Neem sacharine, zegt Carroll in The New York Times. We zijn gaan denken dat het kanker veroorzaakt omdat het getest is op ratten. In een set van 50 dierproeven waren er maar 20 die naar de gevolgen voor tweede generatie ratten keken. In slechts 1 van die gevallen, waarin bovendien extreem veel sacharine aan de dieren werd gevoerd, ontstond blaaskanker. Latere generatiestudies wezen eveneens op blaaskanker als gevolg van het gebruik van sacharine.

Er is echter nooit aangetoond, zegt Carroll, dat de blaaskanker die ratten oplopen ook bij mensen zal optreden. Daar komt nog eens bij dat de voor de tests gebruikte rattensoort extra gevoelig is voor blaaskanker. Ook als de dieren extra vitamine C krijgen, blijken ze blaaskanker te ontwikkelen.

Te laat
Om die reden werd sacharine in 2000 van de lijst van kankerverwekkende stoffen gehaald. Maar het was al te laat. De publieke opinie had zich al gevormd, schrijft Carroll.

Ook aspartaam zou een dergelijk lot hebben getroffen. De stof zou hersentumoren veroorzaken. Volgens Carroll is er geen enkele studie die dat heeft kunnen aantonen. Zelfs doses die tot 10 maal het normale gebruik gaan, lieten geen negatieve effecten zien.

Daarentegen is suiker wel een boosdoener, meent Carroll. Suiker maakt het lijf dik en de geest overactief. Daarom zou het veel beter zijn kunstmatige zoetstoffen te gebruiken. Zelf geeft Carroll zijn kinderen slechts 5 keer in de week een glas frisdrank met kunstmatige zoetmakers. Dat laat ze niet dik worden en is veilig, zegt hij.

Fotocredits: Aaron Carroll, Incidental Economist

-- POLL --

Ik denk ook dat aspartaam en sacharine veilig zijn

Dit artikel afdrukken