domein (bits en bytes) is een andere wereld. Ik voorspel alvast. Zonder deze fysieke infrastructuur stokt innovatie. Ik roep daarom op "meer RVS, meer pilot lijnen, meer openbare fysieke infrastructuur".
En dus ook frietlijnen.
De Belgen doen het beter dan de Nederlanders wat dat betreft.
NOG gezondere friet? Friet is helemaal NIET gezond. Alleen is de friet van een verstandige (Vlaamse) frietbakker die nog in dierlijk verzadigd vet bakt hooguit het minst ongezond.
Les 1. ALLE meervoudige en enkelvoudige onverzadigde vetzuren (geraffineerd uit de supermarkt, maar ook ongeraffineerd uit de natuurwinkel) als olijf-,mais-, zonnebloem-, sesam-, lijnzaad-, soja-, saffloer, lijnzaad-, koolzaad-, en de genetisch gemodificeerde koolzaadolie variant canola-olie zijn ongeschikt om mee te bakken of frituren.
Iemand die ook maar enigszins bekend is met de verschillende soorten vetzuren weet dat door olie te verhitten o.a. transvetten ontstaan. Maar dat is niet het grootste probleem. Door plantaardige (= instabiele) olie te verhitten worden er in VEEL grotere getale ook giftige chemicaliën geproduceerd zoals met name HNE (4-hydroxy-trans-2-nonenal).
DE aanjager bij uitstek van ziekten als diabetes-2, atherosclerose, hartaanvallen, parkinson, alzheimer, huntington en leveraandoeningen.
Ook de aan HNE gerelateerde giftige oxidatieve samenstelsels als HOE, HHE en HDE dat vooral in verhitte soja-olie ontstaat. Het leger olie- en voedselfabrikanten met de Wageningse ‘voedingsdeskundigen’ en allerlei ‘medische professionals’ als back-up die beweren dat frituren met plantaardige olie bestaande uit Ω-3 en Ω-6 vetzuren zo gezond zou zijn moeten ons niet langer bedriegen maar de feiten ter harte nemen.
Door frituren oxideert alle onverzadigde olie en ontstaat er een scheikundig proces waarbij vervormde en gefragmenteerde lichaamsvreemde moleculen ontstaan waar ons lijf niet voor is ontworpen en er absoluut geen raad mee weet, die zelfs meer schade kunnen aanrichten dan transvetten, waarvan de gevaren uiteindelijk wel zijn onderkend.
Les 2. Zuiver rundvet, varkensvet en ghee zijn minder slecht om in te bakken. EEN vetsoort is stabiel genoeg om ernstige schade door verhitting het best te weerstaan, terwijl het ook helpt om hart en vaatziekten te voorkomen en ook past in een gewichtsverlagingsdieet. Dat is kokosolie (90% VV.)
De vorming van 4-hydroxinonenal, HNE waar de frituurlovers nu mee te maken hebben is te danken aan de ommezwaai van ‘slecht’ verzadigd dierlijk frituurvet naar ‘gezond’ plantaardig Ω-6 frituurvet waar het zonnebloemen-industrieelcomplex heel rijk van werd. Het goudeerlijke VC heeft daar niks mee te maken en adviseert zonder enige schroom: frituren en bakken doe je in Ω-6 plantaardige olie.