Het zijn niet alleen politici, krantenkoppenmakers en clickbait creators die de complexe werkelijkheid (noodgedwongen of malicieus) samenvatten in een paar woorden. Tekstverklaring is een taak op school (“vertel na in je eigen woorden wat de dichter bedoelt”). De onbegrijpelijke wereld proberen terug te brengen tot iets waar je met je verstand goed bij kan, is een algemeen menselijke eigenschap.

Het viel Boris Johnson - zelf ook niet de slankste - op dat veel Britse covidpatiënten dik zijn. Dus bedacht hij (“what the PM wants, the PM gets”) dat het Verenigd Koninkrijk moet gaan fietsen. Ook moeten we meteen vitamine D en zink gaan slikken en gauw afvallen om het immuunsysteem een boost te geven. Anders krijg je corona. De obese medemens heeft het weer gedaan, stigmaatje erbij. Nu ben je ook een besmettingsgevaar voor een ander en een belasting voor dat arme zorgpersoneel als je maar blijft vreten en zuipen.

Multifactorieel
Nieuwe ideeën voor de benadering van obesitas, zoals die zijn verwoord in de onlangs gepubliceerde Canadese richtlijnen voor artsen en andere behandelaren, zijn een poging om iets te veranderen aan die stigmatiserende reflex. Obesitas is een multifactoriële ziekte waarvan, inderdaad, een ongezonde leefstijl een belangrijke oorzaak is. Maar te weinig vraagt men zich af waarom iemand zo ongezond leeft. Het is te gemakkelijk om alleen de consument de schuld te geven van wat hij aan verkeerds consumeert.

Dat onder de ernstige covidpatiënten veel mensen met overgewicht zijn, is een algemeen gedeelde observatie. Dat dik zijn het risico op een heftig verloop van de ziekte verhoogt, is uit de cijfers af te lezen. Nieuws is het niet dat een griepachtige virusinfectie dikke mensen zwaarder treft. Hoewel er almaar op gewezen wordt dat Covid-19 geen gewoon griepje is, zijn de overeenkomsten groot met hoe gemakkelijk andere corona- en vergelijkbare virussen het afweersysteem overrompelen en wat voor schade ze aanrichten aan de luchtwegen en andere organen, zoals het hart. De vragen wat en hoe die overeenkomsten precies zijn, is nog amper onderzocht.

Want hoe ongezonder je bent, hoe zwakker je afweer
Ontregeling
Dat beweert een onderzoeksgroep uit Memphis, Tennessee in hun recente rapport ‘Metabolic Syndrome and Viral Pathogenesis: Lessons from Influenza and Coronaviruses’. “We vatten hier samen hoe metabole ontregeling de immuunrespons beïnvloedt,” schrijven ze. Dat is waar het in het kort op neerkomt bij dikke coronapatiënten. Hun verstoorde stofwisseling verslechtert de werking van hun immuunsysteem. Want hoe ongezonder je bent, hoe zwakker je afweer.

Parameters
Maar alleen dik zijn betekent op zich niets. Obesitas wordt opgedeeld in BMI-categorieën, de verhouding tussen lengte en gewicht. Een buikje of dikke dijen zeggen op zich nog weinig over je metabole gezondheid. De kans is wel groot dat het geleidelijk toenemen van het lichaamsgewicht gepaard gaat met de verslechtering van de parameters van wat met een verzamelterm het metabool syndroom heet.

Het metabool syndroom is van alle moderne, westerse aandoeningen misschien wel de minst bekende. Mogelijk is dat omdat het niet een ziekte is, maar een cluster van in totaal vijf aandoeningen die zich gezamenlijk voordoen. Die zijn kortweg: overgewicht, hoge bloeddruk, hoog gehalte vetdeeltjes in het bloed, verstoorde cholesterol- en verstoorde glucosehuishouding. Als drie van de vijf afwijkingen worden gezien door de arts, heeft de patiënt metabool syndroom. Wie gediagnosticeerd is met ‘MetS’, weet dat hij of zij (meestal hij) een verhoogde kans loopt op hart- en vaatziekten en diabetes type 2. En – nieuw!- op zware covid.

Syndrome X
De definitie van metabool syndroom is door de jaren heen in detail veranderd. In 1988 noemde de vader van het syndroom, de Amerikaanse endocrinoloog Gerald M. Reaven, het nog Syndrome X, wat een omineuze naam is, die al snel werd ingeruild voor een adequatere.

Tot de cluster van aandoeningen rekende Reaven verrassend genoeg niet ‘abdominal obesity’. Terwijl nu overmatig vet in de buikholte wel als primaire indicatie wordt gezien om te kunnen spreken van metabool syndroom. In zijn terugblik ‘Syndrome X: A Short History’ uit 2001 vertelt Reaven hoe de gedachte om van een ‘syndroom’ te spreken tot hem kwam en hoe hij aanvankelijk insulineresistentie als de centrale aandoening, de bron van de metabole stoornissen zag. Inmiddels is insulineresistentie ‘weggepromoveerd’ (daarover later een keer meer) en zijn er nieuwe, beter meetbare signalen uit het lichaam die ‘MetS’ bij een patiënt aan het daglicht brengen.

Diagnose
De definitie van metabool syndroom die Wikipedia geeft (heeft u al gedoneerd dit jaar?), is helemaal bij:

“De diagnose van het metabool syndroom wordt gesteld als er sprake is van abdominale obesitas (populatiespecifieke criteria) plus ten minste twee van de vier volgende elementen aanwezig zijn
  • Hypertriglyceridemie (triglyceriden groter of gelijk aan 1,7 mmol/l (150 mg/dl) of behandeling voor hypertriglyceridemie);

  • Verlaagd HDL cholesterol (kleiner dan 1,03 mmol/l (40 mg/dl) bij mannen en 1,29 mmol/l (50 mg/dl) bij vrouwen of voordien daarvoor behandeld);

  • Verhoogde bloeddruk (systolische bloeddruk hoger of gelijk aan 130 mm Hg en diastolische bloeddruk hoger of gelijk aan 85 mm Hg of behandeld voor een gekende arteriële hypertensie);

  • Stijging van de nuchtere glykemie - bloedglucosespiegel gemeten in bloedplasma (groter of gelijk aan 5,6 mmol/l (100 mg/dl) of een gekende type 2 diabetes)”

Om de waarden te bepalen neemt het artsenlaboratorium eerst bloed af. Dat is een eenvoudige ingreep, waarna een hogelijk geavanceerde technologische procedure volgt die strakke cijfers oplevert. Op zich zeggen die cijfers ook nog niets over metabool syndroom. De huisarts of specialist kan ze in een ruimere context interpreteren en in overleg bepalen of er wat aan gedaan moet worden.

Het zal moeilijk zijn iemand te vinden die drie of meer van bovengenoemde aandoeningen heeft en niet dik is
Ongelijkheid
Het zal moeilijk zijn iemand te vinden die drie of meer van bovengenoemde aandoeningen heeft en niet dik is. Dat zal dan iemand zijn die succesvol weet te strijden tegen zijn of haar tijdig gesignaleerde aanleg om dik te worden. Door gezond te eten, veel te bewegen en andere middelen in te zetten die hem of haar gezond weten te houden, medisch, sociaal en financieel. Cruciaal is een met de huisarts afgestemde medicatie: statinetje hier, lisinoprilletje daar. Genetisch heeft hij of zij misschien pech, maar waarschijnlijk kan hij of zij zich laten voorstaan op sociaal-economisch voordelen waarmee dat gecompenseerd kan worden.

De meeste wereldburgers met een genetisch nadeel dat hen gevoelig maakt voor de obesogene omgeving, zoals de overvloed van goedkoop fabrieksvoedsel is gaan heten, kunnen zich daar niet tegen wapenen. “De bevinding dat het metabool syndroom vaker voorkomt bij bepaalde etnische groepen toont significante gezondheidsverschillen aan," schrijft de Harvard Medical School. Er liggen vier tot vijf keer zoveel zwarte mensen en ‘hispanics’ met covid in Amerikaanse ziekenhuizen als witten.

Vertekend
En dat beeld is nog vertekend omdat veel arme zwarten en hispanics het ziekenhuis niet kunnen betalen. “Deze verschillen zijn niet alleen belangrijk voor de gevolgen voor de gezondheid op lange termijn, maar ook vanwege de huidige pandemie. Sommige componenten van het metabool syndroom, zoals obesitas en hypertensie, worden in verband gebracht met ernstiger Covid-19. Los daarvan toont het onderzoek hogere percentages van infectie, ziekenhuisopname en sterfgevallen door Covid-19 bij sommige rassen en etnische groepen,” schrijft Harvard.

Volgens een recent artikel in het medische vakblad JAMA is MetS in de Verenigde Staten vooral in opmars onder jongeren, zwarten, hispanics en Aziaten. Onder de oudere bevolking is het voorkomen van MetS al een decennium hoog. Bijna de helft van de Amerikanen van boven de 60 heeft MetS.

Staatje
Recente cijfers voor Nederland zijn er niet. Volgens een staatje van het RIVM, ‘Metabool syndroom, naar leeftijd en geslacht’ uit 2012, gewijzigd in 2018, had van 1.758 mannen van 30 tot 70 jaar 34% MetS en van 1.932 vrouwen 24,1%. Van de 573 mannen van 60 tot 70 jaar had 48,2% MetS. Oudere cijfers laten een vergelijkbaar beeld zien.

Oudere mannen met metabool syndroom zijn in de meerderheid in deze statistieken. Is het toeval dat zij ook de groep zijn die het ruimst vertegenwoordigd is op de IC’s dezer dagen?

Obesitas is op zich een te vage maatstaf om een oordeel te vormen over ziekte en gezondheid. Bovendien ligt stigmatisering op de loer. Het metabool syndroom, dat onmiskenbaar voor een belangrijk deel parallel oploopt met obesitas en diabetes type 2, is een veel preciezere meetlat. Bovendien biedt het aanknopingspunten voor doelgerichte behandeling, bijvoorbeeld voor verlaging van de bloeddruk, glucose en triglyceriden. Zo’n aanpak is ook voorgesteld in de genoemde nieuwe Canadese richtlijnen voor obesitasbehandelaren.
Dit artikel afdrukken