Begin dit jaar besloot de Belgische minister van Volksgezondheid, Maggie de Block, in België de 'Nutri-Score' in te voeren. Voedingsmiddelen krijgen volgens dit systeem, dat in Frankrijk al langer bestaat, een A- (groen) tot en met E- (rood) label. Een algoritme dat rekening houdt met negatieve elementen (gehalte aan suikers, verzadigde vetzuren, calorieën, zout) en positieve elementen (gehalte aan fruit, groenten, vezels, eiwitten) bepaalt de score van -15 tot +40. Het nieuwe gezondheidslabel wordt gesteund door het Vlaams Instituut Gezond Leven, dat eerder pleitte voor een vanuit de overheid geregeld gezondheidslabel.

Daarmee loopt België nu een stapje voor op Nederland. Bij ons kwam in 2016, onder druk van de publieke opinie, juist een einde aan het 'Vinkje'. Dat gezondheidslabel was onvoldoende doorzichtig en niet onafhankelijk. Dit voorjaar stelde de Consumentenbond, op basis van nieuw onderzoek, voor in Nederland als gezondheidslabel een stoplichtsysteem in te voeren. Want ook Nederlanders willen hulp bij het maken van een gezonde keuze. En ook bij ons zou de overheid de regie moeten nemen.

In België blijkt het met die 'regie' nog wel mee te vallen. Het nieuwe systeem is op vrijwillige basis. "Geen enkele voedselproducent of verdeler zal verplicht worden om het op zijn voedingswaren af te beelden", schrijft De Standaard. Dat geeft de voedingsindustrie dus nogal wat speelruimte. En omdat deze geen voorstander blijkt van de Nutri-Score en er zelfs sceptisch tegenover staat, valt van die kant weinig initiatief te verwachten. "Volgens ons is dit immers niet het juiste systeem om mensen richting evenwichtige voeding te leiden," zegt koepelorganisatie Fevia. Ook vreest Fevia voor 'stigmatisering' van topproducten zoals de Belgische chocola. "Willen we dat nu echt exporteren met een rode bol op de verpakking?"

Dus grijpen de supermarkten het initiatief, met hun huismerken. Vanaf deze week liggen de eerste producten met het nieuwe gezondheidslabel bij Delhaize en Colruyt in de winkels.


Dit artikel afdrukken