Ondanks de uitdagende weersomstandigheden van het afgelopen jaar koerst de Nederlandse akkerbouw in 2024 op een indrukwekkende stijging in de uien- en aardappelproductie af. Niet eerder werden er zoveel zaaiuien geteeld als in 2024, meldt het CBS bij de publicatie van de voorlopige oogstramingen.
De uienproductie kende een stijging van 14,6%. Door een uitbreiding van het areaal met bijna 12% naar zo'n 30.000 hectare wordt de totale opbrengst geraamd op een recordoogst van 1,5 miljoen ton. Het natte voorjaar, dat voor lastige zaaiomstandigheden en grote regionale verschillen in het zaaimoment leidde, resulteerde desondanks in een licht gestegen opbrengst per hectare van 46,4 ton. De totale bruto-opbrengst voor gele zaaiuien wordt geraamd op 1,3 miljoen ton (+13%), die van rode zaaiuien op 200.000 ton (+29%). De verwachte kwaliteit wordt minder geschat, met uiteindelijk meer uitval tot gevolg.
Ook de consumptieaardappelen deden het goed, met een groter areaal van 78.000 hectare en een opbrengst die 7% hoger ligt dan vorig jaar, toen de oogst voor veel boeren lastig zo niet onmogelijk was door de vele regenval. De hectare-opbrengst is met 46,2 ton bijna 1% hoger dan een jaar eerder, het areaal steeg met 4%. De totale bruto-opbrengst is naar verwachting 3,6 miljoen ton.
In 2024 werd op ruim 85.000 hectare suikerbieten geteeld, 6% meer dan een jaar eerder. Ondanks deze groei wordt de bruto-opbrengst van het grootste Nederlandse akkerbouwgewas met 6,7 miljoen ton 3% lager verwacht dan vorig jaar, omdat de bruto-opbrengst per hectare daalt (79 ton). Toch laat de groei van het suikerbietenareaal zien dat Nederlandse akkerbouwers vertrouwen hebben in deze teelt.
Bij tarwe ligt dat anders. Door extreme regenval in het najaar van 2023 werd 34% minder wintertarwe ingezaaid, wat leidde tot een brutoproductiedaling van 37% ten opzichte van 2023. De totale opbrengst komt uit op 700.000 ton. Het beteelde oppervlakte nam met een kwart af: voor het eerst sinds 1957 besloeg het tarweareaal minder dan 100.000 hectare. De zomertarwe-opbrengst (die maar een klein deel van de tarwe-oogst uitmaakt) wist zich overigens te verdubbelen dankzij een hogere bruto-opbrengst per hectare.
De uienproductie kende een stijging van 14,6%. Door een uitbreiding van het areaal met bijna 12% naar zo'n 30.000 hectare wordt de totale opbrengst geraamd op een recordoogst van 1,5 miljoen ton. Het natte voorjaar, dat voor lastige zaaiomstandigheden en grote regionale verschillen in het zaaimoment leidde, resulteerde desondanks in een licht gestegen opbrengst per hectare van 46,4 ton. De totale bruto-opbrengst voor gele zaaiuien wordt geraamd op 1,3 miljoen ton (+13%), die van rode zaaiuien op 200.000 ton (+29%). De verwachte kwaliteit wordt minder geschat, met uiteindelijk meer uitval tot gevolg.
Ook de consumptieaardappelen deden het goed, met een groter areaal van 78.000 hectare en een opbrengst die 7% hoger ligt dan vorig jaar, toen de oogst voor veel boeren lastig zo niet onmogelijk was door de vele regenval. De hectare-opbrengst is met 46,2 ton bijna 1% hoger dan een jaar eerder, het areaal steeg met 4%. De totale bruto-opbrengst is naar verwachting 3,6 miljoen ton.
In 2024 werd op ruim 85.000 hectare suikerbieten geteeld, 6% meer dan een jaar eerder. Ondanks deze groei wordt de bruto-opbrengst van het grootste Nederlandse akkerbouwgewas met 6,7 miljoen ton 3% lager verwacht dan vorig jaar, omdat de bruto-opbrengst per hectare daalt (79 ton). Toch laat de groei van het suikerbietenareaal zien dat Nederlandse akkerbouwers vertrouwen hebben in deze teelt.
Bij tarwe ligt dat anders. Door extreme regenval in het najaar van 2023 werd 34% minder wintertarwe ingezaaid, wat leidde tot een brutoproductiedaling van 37% ten opzichte van 2023. De totale opbrengst komt uit op 700.000 ton. Het beteelde oppervlakte nam met een kwart af: voor het eerst sinds 1957 besloeg het tarweareaal minder dan 100.000 hectare. De zomertarwe-opbrengst (die maar een klein deel van de tarwe-oogst uitmaakt) wist zich overigens te verdubbelen dankzij een hogere bruto-opbrengst per hectare.
Je maakt van de nood een deugd. Geen wintertarwe . . . . . . dus uien in het voorjaar.
Denk niet dat dat doorzet. Jemoet die extra uien ook kwijt kunnen.