Het Europese parlement stemde gisteren in met het nieuwe landbouwbeleid. € 373,2 miljard wordt in de periode 2014-2020 gespendeerd aan een groener landbouwbeleid en een betere verdeling van de gelden. Er vloeit meer naar de nieuwe Europese landen in het Oosten van Europa. De oude lidstaten krijgen minder en kunnen dat minder bovendien alleen binnen halen als hun boeren groener doen.

Volgens de alternatieve groene Franse boerenleider en tevens EU-parlementslid José Bové is het een klein stapje maar nog niet genoeg. Dat schrijft Le Monde.

Volgens Bas Eickhout (GroenLinks) van de Europese Groene fractie is het nieuwe EU landbouwbeleid een gemiste kans. In een persbericht liet hij gisteren weten:

Vandaag weigerde het Europees Parlement de laatste kans aan te grijpen om het grootschalige en vervuilende landbouwbeleid bij te sturen. De voorstellen van de Groene Fractie die het landbouwbeleid nog konden verduurzamen, werden tot teleurstelling van GroenLinks-Europarlementariër Bas Eickhout niet in stemming gebracht. Een meerderheid van christendemocraten, sociaaldemocraten en liberalen ging akkoord met het ongewijzigde voorstel dat niets overlaat van de verduurzaming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid.

Eickhout: “Het landbouwbeleid blijft grootschaligheid belonen ten koste van kleinschalige boerenbedrijven, dierenwelzijn en milieu."

Eickhout vindt het een schande dat Europarlementsvoorzitter Martin Schulz geen wijzigingen op het voorgestelde landbouwbeleid toestond, tenzij een meerderheid van de Europarlementariërs tegen het rapport zou stemmen. "Het is teleurstellend dat de sociaaldemocratische en liberale fracties waarvan de PvdA en D66 deel uit maken, klakkeloos instemden met het ongewijzigde voorstel. Ze hebben daarmee de laatste kans om het landbouwbeleid echt te hervormen laten lopen."

Van het vergroenen van het Europees landbouwbeleid is bar weinig overgebleven. Het geld voor plattelandsontwikkeling kan gebruikt worden voor directe inkomenssteun aan boeren. Tachtig procent van de subsidies komt terecht bij de grootste boerenbedrijven. Aan die scheve verdeling zal nu weinig veranderen.


De gevestigde Nederlandse boerenstand likt zijn wonden. De boeren hebben niet al te grote schade opgelopen en hopen de komende zes jaar de eindjes weer aan elkaar te knopen. Wel is er te weinig geld voor jonge boeren, zodat de opvolging van Nederlandse bedrijven in gevaar komt.

Zo ligt er dus weer een landbouwbeleid waar niemand blij mee is.
Dit artikel afdrukken