Juist omdat neonics verdacht waren als mogelijke oorzaak voor de bijensterfte, heeft de EU een driejarig moratorium op het gebruik ervan ingesteld. Dat moratorium loopt dit jaar af. Alweer nieuw onderzoek zou aantonen dat het effect van neonics aanmerkelijk ernstiger is dan bijensterfte alleen.
EASAC-rapport
Op verzoek van de Europese Commissie heeft het hoogste onafhankelijke wetenschappelijke orgaan van Europa, EASAC, zich over de problematiek gebogen. Vandaag kwam EASAC, de koepel van wetenschapsacadamies uit 29 Europese landen, met zijn rapport naar buiten.
In De Volkskrant komt wetenschapsjournalist Maarten Keulemans met een analyse. De EASAC concludeert, op basis van groeiend bewijs, 'dat juist andere onschuldige insecten en zelfs vogels ernstige schade van deze gifstoffen ondervinden'.
Via gecoat zaad door de hele plant verspreid
Neonicotinoïden zijn 'systemische' gewasbeschermingsmiddelen. Ze worden niet op de te beschermen planten gespoten, maar de plant krijgt ze toegediend door het zaad er mee te coaten. Via de wortels en sapstroom komen de werkzame stoffen in de hele plant terecht. De planten worden op deze manier minder aantrekkelijk voor schadelijke insecten. Dat lijkt een prima manier om minder gif te hoeven spuiten, en meer opbrengsten te genereren. De neonics zijn dan ook een stap vooruit in vergelijking met oudere insecticiden, die alle insecten in de buurt van het bespoten gewas om zeep hielpen.
In Nederland wordt jaarlijks zo'n 20.000 kilo neonicotinoïden gebruikt. Het gaat om stoffen als imidacloprid, clothianidine en thiamethoxam. Behalve in de landbouw, en dus in de groenten die we eten, worden ze ook toegepast in vlooiendruppels, mierenlokdozen en vliegenstickers.
Misschien moet de landbouw wel worden opgedeeld in productiegebieden waar men wat meer schade toestaat, en meer biologische zones waar de natuur betere bescherming geniet'Ook schadelijk voor soorten waartegen ze niet zijn bedoeld'
De EASAC heeft nu, op basis van meer dan 100 recente studies, vastgesteld dat 'ook zeer lage doses neonicotinoïden schadelijk zijn voor soorten waartegen ze helemaal niet zijn bedoeld', schrijft Keuning. Voor de honingbij valt het eigenlijk nog mee, daar zijn de resultaten 'niet eenduidig'. Maar voor motten, dagvlinders, zweefvliegen en hommels blijken neonics wel degelijk schadelijk. Het teruglopen van deze insecten heeft direct gevolg voor de vogelstand. In Nederland stelden Nijmeegse wetenschappers afgelopen zomer vast dat 'insectenetende vogels als de spreeuw, de boerenzwaluw en de ringmus in aantal zijn gedaald in gebieden waar men veel neonicotinoïden gebruikt'.
'Het is de optelsom die telt'
Volgens de Wageningse hoogleraar natuurbeheer en plantenecologie Frank Berendse, een van de 13 wetenschappers die aan het rapport meewerkte, is het 'vooral de optelsom die telt'. De groeiende stapel publicaties 'die allemaal dezelfde kant op wijzen' valt niet meer te negeren.
Preventief gebruik zorgwekkend
Zes jaar geleden beloofde de Europese Commissie 'alle noodzakelijke maatregelen te nemen om de plaagbeheersing met laag gebruik van pesticiden na te streven'. De huidige praktijk waarbij de neonics preventief worden ingezet staat daarmee op gespannen voet. In Trouw zegt Berendse: "Waar wij ons grote zorgen over maken, is het gebruik van deze stoffen uit voorzorg. Het EU-beleid was gericht op 'geïntegreerde plaagbeheersing': pas als er bepaalde schade aan je gewas is, pas je pesticiden toe. In vergelijking met dat principe is dit een ontzettende stap terug."
Wat nu?
De grote vraag die na publicatie van het rapport open staat, is wat de Europese Commissie er mee gaat doen. De EASAC doet geen uitspraak over hoe het wél moet.
Terug naar vroeger, met de gifstoffen van toen, is geen optie. Koos Biesmeijer, hoogleraar functionele biodiversiteit aan de UvA en wetenschappelijk directeur van Naturalis, heeft wel een idee. 'Misschien moet de landbouw wel worden opgedeeld in productiegebieden waar men wat meer schade toestaat, en meer biologische zones waar de natuur betere bescherming geniet', suggereert hij.
Het EASAC-rapport is hier te downloaden.
Fotocredits: 'Pollinators', Col Ford and Natasha de Vere
Op 11 april krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Een paar citaten uit EU rapport "Late lessons from early warnings" uit 2013 over het verloop van de toepassing vh voorzorgsprincipe in Frankrijk ten aanzien van het verbod op een bestrijdingsmiddel dat dodelijk is voor bijen...
Het is hoofdstuk uit een Engelstalig EU rapport waarvan de Nederlandse vertaling nodig werd gevonden door het Copernicus Institute van Universiteit Utrecht en mogelijk werd gemaakt door Triodos foundation.
"Onafhankelijke wetenschappers zaten in het bijendebat in een zeer moeilijke positie. De resultaten van hun werk stonden centraal in een maatschappelijk debat waarbij grote economische en politieke belangen op het spel stonden. In sommige gevallen werd hun werk niet beoordeeld op zijn wetenschappelijke merites maar op de vraag of de positie van bepaalde stakeholders erdoor werd versterkt. Door deze situatie werden het vermogen en de moed van de wetenschappers om weerstand te bieden aan de druk en door te gaan met het onderzoek naar imidacloprid flink op de proef gesteld."
..
" Een andere onderzoeker vertelde: “Ik had drie jaar aan dit onderwerp gewerkt, en de leiding … mijn leidinggevenden […], vroegen me op een ander onderwerp over te stappen” (20) (Elie en Garaud, 2003). "
..
..
" Bij een rechtbank in Parijs werd een onderzoek naar Gaucho® gestart nadat in 2001 een aanklacht was ingediend door UNAF. Dit onderzoek vertoont nog steeds weinig vooruitgang. Sinds het begin ervan zijn twee rechters vervangen, om uiteenlopende redenen. De rechter die momenteel deze zaak behandelt, is opnieuw begonnen met het verhoren van experts en de betrokken partijen. In maart 2011 was de rechter nog steeds bezig met het onderzoeken van het beschikbare bewijsmateriaal, teneinde te beslissen of er een rechtszaak komt of niet. "
Late lessons from early warnings (2013)
Wiebren, mijn collega Peter Leendertse meldt dat graszaad voor de NL markt wel wordt gecoat met meststoffen en een kiemstimulator, maar niet met neonics. Voor de export gebeurt dat soms wel.
Wat dat betreft hoeven we ons dus geen zorgen te maken voor insecten en vogels op grasland, wel op bouwland.
Je twijfel was dus terecht.
Wiebren #22, je vroeg naar het gebruik van neonics in graszaad. Even nagevraagd: dat gebeurt wel, in elk geval in graszaad bestemd voor de export. Of het ook in graszaad voor de binnenlandse markt gebeurt, heb ik nog niet kunnen nagaan. Wordt mogelijk vervolgd.
Het is maar een detail in de discussie maar ik twijfel sterk of koeien anno nu vroeger de wei in gaan of juist later. Mijn vader zette in de jaren 70 - 80 begin april de staldeur open mits de draagkracht van het weiland het toeliet. Tegenwoordig is het eerste gras vaak bestemd om in te kuilen.
Er zijn inderdaad minder koeien en er komen minder koeien buiten dan vroeger. Staat tegenover dat de koeien die wel de wei in gaan, dat vroeger doen.
Dit jaar komen er weer meer koeien en of de weidegang verder terugloopt moeten we afwachten.
Maar bedenk: ze vertrappen soms nesten, maar de pullen van weidevogels doen ze amper kwaad. Die krijgen juist extra insecten te eten. En een veehouder zei me laatst dat koeien de pullen ook enige bescherming geven tegen roofvogels. Mooi toch?